Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 18 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
Verweerder vindt het niet geloofwaardig dat mensen het op eiseres gemunt hadden omdat zij net als haar echtgenoot GPS steunde, omdat deze partij destijds niet bestond. Verweerder vindt het verder niet aannemelijk dat de mensen die eiseres toentertijd – in februari 2011 – al wilden vermoorden en daar ook de gelegenheid toe hadden, haar pas in 2015 op haar nieuwe woonadres zouden opzoeken om haar te vermoorden. De verklaringen van eiseres over de bedreigingen zijn zeer summier.
Eiseres heeft tot slot haar vrees voor haar tweede besnijdenis niet aannemelijk gemaakt of onderbouwd.
Uit het aanmeldgehoor blijkt verder dat eiseres vragen vaak niet goed begrijpt. Zo reageert zij op de vraag op welke manier de paracetamol die zij in heeft genomen van invloed heeft op het gehoor met ‘Ik kan het niet goed begrijpen.’ [4] Wanneer de hoormedewerker vraagt of er (andere) bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn waar verweerder rekening mee moet houden tijdens de asielprocedure, antwoordt eiseres wederom ‘Ik heb niet begrepen wat u heeft gezegd.’ [5] Later tijdens het aanmeldgehoor beantwoordt eiseres de vraag ‘Heeft u ooit illegaal in Nederland verbleven? Dus dat u in Nederland was terwijl u geen verblijfsvergunning had en geen asielaanvraag had lopen?’ met ‘Ik begrijp het niet eens.’ [6] Daarnaast heeft de tolk vertaald dat eiseres brood verkocht, wat eiseres zelf even later herstelt met de opmerking: ‘Ik verkocht geen brood, Pain, ik verkocht Panje.’ [7] Ook de correcties en aanvullingen van het aanmeldgehoor corrigeren veel verkeerde vertalingen.
Verweerders stelling ter zitting dat het wel vaker voorkomt dat er tijdens het gehoor onduidelijkheden zijn, maar dat dit niet hoeft te betekenen dat dit komt doordat de taal niet duidelijk is, is onvoldoende om te concluderen dat de gehoren op zorgvuldige wijze zijn afgenomen. Verweerder heeft tijdens de gehoren immers niet onderzocht wat de oorzaak van de miscommunicatie was. Dat eiseres aan het eind van de gehoren heeft aangeven de tolk goed te hebben verstaan, neemt niet weg dat uit de gehoren op verschillende momenten volgt dat sprake is van miscommunicatie en dat eiseres de vragen niet altijd begreep.
Dat eiseres gesprekken in het ziekenhuis in het Frans voert, zoals verweerder ter zitting heeft gesteld, doet er niet aan af dat zij heeft aangegeven dat haar beheersing van de Franse taal onvoldoende is.
In het bestreden besluit staat echter dat eiseres heeft verklaard geen problemen te hebben ondervonden vanwege haar etnische afkomst. Dit uitgangspunt lijkt gelet op de verklaringen tijdens het gehoor en het aangevoerde in de correcties en aanvullingen een aanname van verweerder, nu verweerder daar niet over heeft doorgevraagd. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat hetgeen in 3.1 – 3.5 is overwogen, bijdraagt aan het oordeel dat eiseres verder bevraagd had moeten worden over haar etniciteit en eventuele problemen.
Ook deze beroepsgrond slaagt.
€ 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;