ECLI:NL:RBDHA:2022:4712
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak met zaaknummer NL22.4875 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.K.E. van den Heuvel, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Jalouqa, bij besluit van 18 maart 2022 buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 april 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.4874). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van verzoeker behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat de rechtbank in de andere zaak al een beslissing had genomen.
Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.