Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], eiser V-nummer: [Nummer]
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
Niet in geschil is dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Verweerder mag, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, er in beginsel van uitgaan dat Spanje zijn internationale verplichtingen nakomt. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit in zijn geval anders is.
Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiser hierin niet is geslaagd. Eiser stelt dat in Spanje sprake is van willekeurige detentie, hij geen toegang zal krijgen tot de asielprocedure en ook geen toegang zal hebben tot de asielopvang. Daartoe verwijst hij naar het AIDA1-rapport van 2019 en 2020. Uit de rapporten volgt weliswaar dat de toegang tot de opvang in Spanje tekortkomingen kent, maar niet is gebleken dat de problemen dermate structureel en ernstig zijn dat bij overdracht aan Spanje op voorhand moet worden geoordeeld dat sprake is van een reëel risico op schending van artikel 4 van het Handvest2 of artikel 3 van het EVRM.3 Evenmin is gesteld of gebleken dat de detentie van eiser in Spanje onrechtmatig was of dat Spanje zich niet houdt aan hun internationale verdragsverplichtingen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat uit de door eiser aangehaalde rapporten blijkt dat de hoogste Spaanse rechter de regering in 2019 heeft veroordeeld wegens het ontzeggen van opvang aan terugkerende Dublinclaimanten. Volgens hetzelfde rapport heeft de regering als gevolg daarvan maatregelen genomen teneinde de toegang tot de opvang van deze groep asielzoekers te verzekeren. Bovendien heeft eiser geen asielaanvraag ingediend in Spanje, zodat hij geen persoonlijke ervaring heeft met de opvangvoorzieningen aldaar. In het geval eiser inderdaad geen opvang krijgt of asiel kan aanvragen in Spanje, kan hij daarover klagen bij de Spaanse autoriteiten. Niet is gebleken dat deze mogelijkheid voor eiser niet bestaat, dan wel dat klagen bij voorbaat zinloos is.
Gezien het voorgaande heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank in de door eiser in beroep aangevoerde gronden terecht geen reden gezien om toepassing te geven aan artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening.4