Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Arnold & Siedsma B.V. te Breda,
Arnold & Siedsma Holding B.V.te Breda,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Arnold & Siedsma B.V. en Arnold & Siedsma Holding B.V. (hierna: verzoeksters) tegen Zeelucht B.V. (hierna: verweerster). Het verzoek strekt tot het verkrijgen van verlof voor de tenuitvoerlegging van een arbitrale uitspraak die op 2 maart 2021 door arbiters van het Nederlands Arbitrage Instituut is gewezen. Het arbitrale vonnis betreft een geschil tussen Ir. [naam] en Zeelucht B.V. enerzijds en de verzoeksters anderzijds.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis, zoals bedoeld in artikel 1064a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), ongebruikt is verstreken. Dit betekent dat het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging moet worden beoordeeld aan de hand van het toetsingskader zoals opgenomen in artikel 1063 lid 2 Rv. De voorzieningenrechter kan het verlof tot tenuitvoerlegging slechts weigeren indien na summierlijk onderzoek blijkt dat het vonnis of de wijze waarop het tot stand is gekomen in strijd is met de openbare orde, zoals bepaald in artikel 1065 Rv.
In deze zaak is gesteld noch gebleken dat er sprake is van strijd met de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het verzoek van de verzoeksters te honoreren en het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis te verlenen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. H.J. Vetter op 13 mei 2022.