In deze zaak vordert eiser, een politie-inspecteur en beëdigd tolk, dat de Politie zijn registratie in het Politie Tolkenbestand herstelt. Eiser is sinds 1986 in dienst van de Politie en heeft daarnaast als zelfstandige tolk/vertaler gewerkt. In 2019 heeft hij een derde ingeschakeld voor een vertaalopdracht, wat leidde tot een onderzoek door de Politie. Eiser werd beschuldigd van plichtsverzuim en zijn registratie in het tolkenbestand werd op 'niet tonen' gezet. Na een disciplinaire maatregel van een schriftelijke berisping, werd hij definitief uit het tolkenbestand verwijderd. Eiser stelt dat deze beslissing onrechtmatig is, omdat het Diensthoofd niet bevoegd was om deze maatregel te nemen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden. De rechtbank oordeelt dat de Politie niet onrechtmatig heeft gehandeld. De beslissingen tot verwijdering zijn zorgvuldig genomen en voldoen aan de vereisten van de Algemene Wet Bestuursrecht. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af, inclusief de vordering tot schadevergoeding, en veroordeelt eiser in de proceskosten.