Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 januari 2022;
- de akte onderbouwing schade melkproductie van [eiseres] van 9 maart 2022, met producties;
- de antwoordakte van de Staat van 6 april 2022.
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiseres, een firma gevestigd te [plaats], een vordering ingesteld tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft een vordering tot aanvulling van de schadevergoeding die eerder door de Staat is toegekend, omdat eiseres van mening is dat de hoeveelheid fosfaatrechten die aan haar is toegekend te laag is vastgesteld. De rechtbank heeft op 19 januari 2022 een tussenvonnis gewezen waarin eiseres werd uitgenodigd om aanvullende gegevens te verstrekken ter onderbouwing van haar schadeclaim. Eiseres heeft in een akte van 9 maart 2022 gesteld dat haar melkproductie na 2015 en 2016 aanzienlijk lager is geweest door een tekort aan fosfaatrechten, wat heeft geleid tot gederfde melkinkomsten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zij meer schade heeft geleden dan het bedrag dat de Staat al heeft vergoed. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vorderingen van eiseres moeten worden afgewezen en heeft haar in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 1 juni 2022.