ECLI:NL:RBDHA:2022:404
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Amerikaanse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Amerikaanse nationaliteit, had op 9 november 2021 asiel aangevraagd in Nederland, omdat hij vreesde voor vervolging in de Verenigde Staten. Hij stelde dat hij betrokken was geraakt bij protesten van Antifa en Black Lives Matter en dat hij hierdoor bedreigd werd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, stellende dat de VS in het algemeen als een veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 22 december 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder niet aanwezig was. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder zijn vrees voor dakloosheid en de onmogelijkheid om bescherming te vragen bij de autoriteiten in de VS, overwogen. Eiser voerde aan dat de VS niet veilig is, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat de VS als veilig land kan worden beschouwd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging bij terugkeer naar de VS.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.