ECLI:NL:RBDHA:2022:4972

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
NL22.4845
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onzorgvuldige gehoren en onvoldoende motivering van asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 20 april 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Ivoriaanse eiseres. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gehoren niet op zorgvuldige wijze waren afgenomen. Eiseres had herhaaldelijk aangegeven in haar moedertaal Dioula gehoord te willen worden, maar werd in het Frans gehoord, wat leidde tot miscommunicatie. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris niet had onderzocht waar de miscommunicatie vandaan kwam, in strijd met de geldende werkinstructies.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de staatssecretaris ten onrechte de etniciteit van eiseres, Dioula, niet als relevant element had aangemerkt. De rechtbank vond dat eiseres verder bevraagd had moeten worden over haar etniciteit en de problemen die zij mogelijk had ondervonden. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig was geacht.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen twaalf weken opnieuw op de aanvraag van eiseres te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank veroordeelde de staatssecretaris ook in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.518,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.4845

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. J.M.M. Heilbron),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Kaikai).

ProcesverloopBij besluit van 18 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 12 april 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen [v-nummer] (Dioula). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] en heeft de Ivoriaanse nationaliteit.
1.1
Eiseres heeft aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres behoort tot de etnische groep Dioula. Eiseres was getrouwd met [naam]. Haar echtgenoot was politiek actief. Eiseres heeft verklaard dat haar echtgenoot lid was van de politieke partij Génération Pueple Solidaire (GPS), de partij van de voormalig premier van Ivoorkust Guillaume Soro. In 2011 zijn gemaskerde mannen midden in de nacht het huis van eiseres en haar echtgenoot binnengekomen. Deze mannen hebben haar echtgenoot meegenomen en vermoord vanwege zijn betrokkenheid bij GPS. Eiseres is na dit incident verhuisd naar een andere wijk in [plaats 1]. In 2015 werd eiseres gebeld door haar neef met de mededeling dat mensen de deuren van haar woning hadden ingeslagen en naar haar op zoek waren. Tegen een huurder op hetzelfde terrein zeiden zij dat ze eiseres zouden vermoorden zoals ze haar echtgenoot hadden vermoord. Eiseres heeft zich een tijdje schuil gehouden in een huisje in [plaats 2]. Daar ontving zij na een paar maanden een dreigtelefoontje waarbij er werd gezegd dat zij haar zouden vinden en haar net als haar man zouden vermoorden. Eiseres heeft haar telefoonnummer veranderd, maar na een paar jaar kwam zij op de markt in [plaats 2] weer mensen tegen uit haar oude woonplaats [plaats 1]. Toen zijn de bedreigingen weer begonnen. Daarnaast vreest eiseres bij terugkeer voor een tweede keer besneden te worden.
Verweerders besluit
2. Verweerder heeft de volgende elementen als relevant aangemerkt:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Ontvoeringen en dood van echtgenoot vanwege lidmaatschap GPS;
Bedreigingen na dood echtgenoot vanwege steun aan GPS;
Betrokkene is besneden.
2.1
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw [1] . Verweerder gelooft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres en dat zij besneden is. Verweerder gelooft ook de verklaringen van eiseres over de ontvoering en dood van haar echtgenoot, maar niet de verklaringen dat hij zou zijn ontvoerd en vermoord vanwege zijn lidmaatschap van en betrokkenheid bij GPS. Ook gelooft verweerder de verklaringen over de bedreigingen die zij ontving van dezelfde groep die achter de dood van haar echtgenoot zou zitten niet.
2.2
Verweerder gelooft niet dat de echtgenoot van eiseres zou zijn ontvoerd en vermoord vanwege zijn lidmaatschap van en betrokkenheid bij GPS omdat de politieke partij waarvan de echtgenoot van eiseres lid zou zijn geweest op het moment dat hij ontvoerd en vermoord zou zijn, op dat moment ([datum]) nog niet bestond. De leider van deze partij, Guillaume Soro, heeft zich eind oktober 2019 kandidaat gesteld voor de verkiezingen van 2020 en in navolging daarop de burgerbeweging GPS opgericht. Eiseres kan ook niet aan de hand van een lidmaatschapspas aantonen dat haar echtgenoot lid was van GPS of een andere politieke partij. Eiseres weet niet door wie en waarom haar echtgenoot is ontvoerd en vermoord. Eiseres heeft daarom niet onderbouwd dat dit is gebeurd vanwege de politieke activiteiten. Bovendien was er ten tijde van de ontvoering sprake van oorlog. Eiseres heeft verklaard dat veel mensen in die tijd ontvoerd en vermoord werden.
Verweerder vindt het niet geloofwaardig dat mensen het op eiseres gemunt hadden omdat zij net als haar echtgenoot GPS steunde, omdat deze partij destijds niet bestond. Verweerder vindt het verder niet aannemelijk dat de mensen die eiseres toentertijd – in februari 2011 – al wilden vermoorden en daar ook de gelegenheid toe hadden, haar pas in 2015 op haar nieuwe woonadres zouden opzoeken om haar te vermoorden. De verklaringen van eiseres over de bedreigingen zijn zeer summier.
Eiseres heeft tot slot haar vrees voor haar tweede besnijdenis niet aannemelijk gemaakt of onderbouwd.
Beoordeling van het beroep
Hebben de gehoren op een zorgvuldige wijze plaatsgevonden?
3. Eiseres voert allereerst aan dat de gehoren op een onzorgvuldige wijze hebben plaatsgevonden. Eiseres heeft meerdere keren aangegeven in Dioula (haar moedertaal) te willen worden gehoord en dat zij het Frans maar matig beheerst. Dit blijkt ook uit de (vele) correcties en aanvullingen. Verweerder stelt ten onrechte dat er geen tolk Dioula beschikbaar was. Dat verweerder stelt dat aan de eisen van de Vc [2] voldaan is nu eiseres in het Frans gehoord is en Frans een officiële taal is in het land van herkomst is niet relevant omdat eiseres heeft aangegeven het Frans maar beperkt te beheersen en er een beter alternatief voorhanden was.
3.1
De rechtbank stelt allereerst vast dat verweerder eiseres in beginsel in de Franse taal mocht horen op basis van artikel 38 van de Vw en paragraaf C1/2.11 van de Vc. Uit de Vc volgt dat de IND [3] het uitgangspunt hanteert dat de vreemdeling wordt gehoord in een taal waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de vreemdeling die kan verstaan, waaronder onder meer wordt begrepen de officiële taal of één van de officiële talen van het gestelde land van herkomst van de vreemdeling. Een dergelijke taal is het Frans voor de Ivoorkust, aangezien dat de officiële taal is in dat land.
3.2
De rechtbank stelt vast dat eiseres vanaf het begin heeft aangegeven dat zij in het Dioula gehoord wilt worden. Tijdens het aanmeldgehoor geeft eiseres aan op pagina 2: ‘Ik had eigenlijk gewild om mijn gehoor in mijn eigen taal te doen. Ik weet niet of het in het Frans gecompliceerd of niet voor mij zou zijn.’ Daarop heeft de hoormedewerker gevraagd in welke taal zij het gehoor zou willen doen, waarop eiseres heeft aangegeven dit in het Dioula te willen doen. Op de vraag hoe goed eiseres Frans spreekt op een schaal van 1 tot 10 geeft eiseres aan ‘Vijf of zes.’
Uit het aanmeldgehoor blijkt verder dat eiseres vragen vaak niet goed begrijpt. Zo reageert zij op de vraag op welke manier de paracetamol die zij in heeft genomen van invloed heeft op het gehoor met ‘Ik kan het niet goed begrijpen.’ [4] Wanneer de hoormedewerker vraagt of er (andere) bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn waar verweerder rekening mee moet houden tijdens de asielprocedure, antwoordt eiseres wederom ‘Ik heb niet begrepen wat u heeft gezegd.’ [5] Later tijdens het aanmeldgehoor beantwoordt eiseres de vraag ‘Heeft u ooit illegaal in Nederland verbleven? Dus dat u in Nederland was terwijl u geen verblijfsvergunning had en geen asielaanvraag had lopen?’ met ‘Ik begrijp het niet eens.’ [6] Daarnaast heeft de tolk vertaald dat eiseres brood verkocht, wat eiseres zelf even later herstelt met de opmerking: ‘Ik verkocht geen brood, Pain, ik verkocht Panje.’ [7] Ook de correcties en aanvullingen van het aanmeldgehoor corrigeren veel verkeerde vertalingen.
Deze miscommunicatie zet zich voort in het nader gehoor, terwijl eiseres voordat het gehoor aanvangt aangeeft in haar eigen taal gehoord te willen worden, zodat zij zich goed kan uitdrukken. [8] De tolk geeft verder op pagina 14 zelf al aan dat zij eiseres verkeerd heeft verstaan omdat de uitspraak van de cijfers zes en tien op elkaar lijken, wanneer het gaat over het jaar waarin eiseres haar echtgenoot ontmoet heeft. De vraag of eiseres wat kan vertellen over de verkiezingen die belangrijk waren voor de partij beantwoordt eiseres met ‘Wat bedoelt u daarmee.’ [9] Ook verder in het nader gehoor ontstaat miscommunicatie over onder andere de politieke partij van Guillaume Soro, maar ook over de ontvoering van haar echtgenoot en haar besnijdenis. Wanneer eiseres wordt geconfronteerd met tegenstrijdigheden geeft zij in beide gehoren vaak aan dat zij dat niet zo heeft verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank onderstrepen de zeer uitgebreide correcties en aanvullingen van het nader gehoor deze miscommunicatie.
3.3
Gelet op deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verweerder conform zijn Werkinstructie 2020/5 had moeten onderzoeken wat de oorzaak was van de miscommunicatie tijdens de gehoren, door de taal of door andere omstandigheden. In de werkinstructie staat immers: ‘Het is mogelijk dat een gesprek niet naar wens verloopt. Als bij de IND-medewerker de indruk ontstaat dat de tolk zijn taak niet naar behoren vervult of er problemen zijn in de communicatie, dan dient hij een pauze in te lassen en buiten de aanwezigheid van de vreemdeling met de tolk te bespreken wat niet goed gaat en op welke wijze verbetering in de situatie aangebracht kan worden (dit laat onverlet dat een gesprek met een vreemdeling stroef kan verlopen terwijl de tolk zijn taak goed verricht).’ Omdat verweerder dit niet heeft gedaan, is de rechtbank van oordeel dat de gehoren niet op zorgvuldige wijze zijn afgenomen.
3.4
De rechtbank acht in dat verband van belang dat eiseres vanaf het begin van de procedure heeft aangegeven dat zij in het Dioula gehoord wil worden. De stelling van verweerder dat er op het moment dat het gehoor van eiseres gepland stond geen tolk Dioula beschikbaar was, leidt niet tot een ander oordeel. Gesteld noch gebleken is dat het niet mogelijk was het gehoor op een ander moment plaats te laten vinden.
Verweerders stelling ter zitting dat het wel vaker voorkomt dat er tijdens het gehoor onduidelijkheden zijn, maar dat dit niet hoeft te betekenen dat dit komt doordat de taal niet duidelijk is, is onvoldoende om te concluderen dat de gehoren op zorgvuldige wijze zijn afgenomen. Verweerder heeft tijdens de gehoren immers niet onderzocht wat de oorzaak van de miscommunicatie was. Dat eiseres aan het eind van de gehoren heeft aangeven de tolk goed te hebben verstaan, neemt niet weg dat uit de gehoren op verschillende momenten volgt dat sprake is van miscommunicatie en dat eiseres de vragen niet altijd begreep.
Dat eiseres gesprekken in het ziekenhuis in het Frans voert, zoals verweerder ter zitting heeft gesteld, doet er niet aan af dat zij heeft aangegeven dat haar beheersing van de Franse taal onvoldoende is.
3.5
Verweerder heeft in strijd met zijn Werkinstructie gehandeld door niet te onderzoeken waar de miscommunicatie tijdens de gehoren uit bestond en of daarin verbetering aangebracht kon worden. Aan de besluitvorming kleeft daarom een zorgvuldigheidsgebrek. De beroepsgrond slaagt.
Ontbreekt de etniciteit van eiseres, Dioula, als relevant element in het bestreden besluit?
4. Eiseres voert verder aan dat verweerder ten onrechte en in strijd met Werkinstructie 2014/10 de etniciteit van eiseres, Dioula, niet als relevant element heeft aangemerkt. Dioula is een etnische minderheidsgroep in Ivoorkust die in het land wordt gediscrimineerd en gemarginaliseerd. Dit klemt temeer nu het landenbeleid extra aandacht vraagt voor etnische minderheden. Dat verweerder stelt dat eiseres heeft verklaard dat zij geen problemen heeft ondervonden is onjuist, zij heeft verklaard persoonlijk niet al te veel problemen te hebben gehad. Dit impliceert dat zij wel degelijk problemen heeft gehad. In de correcties en aanvullingen geeft eiseres nogmaals aan dat Dioula onderdrukt en gediscrimineerd worden in Ivoorkust. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst eiseres naar een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 16 maart 2022, waarin (onder andere) wordt verwezen naar het rapport over Ivoorkust van ACCORD van september 2021 en het USDOS mensenrechtenjaarrapport van 30 maart 2021.
4.1
De rechtbank overweegt dat in Werkinstructie 2014/10 en in de uitspraak van de Afdeling [10] van 24 augustus 2018 [11] omschreven wordt wat als een relevant element beschouwd dient te worden. Hieruit volgt dat een relevant element een feit of omstandigheid is dat raakt aan tenminste één onderwerp of verhaallijn dat in verband staat met vluchtelingschap dan wel subsidiaire beschermingsstatus.
4.2
De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten onrechte de etniciteit van eiseres, Dioula, niet als relevant element heeft aangemerkt. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt. Niet in geschil is dat eiseres de etniciteit Dioula heeft. Op pagina 9 van het nader gehoor heeft eiseres op de vraag of zij ooit problemen heeft meegemaakt vanwege haar etnische afkomst verklaard dat dat zij persoonlijk ‘niet al te veel problemen’ zou hebben gehad. Vervolgens verklaart eiseres op pagina 12 van het nader gehoor dat er veel geweld is tussen Dioula en Bete en dat zij dit soort problemen zelf heeft meegemaakt. In de correcties en aanvullingen van 15 maart 2022 is nogmaals gesteld dat Dioula onderdrukt en gediscrimineerd worden in Ivoorkust omdat de Dioula bevolking verweten wordt niet oorspronkelijk uit Ivoorkust te komen.
In het bestreden besluit staat echter dat eiseres heeft verklaard geen problemen te hebben ondervonden vanwege haar etnische afkomst. Dit uitgangspunt lijkt gelet op de verklaringen tijdens het gehoor en het aangevoerde in de correcties en aanvullingen een aanname van verweerder, nu verweerder daar niet over heeft doorgevraagd. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat hetgeen in 3.1 – 3.5 is overwogen, bijdraagt aan het oordeel dat eiseres verder bevraagd had moeten worden over haar etniciteit en eventuele problemen.
Ook deze beroepsgrond slaagt.
Heeft verweerder het asielrelaas van eiseres kenbaar getoetst aan interne en externe geloofwaardigheidsindicatoren en heeft verweerder het asielrelaas ongeloofwaardig mogen achten?
5. Eiseres voert verder aan dat verweerder haar asielrelaas niet heeft getoetst aan interne en externe geloofwaardigheidsindicatoren. Verweerder heeft ten onrechte miskend dat Guillame Soro, in de tijd dat eiseres en haar echtgenoot actief waren voor Guillaume Soro, al politiek actief was en daarnaast al plannen had zich in de toekomst als presidentskandidaat te stellen. Dit geeft eiseres meerdere keren aan in het gehoor en in de zienswijze. Dit wordt ook ondersteund door de overgelegde Wikipedia pagina. Hieruit blijkt dat Guillaume Soro leider is geweest van de rebellenbeweging MPCI en dat hij later de opvolgende partij GPS heeft opgericht. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat zij GPS als politieke partij van Guillaume Soro heeft genoemd, omdat dit zijn laatste partij is.
Verweerder heeft bij de motivering van het bestreden besluit geen gebruik gemaakt van bronnen of landeninformatie, terwijl deze wel aanwezig zijn en zelfs door eiseres zijn aangedragen.
Eiseres voert verder aan dat zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar echtgenoot en zij geen andere problemen of vijanden hadden, waardoor het geloofwaardig is dat haar echtgenoot vermoord is vanwege zijn politieke activiteiten. Het feit dat de dood van de echtgenoot via het nieuws in de media is gemeld en de bevestiging van de dood door de partij van Guillaume Soro, maken dat de dood van haar echtgenoot verband houden met zijn politieke activiteiten.
Tot slot voert eiseres aan dat verweerder ten onrechte heeft gesteld dat het tijdsverloop tussen de dood van haar echtgenoot en haar bedreiging het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig maakt en dat het verband met het dreigtelefoontje en de ontvoering van haar man niet is aangetoond. Eiseres heeft onmiddellijk de woning verlaten waardoor ze haar waarschijnlijk pas jaren later gevonden hebben en aan de hand van de bedreiging tijdens het telefoongesprek valt duidelijk af te leiden dat er een verband is tussen de moord van haar echtgenoot en de bedreiging van eiseres.
5.1
De rechtbank stelt ten eerste vast dat verweerder één externe geloofwaardigheidsindicator in het voornemen heeft aangehaald. Uit deze bron zou volgen dat de politieke partij waarvan de echtgenoot van eiseres lid was nog niet bestond. Eiseres heeft echter de informatie in deze bron voldoende weerlegd met andere externe bronnen. Niet is gebleken dat verweerder deze bronnen voldoende heeft betrokken in de beoordeling. De enkele stelling van verweerder op zitting dat dit wel is gebeurd, is daartoe onvoldoende.
5.2
De rechtbank stelt voorts vast dat verweerder bij de geloofwaardigheidsbeoordeling veel waarde hecht aan de tegenwerping dat GPS ten tijde van de moord van de echtgenoot van eiseres nog niet bestond. Ter zitting heeft eiseres toegelicht dat de reden dat zij GPS als politieke partij heeft genoemd, is dat dit de laatste politieke partij van Guillaume Soro is.
Uit de door eiseres overgelegde informatie blijkt dat Guillaume Soro in 2005 actief was bij de politieke partij MPCI en dat hij tussen 2012 en 2019 politiek actief was als voorzitter van de Nationale Assemblee. Deze informatie komt overeen met de verklaringen van eiseres. Soro was volgens de overgelegde informatie een bondgenoot van Ouattara. In februari 2019 legde Soro zijn functie als voorzitter neer, vanwege spanningen met president Ouattara over met name het voorzitterschap van Ouattara’s partij RDR en de oprichting van een verenigde partij. Eind oktober 2019, na de aankondiging van zijn presidentskandidaatschap, lanceerde Guillaume Soro zijn burgerbeweging GPS. Ook de verklaringen van eiseres dat hij lid was van de partij van Alassane Outtara, volgt uit de informatie die eiseres heeft overgelegd. Eiseres verklaart op pagina 17 van het nader gehoor dat Alassane in 2015 de verkiezingen heeft gewonnen en de politieke partij RHDP aan de macht kwam. Guillaume Soro was al geruime tijd bezig met het plannen voor het moment waarop eiser zich kandidaat zou stellen. De enkele stelling van verweerder dat eiseres spreekt over lidmaatschap van GPS en dat het daarom niet geloofwaardig is dat haar man vanwege de betrokkenheid bij deze partij is vermoord is gelet daarop onvoldoende om dit ongeloofwaardig te achten.
5.3
De rechtbank is voorts met eiseres van oordeel dat verweerder niet van eiseres kan verwachten dat zij een lidmaatschapspasje overlegt van iemand anders dan haarzelf. Verweerders stelling dat eiseres reeds geruime tijd geleden haar land van herkomst heeft verlaten en onderhavige asielaanvraag op 14 augustus 2020 heeft ingediend, waardoor zij ruimschoots de tijd heeft gehad om documentatie om haar asielrelaas te staven in orde brengen, kan dan ook geen standhouden.
6. De rechtbank stelt vast het feit dat verweerder de bedreigingen van eiseres niet geloofwaardig acht, voortvloeit uit het feit dat verweerder niet geloofwaardig acht dat de echtgenoot van eiseres vanwege zijn politieke activiteiten is vermoord. Nu uit het voorgaande blijkt dat verweerder dit onvoldoende heeft gemotiveerd, kan in het verlengde daarvan de beredenering ten aanzien van de bedreigingen aan eiseres ook geen standhouden.
7. In het licht van voorgaande is door verweerder aan eiseres het tijdsverloop tussen de moord op de echtgenoot van eiseres en de bedreigingen naar eiseres persoonlijk, alsmede het niet nader kunnen duiden wat de telefonische bedreiging precies was, tegengeworpen. De rechtbank is echter van oordeel dat deze twee punten in het geheel onvoldoende zijn om het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig te achten.
Conclusie
8. Uit het voorgaande volgt dat verweerder het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd. Reeds hierom kan het bestreden besluit geen stand houden en behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer. Het beroep is gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb [12] . De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien of een bestuurlijke lus toe te passen. Gelet op hetgeen is overwogen ten aanzien van het gehoor en het aanmerken van de etniciteit als relevant element, ligt het voor de hand dat verweerder eiseres opnieuw gaat horen. De rechtbank stelt voor het nemen van het nieuwe besluit daarom een termijn van twaalf weken.
9. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak opnieuw op de aanvraag van eiseres te beslissen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, rechter, in aanwezigheid van mr.N.F. van der Gouw, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Vreemdelingencirculaire 2000.
3.Immigratie- en Naturalisatiedienst.
4.pagina 5 van het aanmeldgehoor.
5.pagina 5 van het aanmeldgehoor.
6.pagina 7 van het aanmeldgehoor.
7.pagina 12 van het aanmeldgehoor.
8.pagina 2 van het nader gehoor.
9.pagina 16 van het nader gehoor.
10.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
12.Algemene wet bestuursrecht.