ECLI:NL:RBDHA:2022:5075

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
C/09/605685 / FA RK 21-72
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een in Griekenland uitgesproken adoptie en de gevolgen voor het Nederlanderschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2022 een beschikking gegeven over de erkenning van een in Griekenland uitgesproken adoptie. Verzoeker, die de zoon van zijn partner in Griekenland heeft geadopteerd, verzocht de rechtbank om de adoptie te erkennen en te verklaren dat de geadopteerde, [roepnaam belanghebbende], door deze adoptie de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie op 12 oktober 2001 door de Meervoudige Kamer van de Arrondissementsrechtbank van Athene is uitgesproken en dat deze adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie door een ter plaatse bevoegde autoriteit is uitgesproken en dat er een behoorlijke rechtspleging heeft plaatsgevonden. Er zijn geen omstandigheden die de erkenning van de adoptie onverenigbaar maken met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank heeft de verzoeken van verzoeker tot erkenning van de adoptie en de inschrijving van de geboorteakte van [roepnaam belanghebbende] in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand toegewezen, maar heeft verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van [roepnaam belanghebbende]. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit verzoek door [roepnaam belanghebbende] zelf ingediend moet worden. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van [roepnaam belanghebbende] afgewezen, omdat er geen sprake is van een adoptie maar van de erkenning van een adoptie. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2022.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-72
Zaaknummer: C/09/605685
Datum beschikking: 25 mei 2022

Verklaring voor recht

Beschikkingop het op 3 januari 2020 bij de Rechtbank Midden-Nederland ingekomen verzoekschrift van:

[Y]

verzoeker,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende]

hierna ook: [roepnaam belanghebbende] ,
wonende te Groot-Brittannië,
advocaat: --
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
zetelend te ’s-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft zich bij beschikking van 7 januari 2021 onbevoegd verklaard om van de verzoeken kennis te nemen en heeft de zaak, in de stand waarin die zich bevond, verwezen naar deze rechtbank.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, zoals vermeld in de beschikking van 7 januari 2021 en voorts van het F9-formulier van 17 maart 2022 met bijlagen, van de zijde van verzoeker.
Op 21 april 2022 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • verzoeker met zijn advocaat;
  • [belanghebbende]
  • de ambtenaar in de personen van [naam ambtenaar 1] en [naam ambtenaar 2]

Verzoek

Het verzoek strekt er, na wijziging, toe:
  • primair voor recht te verklaren dat:
  • subsidiair de adoptie uit te spreken van [roepnaam belanghebbende] op de voet van artikel 1: [nr. 1] en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
  • primair en subsidiair:

Feiten

De feiten zijn in de beschikking van 7 januari 2021 vastgesteld en luiden:
  • [roepnaam belanghebbende] is geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] , Griekenland, als zoon van [XX] (hierna de moeder). Enkele dagen na zijn geboorte is hij erkend door [YY] .
  • Verzoeker en de moeder zijn m et elkaar getrouwd op [datum] 1996 in [huwelijksplaats] , Griekenland.
  • Bij beslissing van 12 oktober 2001, gepubliceerd op 14 november 2001, is door de meervoudige kamer van de Arrondissementsrechtbank van [plaatsnaam] , Griekenland, de adoptie uitgesproken van [roepnaam belanghebbende] door verzoeker.
  • Verzoeker, de moeder en [roepnaam belanghebbende] zijn in 2004 in Nederland gaan wonen.
  • Verzoeker en de moeder hebben de Nederlandse nationaliteit. [roepnaam belanghebbende] heeft volgens de Basisregistratie Personen de Britse nationaliteit. Op het moment van de Griekse adoptiebeslissing had de moeder de Britse nationaliteit en had [roepnaam belanghebbende] de Griekse nationaliteit.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoeker in Nederland woont, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe. De rechtbank zal op de voorliggende verzoeken Nederlands recht toepassen.
De moeder is in de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland als belanghebbende aangemerkt. Dit is ten onrechte omdat zij niet is aan te merken als iemand op wiens rechten en verplichtingen de zaak rechtstreeks betrekking heeft. De rechtbank merkt haar derhalve niet langer meer aan als belanghebbende.
Verklaring voor recht – erkenning van de Griekse adoptie
Op grond van artikel 1:26, eerste lid, van het BW kan een ieder, die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte, akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
Verzoeker heeft aannemelijk gemaakt een gerechtvaardigd belang te hebben bij zijn verzoek. Hij wenst dat de tussen hem en [roepnaam belanghebbende] gevestigde familierechtelijke betrekking ook in Nederland komt vast te staan.
Voor de beoordeling van de vraag of de in Griekenland uitgesproken adoptie van [roepnaam belanghebbende] door verzoeker overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, dient de rechtbank te beoordelen of deze buitenlandse adoptie in Nederland kan worden erkend.
In dit geval is het Haags Adoptieverdrag 1993 op de erkenningsvraag niet van toepassing, omdat de adoptie in 2001 is uitgesproken. De Wet Conflictenrecht Adoptie heeft slechts betrekking op adopties uitgesproken na inwerkingtreding van die wet (2004), hetgeen ook geldt voor de bepalingen in Boek 10 BW. De erkenning van de adoptie in Nederland dient daarom te worden beoordeeld aan de hand van de uitgangspunten van het toen geldende ongeschreven commune internationale privaatrecht.
Desgevraagd heeft verzoeker op de zitting gemotiveerd aangegeven dat [roepnaam belanghebbende] en hij zowel op het moment van de procedure als van de gerechtelijke uitspraak tot adoptie woonplaats in Griekenland hadden. De rechtbank komt daarom toe aan beantwoording van de vragen of:
  • de adoptiebeslissing is gegeven door een ter plaatse bevoegde autoriteit;
  • aan die beslissing een behoorlijk onderzoek en een behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan;
  • de erkenning van die beslissing niet kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
Sub a:Ter plaatse bevoegde autoriteit
De adoptie is op 12 oktober 2001 uitgesproken door de Meervoudige Kamer van de Arrondissementsrechtbank van Athene, Griekenland. Deze rechtbank kan als ter plaatse bevoegde autoriteit worden aangemerkt.
Sub b:Behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging
Uit de overgelegde uitspraak van Griekse rechtbank blijkt dat daar op basis van de toen geldende Griekse wet is geoordeeld over het verzoek, waarbij de Griekse rechtbank tevens op basis van het internationale karakter van de zaak Nederlandse wetgeving heeft betrokken. In die procedure zijn de moeder van [roepnaam belanghebbende] en [roepnaam belanghebbende] gehoord. Zij hebben beiden ingestemd met het verzoek tot adoptie. De juridische vader van [roepnaam belanghebbende] is in die procedure ook opgeroepen en gehoord. Hij heeft zich verzet tegen de adoptie. De rechtbank heeft deze weigering als onredelijk beoordeeld en vervolgens vervangende toestemming verleend voor die ontbrekende toestemming van de juridische vader [YY] .
Naar het oordeel van deze rechtbank is, gelet op de inhoud van de beslissing van 12 oktober 2001, sprake geweest van een behoorlijke procedure.
Sub c:openbare orde
Er zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken waaruit zou kunnen volgen dat erkenning van de beslissing onverenigbaar is met de Nederlandse openbare orde.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de Griekse adoptiebeslissing in aanmerking komt voor erkenning in Nederland. De rechtbank zal derhalve de verzochte verklaring voor recht afgeven.
Vatbaar voor opneming in de registers van de burgerlijke stand
Verzoeker heeft tevens verzocht te bepalen dat de adoptiebeslissing naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
Op de voet van artikel 1:20 BW kan de ambtenaar aan de onder hem berustende akten latere vermeldingen toevoegen van rechterlijke uitspraken van adoptie waarvan de dagtekening ten minste drie maanden oud is. Voor zover dit een buitenlandse rechterlijke uitspraak betreft, geldt daarbij ook de toets van artikel 1: 20b BW.
Niet is gebleken dat er op de voet van artikel 1:20b BW een grond is om de Griekse beslissing van 12 oktober 2001 niet in te schrijven in de Nederlandse registers. In die zin is de beslissing van 12 oktober 2001 naar zijn aard vatbaar voor opneming in de registers van de burgerlijke stand.
Bij inschrijving van een beslissing voegt de ambtenaar een latere vermelding toe aan de in de registers van de burgerlijke stand hier te lande voorkomende geboorteakte. Vaststaat dat er van [roepnaam belanghebbende] geen geboorteakte is ingeschreven in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. Dat betekent dat de ambtenaar in dit geval geen latere vermelding kan toevoegen aan een in de registers aanwezig document. De rechtbank stelt daarom vast dat, hoewel de Griekse beslissing naar zijn aard vatbaar is voor opneming in de registers, dat in dit geval op dit moment niet mogelijk is.
Verkrijging van de Nederlandse nationaliteit
Op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) kan een ieder die daarbij onmiddellijk belang heeft bij de rechtbank Den Haag een verzoek indienen tot vaststelling van
zijnNederlanderschap.
Het verzoek tot verklaring voor recht dat [roepnaam belanghebbende] door de Griekse beslissing de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen dient op grond van artikel 17 RWN door [roepnaam belanghebbende] zelf te worden ingediend.
Verzoeker heeft op de zitting verzocht het verzoekschrift mondeling aan te vullen, in die zin dat [roepnaam belanghebbende] tevens verzoeker zal worden. De rechtbank heeft op de zitting aangegeven dat dit verzoek zal worden afgewezen.
Op grond van het bepaalde in artikel 283 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is een verzoeker bevoegd het verzoek of de gronden daarvan te verminderen, dan wel schriftelijk te veranderen of te vermeerderen. In dit geval is er geen sprake van wijziging van het verzoek of de gronden, maar van een wijziging van de verzoeker. Hiervoor biedt de wet op dit moment van de procedure geen mogelijkheid. Evenmin ziet de rechtbank in dit stadium van de procedure ruimte voor herstel van het verzoekschrift, in die zin dat er nog een verzoeker aan toegevoegd zou worden.
Omdat verzoeker niet gerechtigd is dit verzoek in te dienen, zal hij niet ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
Subsidiaire verzoek
Omdat het primaire verzoek, tot verklaring voor recht dat de in Griekenland uitgesproken adoptie hier kan worden erkend, zal worden toegewezen, komt de rechtbank niet meer toe aan het subsidiair gedane verzoek tot adoptie van [roepnaam belanghebbende] .
Geslachtsnaam van [roepnaam belanghebbende]
De rechtbank stelt vast dat op basis van het bepaalde in artikel 1:5 BW onder voorwaarden bij adoptie de geslachtsnaam van een kind kan wijzigen. In deze procedure is geen sprake van een adoptie, maar van de erkenning van een adoptie. De rechtbank komt in dit kader niet toe aan het verstaan dat de geslachtsnaam van [roepnaam belanghebbende] ‘Van Blanken’ zal blijven luiden. Dit verzoek zal worden afgewezen.
Inschrijving geboorteakte
Op basis van artikel 1:25, eerste lid, BW kan iedere belanghebbende een verzoek doen tot inschrijving van een akte van geboorte. Volgens de toelichting van dit wetsartikel is deze bevoegdheid niet beperkt tot degene op wie de akte betrekking heeft. Naar het oordeel van de rechtbank is verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek, omdat hij er belang bij heeft dat de geboorteakte van [roepnaam belanghebbende] zal worden ingeschreven in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. Verzoeker wenst immers dat de Griekse adoptie ook in Nederland zal worden ingeschreven.
Het verzoek kan echter niet worden toegewezen, omdat er van [roepnaam belanghebbende] geen voor inschrijving vatbare geboorteakte is overgelegd in deze procedure. Immers, op de bij het inleidende verzoekschrift overgelegde geboorte - doopakte van de burgerlijke stand met nummer [nr. 1] , deel [deelnr.] van het jaar 1987 ontbreekt informatie over de erkenning van de juridische vader [YY] en de adoptie van [roepnaam belanghebbende] door verzoeker. Evenmin is duidelijk welke geslachtsnaam [roepnaam belanghebbende] bij zijn geboorte heeft verkregen.
Voor zover verzoeker inschrijving van de geboorteakte van [roepnaam belanghebbende] verzoekt op basis van artikel 1:26b BW, kan hij niet worden ontvangen. Dit artikel biedt verzoeker alleen de mogelijkheid om zijn eigen geboorteakte in te laten schrijven.
Vaststelling geboortegegevens
De persoon die vaststelling van
zijngeboortegegevens wenst, kan op de voet van artikel
1: 26b BW hiertoe een verzoek doen, onder de in dit artikel genoemde voorwaarden.
Verzoeker kan niet ontvangen worden in zijn verzoek tot vaststelling van geboortegegevens van [roepnaam belanghebbende] .

Beslissing

De rechtbank:
verklaart voor recht dat wordt erkend de in Griekenland tot stand gekomen adoptie - van de Meervoudige Kamer van de Arrondissementsrechtbank van [plaatsnaam] , nummer [nr. 2] /2001 van
12 oktober 2001 - van [roepnaam belanghebbende] Karaplis geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , natuurlijk kind van [YY] (erkenner) en [XX] door [Y]
verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoeken ten aanzien van de verklaring voor recht dat [roepnaam belanghebbende] van Blanken de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en tot vaststelling van de geboortegegevens van [roepnaam belanghebbende] van Blanken;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M. Vink, W.G. de Boer en C.S.F. de Nijs, rechters, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2022.