ECLI:NL:RBDHA:2022:484
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag langdurigheidstoeslag op grond van de Participatiewet met betrekking tot individuele omstandigheden van eisers
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eisers hadden een aanvraag ingediend voor een langdurigheidstoeslag op basis van de Participatiewet, welke door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 18 augustus 2020 was ingediend, maar dat de inkomenspositie van eisers niet voldoende was onderbouwd. Verweerder had in het primaire besluit en het bestreden besluit aangegeven dat er onduidelijkheid bestond over de inkomens van eisers in de referteperiode van 36 maanden. Eisers voerden aan dat hun individuele omstandigheden, zoals de zorg voor jonge kinderen en de recente komst van eiser [eiser 2] uit Egypte, niet waren meegewogen in de beslissing van verweerder. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, maar dat de motivering in het bestreden besluit gebrekkig was. Hierdoor werd het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtbank liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de aanvraag terecht was afgewezen. Eisers kregen het griffierecht vergoed en een proceskostenvergoeding van € 748,- toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.