ECLI:NL:RBDHA:2022:4696
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing mvv-aanvraag in het kader van nareis wegens onvoldoende bewijs van duurzame en exclusieve relatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een mvv-aanvraag in het kader van nareis. Eiseres, een vrouw met de Bahreinse nationaliteit, had een aanvraag ingediend om naar Nederland te komen om bij haar echtgenoot, die in het bezit is van een asielvergunning, te verblijven. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er op het peilmoment (18 december 2017) sprake was van een duurzame en exclusieve relatie met haar echtgenoot. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat eiseres en haar echtgenoot op verschillende momenten tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd over belangrijke aspecten van hun relatie, zoals het aantal ontmoetingen en de duur van deze ontmoetingen. De rechtbank oordeelde dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiseres en referent voldoende reden vormden voor de staatssecretaris om de aanvraag af te wijzen. Eiseres voerde aan dat zij wel degelijk aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie, maar de rechtbank was van mening dat de door haar overgelegde bewijsstukken en verklaringen niet voldoende waren om de afwijzing te weerleggen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.