Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] te [plaats],
[eiser 2]te [plaats],
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 december 2021, met producties 1 t/m 6;
- de akte van [eiser 1] en [eiser 2] met producties 7 t/m 9;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie van de zijde van [gedaagde], met producties 1 t/m 16;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid in reconventie voor alle weren van [eiser 1] en [eiser 2], met productie 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in het incident van de zijde van [gedaagde], zonder producties.
2.Het geschil
In de hoofdzaak
en [eiser 2] stellen dat zij een afspraak hebben gemaakt over het gebruik van de woning en het perceel en zij willen dat die afspraak geformaliseerd wordt en dat [gedaagde] hun gezin met rust laat. Het recht van gebruik en bewoning is een beperkt vruchtgebruik op een huis (artikel 3:226 BW). Omdat dit recht bij een notariële akte vastgelegd moet worden, vorderen [eiser 1] en [eiser 2] dat [gedaagde] wordt veroordeeld om medewerking te verlenen aan het verlijden van de akte, althans dat het te wijzen vonnis in de plaats treedt van de tot vestiging van dit recht bestemde handtekening van [gedaagde]. Daarnaast wensen [eiser 1] en [eiser 2] dat aan [gedaagde] een contactverbod wordt opgelegd omdat haar gedrag onrechtmatig is en leidt tot schade aan de onderneming van [eiser 1] en (psychische) schade aan het gezin van [eiser 1] en [eiser 2].
A. de huurachterstand ad € 5.500 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de dag van volledige voldoening;
B. het door [eiser 1] niet terugbetaalde leningdeel ad € 10.000 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2021 tot aan de dag van volledige voldoening.
- (
- Loods: De huurovereenkomst voor de loods is aangegaan voor onbepaalde tijd en jaarlijks opzegbaar. De overeenkomst is per brief van 7 februari 2022 opgezegd, waarbij de ontruiming tegen 1 april 2023 is aangezegd. Er is een huurachterstand van € 5.500;
- Overige gronden, bouwwerken en aanhorighedenop het perceel worden om niet gebruikt. Bij gebreke van een tegenprestatie is sprake van een bruikleenovereenkomst. [gedaagde] heeft de overeenkomst opgezegd met inachtneming van een redelijke termijn en vordert ontruiming;
- Terugbetaling lening: [eiser 1] heeft een bedrag van € 80.000 overgeschreven van de betaalrekening van [gedaagde] naar zijn eigen rekening en daarvan slechts € 70.000 teruggestort.
- Loods: [eiser 1] kan zich niet herinneren een huurovereenkomst ex artikel 7:230a BW getekend te hebben, maar heeft wel huur betaald voor de loods. Op grond van artikel 103 Rv is bij uitsluiting de kantonrechter bevoegd binnen wiens rechtsgebied het gehuurde of het grootste gedeelte daarvan is gelegen;
- Gronden, bouwwerken en aanhorigheden: Er is sprake van pacht. Op grond van artikel 1019j aanhef en onder g Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) jo. artikel 1019 k lid 2 Rv moet deze kwestie verwezen worden naar de pachtkamer van de rechtbank (artikel 71 lid 2 Rv);
- Lening: Het gaat hier om een vordering die het bedrag van € 25.000 niet overschrijdt. Op grond van artikel 93 aanhef en onder a Rv is de kantonrechter bevoegd om daarvan kennis te nemen.
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
woensdag 15 juni 2022 om 10:00 uur van de kamer voor kantonzakenvan deze rechtbank, locatie Den Haag, alwaar partijen kunnen voortprocederen;