ECLI:NL:RBDHA:2022:4180
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de veiligheid van India als land van herkomst in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 april 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Indiase nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat hij in India bedreigd werd vanwege financiële schulden en discriminatie ondervond vanwege zijn lage kaste. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 12 april 2022, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en verweerder door zijn gemachtigde en een tolk.
De rechtbank overweegt dat verweerder India in 2016 heeft aangemerkt als een veilig land van herkomst, en dat deze aanwijzing in 2021 is herbeoordeeld. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat India in zijn geval niet als veilig kan worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat de situatie in India niet zodanig is verslechterd dat het land niet langer als veilig kan worden aangemerkt. Eiser heeft geen voldoende onderbouwing gegeven voor zijn stelling dat hij persoonlijk risico loopt bij terugkeer naar India. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.