ECLI:NL:RBDHA:2022:498
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
Op 14 januari 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De ouders, met name de moeder, zijn volgens de kinderrechter onvoldoende in staat om te voorzien in de opvoedbehoeften van de kinderen, ondanks intensieve hulpverlening. Dit werd bevestigd door de positieve ontwikkeling van de kinderen na hun uithuisplaatsing.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen in een gezinshuis moeten opgroeien, waar zij de juiste hulp en begeleiding krijgen. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing ingediend. De ouders hebben geen verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar de moeder heeft bezwaar gemaakt tegen de machtiging tot uithuisplaatsing, stellende dat zij aan de eisen voldoet om voor de kinderen te zorgen.
De kinderrechter heeft de zorgen van de gecertificeerde instelling onderschreven en het verzoek van de moeder om een nieuw perspectiefonderzoek afgewezen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 16 januari 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.