ECLI:NL:RBDHA:2022:4562

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 mei 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
NL22.1580
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft eiser op 1 februari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 9 juli 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 17 februari 2022 een verweerschrift ingediend. Op 28 maart 2022 heeft de verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft vervolgens, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat met de inwilliging van de aanvraag eiser heeft bereikt wat hij beoogde, waardoor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet meer hoeft te worden beoordeeld. Eiser heeft geen procesbelang meer op dit punt, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Daarnaast heeft de rechtbank, overeenkomstig het verzoek van eiser in het beroepschrift, verweerder veroordeeld in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn vastgesteld op € 379,50, berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.1580

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 1 februari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 9 juli 2021.
Verweerder heeft op 17 februari 2022 een verweerschrift ingediend.
Op 28 maart 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd. [1]
De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1, Met de inwilliging van de aanvraag heeft eiser bereikt wat hij beoogde en hoeft het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet meer te worden beoordeeld. Eiser heeft dan ook geen procesbelang op dit punt. Het beroep is in zoverre niet-ontvankelijk.
2. Overeenkomstig het verzoek van eiser in het beroepschrift veroordeelt de rechtbank verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor van 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50 (driehonderdnegenenzeventig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).