ECLI:NL:RBDHA:2022:4009

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
29 april 2022
Zaaknummer
8728229 \ RL EXPL 20-15251
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering en eindvonnis in arbeidszaak tegen Euro Start Uitzendbureau B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2022 een eindvonnis gewezen in een loonvordering van de eiser tegen Euro Start Uitzendbureau B.V. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A.C.E.G. Cordesius, vorderde betaling van achterstallig loon, vakantiegeld en andere vergoedingen, in totaal een bedrag van € 33.432,79 bruto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De gedaagde partij, Euro Start Uitzendbureau B.V., vertegenwoordigd door mr. N. Cicek, betwistte de vordering en stelde dat de eiser nooit in dienst is geweest bij Euro Start, maar bij een andere vennootschap. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Euro Start gedurende de procedure erkend heeft dat zij de werkgever van de eiser was, en dat het verweer dat zij dit niet was, tardief was en daarom niet kon worden gehonoreerd. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en Euro Start veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, alsook tot het verstrekken van gecorrigeerde loonstroken en jaaropgaven. Tevens is Euro Start veroordeeld in de proceskosten van de eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
MG/C
Rolnr.: 8728229 \ RL EXPL 20-15251
27 januari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A.C.E.G. Cordesius,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EURO START UITZENDBUREAU B.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. N. Cicek.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser] ” en “Euro Start”.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 12 augustus 2021;
- de akte uitlating/vermindering van eis van [eiser] ;
- de akte vermeerdering van eis van [eiser] ;
- de email van mr. Cordesius van 2 november met 2 aanvullende producties;
- de email van mr T. Venneman van 3 november 2021 met producties;
- de akte uitlaten na tussenvonnis die is ingediend door mr. Cicek;
- de antwoordakte met producties van [eiser] .

2.De feiten2.1. Bij de griffie is op 3 november 2021 een email ingekomen van mr. T. Venneman met de volgende inhoud:“Tot mij wendde zich de besloten vennootschap Euro Start Uitzendbureau B.V. gevestigd te Den Haag op het adres Radarstraat 210 met KvK nummer 17162426.

Cliënte wendde zich tot mij omdat er beslag is gelegd op haar bankrekeningen en onder haar debiteuren. Dit beslag is gelegd door partijen [eiser] en [partner eiser] middels hun advocaat mr. Cordesius. Cliënte heeft door het beslag begrepen dat er twee procedures bij u lopen onder uw kenmerken 20-15251 en 20-15252. In deze procedures wordt de naam van mijn cliënte gebruikt waarna advocaat mr. N. Cicek zich kennelijk heeft aangemeld als advocaat van de gedaagde. Mr. Cicek heeft u inmiddels laten weten dat zij niet namens mijn cliënte optreedt en dat zij in de veronderstelling was dat haar cliënte, te weten Agrarisch Uitzendbureau Uitzendplan B.V. h.o.d.n. Euro Start onder KvK nummer 34166826 zou zijn gedagvaard. Haar cliënte is namelijk de werkgever (geweest) van eisers [eiser] en [partner eiser] .
Cliënte is in ieder geval nooit de werkgever geweest van eisers en er bestaat ook geen enkele rechtsverhouding tussen eisers en cliënte. Namens cliënte heb ik aan de rechtbank opheffing gevraagd van de beslagen. Deze zaak wordt op 11 november 2021 in kort geding behandeld. Als bijlage treft u aan de uit te brengen kort geding dagvaarding waaruit blijkt dat er geen rechtsverhouding bestaat tussen cliënte en eisers.
Hierbij stel ik mij namens gedaagde en verzoek ik u mij een nadere aanhouding te verlenen om het standpunt van cliënte nader toe te lichten en in ieder geval de afloop van het kort geding af te wachten.”

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert, na wijziging eis, thans dat Euro Start bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeeld tot betaling van:
- achterstallig loon, vakantiegeld, overwerk e.d. ad € 33.432,79 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ad € 16.716,40 bruto;
- achterstallig loon, vakantiegeld vanaf week 18 van 2021 ad € 14.900,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging daarover ad € 7.450,00 bruto;
- de wettelijke rente over voormelde bedragen;
- de beslagkosten ad € 1.367,65 inclusief BTW;
Daarnaast vordert [eiser] verstrekking van de gecorrigeerde loonstroken en jaaropgaven en het bewijs van afdracht pensioenpremie aan StiPP, dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom. Tenslotte vordert [eiser] veroordeling van Euro Start in de proceskosten en het nasalaris te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.

4.De verdere beoordeling

4.1.
In het tussenvonnis is [eiser] in de gelegenheid gesteld een akte te nemen waarin een herberekening van zijn vordering wordt gemaakt met inachtneming van hetgeen in rechtsoverweging 4.17 van het tussenvonnis is overwogen. Van deze gelegenheid heeft [eiser] gebruik gemaakt. Omdat de vordering was toegenomen door het tijdsverloop en omdat hij beslagkosten heeft gemaakt, heeft hij zijn vordering bij akte vermeerdering eis vermeerderd.
4.2.
Vervolgens heeft mr. Cicek een akte uitlaten na tussenvonnis genomen waarin zij aangeeft dat onlangs (na de beslaglegging door [eiser] ) is geconstateerd dat de verkeerde vennootschap is gedagvaard en dat zij daarom niet gemachtigd is om Euro Start Uitzendbureau B.V. bij te staan. [eiser] is volgens haar niet in dienst geweest bij Euro Start Uitzendbureau B.V., maar bij Agrarisch Uitzendbureau Uitzendplan B.V. t.h.o.d.n. Euro Start Uitzendbureau. Dat zou volgen uit de detacheringsovereenkomst en de loonstroken waarop een loonheffingsnummer is vermeld dat is gekoppeld aan Agrarisch Uitzendbureau Uitzendplan B.V. De correspondentie werd in het verleden door de gemachtigde van [eiser] ook gericht aan Radarstraat 208 , het adres van Agrarisch Uitzendbureau Uitzendplan B.V., terwijl in de dagvaarding het adres Radarstraat 210 staat vermeld alwaar Euro Start Uitzendbureau B.V. is gevestigd. Omdat Cicek niet de gemachtigde van Euro Start Uitzendbureau B.V. is, voert zij geen verweer tegen de nieuwe berekening van de vordering van [eiser] .
Daarna heeft mr .Venneman zich voor Euro Start Uitzendbureau gesteld.
4.3.
Dienaangaande overweegt de kantonrechter als volgt.
Partijen hebben uitgebreid geprocedeerd. Na antwoord heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarna schriftelijk is verder geprocedeerd, waarbij Euro Start B.V. niet alleen uitgebreid heeft gedupliceerd, maar ook nog een nadere conclusie heeft genomen.
Daarna is tussenvonnis gewezen. Voorafgaand aan het tussenvonnis heeft Euro Start op geen enkel moment de stelling ingenomen dat zij niet de werkgever van [eiser] is geweest. Integendeel, dit is door haar uitdrukkelijk erkend. Pas na het tussenvonnis en nadat [eiser] beslag heeft laten leggen heeft Euro Start de stelling ingenomen dat zij nooit de werkgever van [eiser] is geweest. De kantonrechter is van oordeel dat Euro Start doordat zij gedurende de gehele procedure heeft erkend dat zij de werkgever van [eiser] is geweest, het verweer dat zij niet de werkgever was heeft prijsgegeven. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat het verweer tardief is zodat dit ook om die reden dient te worden gepasseerd.
4.4.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat het in deze procedure niet voor het eerst is dat Euro Start probeert terug te komen op een eerder stellig ingenomen standpunt. Zo heeft zij zich zowel in de conclusie van antwoord als ter zitting zeer stellig op het standpunt gesteld dat zij nooit een ziekmelding van [eiser] heeft ontvangen. Pas nadat zij werd geconfronteerd met een door [eiser] overgelegde brief van het UWV waaruit onomstotelijk van het tegendeel bleek, heeft Euro Start zich op een compleet ander standpunt. (zie r.o. 4.4. van het tussenvonnis). Dit komt de geloofwaardigheid van Euro Start niet ten goede.
4.5.
Nu Euro Start inhoudelijk geen verweer heeft gevoerd tegen de nieuwe berekening van de vordering van [eiser] , zal deze worden toegewezen zoals gevorderd.
4.6.
Euro Start zal als de in het ongelijk gestelde worden veroordeeld in de proceskosten.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Euro Start tot betaling van:
- een bedrag van € 33.432,79 bruto;
- de wettelijke verhoging van 50% over dit bedrag van € 16.716,40 bruto;
- een bedrag van € 14.900,00 bruto:
- de wettelijke verhoging over dit bedrag van € 7.450,00 bruto;
- de wettelijke rente over voormelde bedragen;
- de beslagkosten ad € 1.367,65 inclusief BTW;
5.2.
veroordeelt Euro Start om binnen 14 dagen na heden aan [eiser] te verstrekken:
- de gecorrigeerde loonstroken vanaf 1 februari 2018;
- de jaaropgaven over de periode 2018 en 2019;
- een eindafrekening;
- het bewijs van afdracht van pensioenpremie aan StiPP;
dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 150,- per dag dat Euro Start daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,- per onderdeel.
5.3.
veroordeelt Euro Start in de proceskosten aan de zijde van [eiser] begroot op € 2673,89, waarvan € 2.490,- aan salaris voor de advocaat, te vermeerderen met het nasalaris en de daarover verschuldigde wettelijke rente.
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. M.E. Groeneveld-Stubbe en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2022.