ECLI:NL:RBDHA:2022:4165

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2367
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Boete opgelegd aan werkgever wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en de evenredigheid van de boete

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een kwekersbedrijf, eiseres, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder. Eiseres kreeg een boete opgelegd van € 8.000,- wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Na bezwaar werd de boete verlaagd tot € 6.000,-, maar eiseres ging hiertegen in beroep. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de werkgever is om te controleren of aan de voorschriften van de Wav wordt voldaan. Eiseres had een vreemdeling in dienst die niet beschikte over de juiste tewerkstellingsvergunning en werkte onder valse identiteitsgegevens. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet had gehandeld zoals van haar verwacht mocht worden, ondanks haar claim dat zij alles had gedaan om de overtreding te voorkomen. De rechtbank oordeelde dat de boete evenredig was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij alles had gedaan om de overtreding te voorkomen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De rechtbank benadrukte dat eiseres het uitzendbureau civielrechtelijk aansprakelijk kan stellen voor eventuele schade.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: 21/5780

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres,

en

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.L. Kerdijk).

Procesverloop

Bij besluit van 9 februari 2021 (het primaire besluit) legt verweerder eiseres een boete op van € 8.000,-.
Bij besluit van 28 juli 2021 (het bestreden besluit) vermindert verweerder na bezwaar de boete tot € 6.000,-.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 april 2022.
Namens eiseres is haar bestuurder de heer [A] aanwezig. Verweerder laat zich vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. J.J.A. Huisman.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. [eiseres] is een kwekersbedrijf dat voor haar activiteiten ook werknemers inzet via een uitzendbureau. Op 16 en 24 oktober 2019 hebben arbeidsinspecteurs van de Inspectie SZW tijdens een bezoek aan de onderneming vastgesteld dat een via een uitzendbureau werkende vreemdeling niet beschikte over de juiste papieren (tewerkstellingsvergunning). De vreemdeling werkte onder de identiteitsgegevens van een ander. Eiseres bestrijdt de hoogte van de opgelegde boete.

Wat zijn de regels ?

2. In artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) staat dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. In artikel 1, aanhef en sub b, onder 1, van de Wav staat dat een werkgever degene is die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. In artikel 18 van de Wav staat dat het niet naleven van deze verplichting een overtreding oplevert. In de Beleidsregel 2020 staat vermeld welk boetebedrag bij welke overtreding hoort.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres vindt dat verweerder haar ten onrechte verantwoordelijk houdt voor het overtreden van de Wav. Weliswaar heeft zij de vreemdeling in dienst genomen, maar zij heeft nooit de intentie gehad om de Wav te overtreden. Zij heeft er alles aan gedaan om goede controles uit te voeren ondanks de beperkingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (de AVG). Eiseres wijst er op dat het andere instanties, zoals de belastingdienst, het uitzendbureau en de bank, evenmin is opgevallen dat de identiteitskaart niet van eiseres was. Eiseres vindt daarom dat in dit geval een boete niet bijdraagt aan alle inspanningen gericht op het voorkomen van illegale tewerkstelling.

Wat is het oordeel van de rechtbank ?

Is er sprake van een overtreding van de Wav?
4. De Wav gaat uit van een ruime invulling van het begrip ‘werkgever’. Het enkele feit dat in opdracht of ten dienste van een werkgever arbeid wordt verricht, is al voldoende om als werkgever in de zin van de Wav te worden aangemerkt. Dit blijkt zowel uit de toelichting op de wet als uit de jurisprudentie van de hoogste bestuursrechter. Niet in geschil is dat de vreemdeling werkte in opdracht van eiseres en dus in de uitoefening van haar bedrijf een ander arbeid liet verrichten. Evenmin is in geschil dat de vreemdeling niet in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning. Gelet hierop heeft verweerder terecht geoordeeld dat eiseres de wet heeft overtreden.
Is de boete evenredig?
5. In situaties waarin verwijtbaarheid volledig ontbreekt bestaat geen grond voor boeteoplegging. Die situatie doet zich in elk geval voor indien de overtreder aannemelijk heeft gemaakt dat hij alles wat redelijkerwijs mogelijk was heeft gedaan om de overtreding te voorkomen. Een verminderde mate van verwijtbaarheid kan aanleiding geven de opgelegde boete te matigen. [1] In dit geval is de boete verminderd omdat eiseres de vreemdeling heeft ingeleend via een NEN4100-gecertificeerd uitzendbureau.
6. Eiseres is van mening dat haar in dit geval geen enkel verwijt kan worden gemaakt, omdat zij heeft gedaan wat zij redelijkerwijs moest doen. De rechtbank overweegt dat het de eigen verantwoordelijkheid van een werkgever in de zin van de Wav is om bij aanvang van de arbeid na te gaan of aan de voorschriften van die wet wordt voldaan. Dat eiseres nooit de intentie heeft gehad om de Wav te overtreden, ontslaat eiseres niet van haar controleplicht. Daarin heeft eiseres niet gehandeld zoals van haar werd verwacht. Uit het boeterapport volgt dat eiseres met geringe inspanningen had kunnen vaststellen dat het gezicht van de vreemdeling niet overeenkwam met de foto op de kopie van het identiteitsbewijs dat hem door het uitzendbureau ter beschikking is gesteld. Ook de lengte en kleur van de ogen van de vreemdeling kwamen niet overeenkwam met wat op haar identiteitspapieren werd vermeld. Daarom gaat de rechtbank voorbij aan het betoog van eiseres dat de AVG het verzamelen van gegevens over personen bemoeilijkt. Voor het oordeel dat de boete verder had moeten worden gematigd of dat geheel van boeteoplegging had moeten worden afgezien bestaat daarom geen aanleiding. Wat eiseres voor het overige heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
Voor zover eiseres stelt dat zij er op mocht vertrouwen dat het uitzendbureau er voor instond dat eiseres in overeenstemming met Wav handelde wijst de rechtbank er ten overvloede op dat eiseres voor haar schade het door haar ingeschakelde uitzendbureau civielrechtelijk aansprakelijk kan stellen. [2]
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Abdolbaghai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017: 496, en 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:229.
2.Zie arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2021,ECLI:NL:GHAMS:2021:2291.