Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
een besluit op de asielaanvraag;
2022;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 8 september 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 7 maart 2022 alsnog inwilligend beslist op de aanvraag van eiseres, maar heeft daarbij vastgesteld dat er geen bestuurlijke dwangsom verschuldigd is. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, en dat een beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is. Aangezien de aanvraag van eiseres is ingewilligd, is het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard. Voor het verzoek om bestuurlijke dwangsom overweegt de rechtbank dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND van toepassing is, waardoor verweerder geen bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard voor zover gericht tegen het dwangsombesluit. Tevens heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier M.Ch. Grazell, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.