ECLI:NL:RBDHA:2022:522

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
C/09/624158 / KG RK 22-85
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in civiele procedure

Op 26 januari 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. E.A.W. Schippers, rechter in de rechtbank Den Haag. Het verzoek was ingediend in het kader van de hoofdzaak met kenmerk 9512332 / RL EXPL 21-17959. De eiser, wonende te [woonplaats], had een geschil met gedaagden, vertegenwoordigd door mr. J. Jusufovic, advocaat te Amsterdam. De procedure is gestart met een verschoningsverzoek op 24 januari 2022, dat niet ter zitting is behandeld, aangezien dit niet vereist is voor een verschoningsverzoek.

De rechter heeft het verzoek gebaseerd op eerdere bemoeienis met zaken die (deels) dezelfde materie betreffen. De beoordeling van het verzoek is gedaan met inachtneming van het uitgangspunt dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Echter, in uitzonderlijke omstandigheden kan er een aanwijzing zijn voor vooringenomenheid of een terechte vrees daarvoor. De rechter heeft overtuigend aangetoond dat het verschoningsverzoek terecht is ingediend om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De verschoningskamer heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. Tevens is besloten dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/2
Zaak-/rekestnummer: C/09/624158 / KG RK 22-85
Beslissing van 26 januari 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. E.A.W. Schippers,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 9512332 \ RL EXPL 21-17959 van:
[eiser] ,
eiser,
wonende te [woonplaats] ,
tegen
[gedaagde sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
Vereniging van Eigenaars [adres] [vestigingsplaats vereniging] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagden,
gemachtigde: mr. J. Jusufovic, advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 24 januari
2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met zaken die (deels) dezelfde materie als de onderhavige zaak betreffen, dan wel daarmee nauw samenhangen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 26 januari 2022 door mr. S.M. Krans,
mr. M.J. Alt-van Endt en mr. J.C. Sluymer, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier.