ECLI:NL:RBDHA:2022:5031

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
NL22.3341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2022, zijn verzoeksters, [naam 1] en [naam 2], in beroep gegaan tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun opvolgende asielaanvraag niet-ontvankelijk had verklaard. De verzoeksters, vertegenwoordigd door hun gemachtigden mr. H.J. Metselaar en mr. M.S. Yap, hebben tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 14 april 2022, waar beide partijen aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft op 9 mei 2022 uitspraak gedaan in de aan deze zaak gerelateerde beroepen (zaaknummers NL22.3340 en NL22.3342). Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.3341 en NL22.3343

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], verzoekster 1,

V-nummer: [nummer 1]
en
[naam 2], verzoekster 2,
V-nummer: [nummer 2]
hierna: verzoeksters
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij twee afzonderlijke besluiten van 21 februari 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van verzoeksters in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeksters hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL22.3340 en NL22.3342, op 14 april 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 9 mei 2022, zaaknummers NL22.3340 en NL22.3342, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.