ECLI:NL:RBDHA:2022:4701

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
C/09/629162 / KG RK 2022-557
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitrale uitspraak in civiele procedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Arnold & Siedsma B.V. en Arnold & Siedsma Holding B.V. (hierna: verzoeksters) tegen Zeelucht B.V. (hierna: verweerster). Het verzoek strekt tot het verkrijgen van verlof voor de tenuitvoerlegging van een arbitrale uitspraak die op 2 maart 2021 door arbiters van het Nederlands Arbitrage Instituut is gewezen. Het arbitrale vonnis betreft een geschil tussen Ir. [naam] en Zeelucht B.V. enerzijds en de verzoeksters anderzijds.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis, zoals bedoeld in artikel 1064a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), ongebruikt is verstreken. Dit betekent dat het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging moet worden beoordeeld aan de hand van het toetsingskader zoals opgenomen in artikel 1063 lid 2 Rv. De voorzieningenrechter kan het verlof tot tenuitvoerlegging slechts weigeren indien na summierlijk onderzoek blijkt dat het vonnis of de wijze waarop het tot stand is gekomen in strijd is met de openbare orde, zoals bepaald in artikel 1065 Rv.

In deze zaak is gesteld noch gebleken dat er sprake is van strijd met de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het verzoek van de verzoeksters te honoreren en het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis te verlenen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. H.J. Vetter op 13 mei 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel - voorzieningenrechter
zaaknummer / rekestnummer: C/09/629162 / KG RK 2022-557
Beschikking van de voorzieningenrechter van 13 mei 2022
in de zaak van

1.Arnold & Siedsma B.V. te Breda,

2.
Arnold & Siedsma Holding B.V.te Breda,
verzoeksters,
en
Zeelucht B.V.te Den Haag,
verweerster.

1.Het verzoekschrift

./. Het aangehechte verzoekschrift (bij de griffie van de voorzieningenrechter van deze rechtbank ingekomen op 10 mei 2022) strekt tot het verkrijgen van verlof voor de tenuitvoerlegging van het eveneens aan deze beschikking gehechte arbitrale vonnis (bekend onder zaaknummer NAI 4785 en hierna geduid als “het arbitrale vonnis”) dat op 2 maart 2021 door arbiters van het Nederlands Arbitrage Intituut is gewezen in het tussen Ir. [naam] en Zeelucht B.V. enerzijds en verzoeksters anderzijds gerezen geschil.

2.De beoordeling

2.1.
Het arbitrale vonnis is gewezen in Den Haag. Daarmee is de relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter van deze rechtbank gegeven.
2.2.
Het arbitrale vonnis is niet gedeponeerd ter griffie van de rechtbank Den Haag, zodat met inachtneming van artikel 1062, tweede lid, van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv) de beslissing op het verzoek om verlof dient te worden opgenomen in een beschikking.
2.3.
Desgevraagd hebben verzoeksters de voorzieningenrechter bij e-mailbericht van 12 mei 2022 te kennen gegeven dat de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis als bedoeld in art. 1064a Rv ongebruikt is verstreken. Dientengevolge dient het onderhavige verzoek te worden beoordeeld aan de hand van het in art. 1063 lid 2 Rv opgenomen toetsingskader, hetgeen meebrengt dat de voorzieningenrechter het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis slechts kan weigeren als hem na summierlijk onderzoek is gebleken dat het vonnis, of de wijze waarop het vonnis tot stand is gekomen, in strijd is met de openbare orde, zoals bepaald in art. 1065 Rv, eerste lid, sub e Rv. Gesteld noch gebleken is dat dit in de onderhavige casus het geval is. Het verlof zal daarom worden verleend.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
- verleent het door verzoeksters verzochte verlof tot tenuitvoerlegging van het aangehechte arbitrale vonnis van 2 maart 2021 met zaaknummer NAI 4785.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken
op 13 mei 2022.
fl