Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Tunesische eiser. De eiser had op 25 maart 2022 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 16 mei 2022 door verweerder is opgeheven, waardoor de beoordeling zich beperkte tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden in een eerdere uitspraak van 12 april 2022. De toetsing in deze zaak richt zich op de periode na het sluiten van dat onderzoek op 6 april 2022. Eiser voerde aan dat de maatregel van bewaring niet voortgezet had mogen worden, omdat hij weigerde mee te werken aan een COVID-test. De rechtbank oordeelt dat de bewaring niet onevenredig was, omdat verweerder voldoende gelegenheid had om eiser te bewegen tot medewerking aan de COVID-test. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.