Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eiser 1] , wonende te [woonplaats] ,
De Staat der Nederlanden(betreffende een kwestie die het Ministerie van Financiën aangaat, meer in het bijzonder de Belastingdienst FIOD),
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
“Recentelijk is binnen O&T en/of elders melding gemaakt van het feit dat het volledige TSO team op non-actief (”on hold”) is gesteld. Bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter te Den Haag is de FIOD opgedragen deze melding c.q. informatie te rectificeren en bekend te maken dat het volledige TSO team met onmiddellijke ingang hun taken bevoegd- en verantwoordelijkheden mag hervatten, nu van een (gewichtige) grond voor de schorsing c.q. non-actiefstelling geen sprake was. De FIOD respecteert de beslissing van de Rechtbank en zal de samenwerking met het TSO team op een vruchtbare en respectvolle basis voortzetten. Wij bieden het volledige TSO team onze welgemeende verontschuldigingen aan voor deze onjuiste beslissing en de vervelende tijd die zij als gevolg daarvan hebben gehad.”, dan wel een tekst door de kantonrechter in goede justitie te bepalen; (III.) de FIOD te veroordelen om uiterlijk twee werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan het TSO-Team te betalen – voor zover nodig bij wijze van voorschot – (a) de tot 25 oktober 2021 reeds geschreven doch niet uitbetaalde verschuivingsuren alsmede, (b) een maandelijkse toelage werktijdverschuiving gelijk aan de gemiddelde geschreven toelage werktijdverschuiving over de maanden januari tot en met september 2021 tot het moment van volledige werkhervatting en (c) een maandelijkse toelage werktijdverschuiving vanaf het moment van werkhervatting tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen ter grootte van de daadwerkelijk geschreven verschuivingen; (IV.) de FIOD te veroordelen om uiterlijk twee dagen na betekening van het te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting – voor zover nodig bij wijze van voorschot – aan het TSO-Team te betalen de hen toekomende toelage onregelmatige dienst e.e.a. conform paragraaf 7.1 van de cao Rijk, zulks ten aanzien van de periode vanaf 25 oktober 2021 tot aan het moment van volledige werkhervatting gelijk aan de gemiddelde toelage onregelmatige dienst over de maanden januari tot en met september 2021 en ten aanzien van de periode vanaf volledige werkhervatting tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst zal eindigen gelijk aan de daadwerkelijk geschreven uren onregelmatige dienst; (V.) de FIOD te veroordelen om uiterlijk twee werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting – voor zover nodig bij wijze van voorschot – aan het TSO-Team te betalen een toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst e.e.a. conform paragraaf 7.6 van de cao Rijk over de periode van 1 februari 2017, dan wel vanaf het moment van indiensttreding c.q. aanstelling voor zover dat moment later ligt, tot aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen; (VI.) de FIOD te veroordelen om uiterlijk twee werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting – voor zover nodig bij wijze van voorschot – aan het TSO-Team te betalen een vergoeding voor de door hen voorafgaand aan de onderhavige procedure noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte juridische kosten ter grootte van EUR 12.480,-- exclusief btw; (VII.) de FIOD te veroordelen om uiterlijk twee werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis over de onder III, IV en V genoemde bedragen aan het TSO-Team te betalen de wettelijke verhoging ad 50% alsmede de wettelijke rente vanaf het moment dat de vergoeding maandelijks betaalbaar had dienen te worden gesteld tot aan de dag der algehele voldoening, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen verhoging; (VIII.) de FIOD te veroordelen tot betaling van een dwangsom van EUR 2.500,-- voor iedere dag of elk gedeelte daarvan dat na betekening van het te wijzen vonnis geen (volledige) uitvoering wordt gegeven aam hetgeen onder I en II is opgenomen; (IX.) de FIOD te veroordelen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen het salaris advocaat [gemachtigde], eventuele nakosten en executiekosten.