ECLI:NL:RBDHA:2022:3944

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
09/240151.21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervaardigen en verhandelen van vuurwapens van categorie III

Op 4 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op 7 september 2021 te Zoetermeer werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het vervaardigen en verhandelen van vuurwapens van categorie III, waaronder omgebouwde alarmpistolen en gaspistolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten gas- en alarmpistolen vanuit Tsjechië en België heeft besteld en deze in zijn woning heeft omgebouwd tot vuurwapens. Tijdens de rechtszittingen op 1 december 2021, 10 februari 2022 en 20 april 2022 heeft de officier van justitie, mr. P. de Mos, gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De verdachte heeft op de zitting van 20 april 2022 een bekennende verklaring afgelegd en erkende dat hij wapens had omgebouwd en verhandeld. De rechtbank heeft op basis van de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en medeverdachten, vastgesteld dat de verdachte zonder erkenning vuurwapens heeft vervaardigd en verhandeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en opname in een zorginstelling. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/240151-21
Datum uitspraak: 4 mei 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 1 december 2022, 10 februari 2022 (pro forma) en 20 april 2022 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. de Mos en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M.D.A. Stam naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 20 april 2022 medegedeeld dat zij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 september 2021 te Zoetermeer, tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen,
- een wapen van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een automatisch vuurwapen van het merk R9 Arms, model R9, kaliber 9x19 mm, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
en/of
- een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwd alarmpistool, merk BBM, model 315 Auto, kaliber 6.35mm en/of
- een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwd gaspistool, merk Ekol, model Aras Magnum, kaliber 9mm kort (9 x 17 mm) en/of
- een wapen van categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarm-/startrevolver, merk BBM, model Olympic 38, kaliber .22 Blanc, zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een revolver en/of pistool
en/of
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 40 stuks, althans een hoeveelheid, 9mm Luger pistoolmunitie en/of
- 5 stuks, althans een hoeveelheid, 6.35 mm Geco pistoolmunitie en/of
- 5 stuks, althans een hoeveelheid, 9mm kort Sellier & Bellot pistoolmunitie
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 maart 2021 tot en met 7 september 2021 te Zoetermeer en/of Eindhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- zonder erkenning één of meer vuurwapens van categorie II en/of categorie III heeft vervaardigd en/of getransformeerd en/of verhandeld,
en/of
- zonder consent één of meer wapens en/of munitie van categorie II en/of III heeft doen binnenkomen en/of doen uitgaan,
en/of
- één of meer vuurwapens van categorie II en/of III heeft overgedragen.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft met betrekking tot feit 2 betoogd dat het tenlastegelegde kan worden bewezen verklaard vanaf juli 2021.
3.3
Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal onderzoek [onderzoeksnaam] , onderzoeksnummer [nummer] van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer-Leidschendam/Voorburg, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 758) en pagina’s van een proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek naar erkenning/consent WWM’, proces-verbaalnummer 148 (ongenummerd).
3.3.1
Feit 1
De rechtbank zal voor feit 1 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 april 2022;
2. het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 8 september 2021 (p. 121-124);
3. het proces-verbaal (Wapens, Munitie en Explosieven), opgemaakt op 8 september 2021 (p. 159-162);
4. het proces-verbaal (Wapens, Munitie en Explosieven), opgemaakt op 8 september 2021 (p. 163-166);
5. het proces-verbaal (Wapens, Munitie en Explosieven), opgemaakt op 8 september 2021 (p. 167-171);
6. het proces-verbaal (Wapens, Munitie en Explosieven), opgemaakt op 8 september 2021 (p. 172-175);
7. het proces-verbaal (Wapens, Munitie en Explosieven), opgemaakt op 8 september 2021 (p. 176-177).
3.3.2
Feit 2
De rechtbank heeft hierna met betrekking tot feit 2 de wettige bewijsmiddelen opgenomen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 april 2022, voor zover inhoudende:
U vraagt mij of ik wapens van categorie III heb ingevoerd in Nederland. Ja. Dat waren alarm- en gaspistolen. Die heb ik omgebouwd naar vuurwapens.
De wapens zijn makkelijk te bestellen via internet. Met de juiste kennis kan je ze vervolgens ombouwen.
Ik denk dat ik dat sinds juni/juli 2021 deed.
Eerst regelde de medeverdachte [medeverdachte 1] die wapens en daarna ben ik ze zelf gaan bestellen. Ik heb bestellingen op 26 augustus en 30 augustus 2021 gedaan bij [bedrijf] . Het klopt ook dat ik de pakketten die door politie zijn onderschept heb besteld. Ik heb de bestellingen geplaatst op naam van [naam] .
U houdt mij voor dat er betalingen zijn gedaan met mijn creditcard aan [bedrijf] en dat het gaat om 9 juli 2021. Dat zou wel kunnen.
[medeverdachte 1] heeft die bestellingen gedaan met mijn creditcard. Ik kreeg daar contant geld voor. Ik kreeg dat via een andere persoon.
[medeverdachte 1] en die andere man verkochten de door mij omgebouwde wapens. De wapens werden door die man bij mij thuis opgehaald. Ik kreeg mijn gedeelte van het geld als die man ze ophaalde. Ik heb ook een paar keer geld ontvangen dat ik moest bewaren voor [medeverdachte 1] .
Het geld dat ik aan [medeverdachte 1] overmaakte kwam van de wapens. U houdt mij voor dat [medeverdachte 1] heeft verklaard dat mijn aandeel 200 á 300 euro per wapen was. Ja, zoiets.
De afspraak was ieder de helft. De inkoop ging er nog vanaf. U vraagt mij of in mijn aandeel ook mijn deel van de winst zat. Ja. Ik bouwde het wapen om en als hij het wapen verkocht voor 500 euro dan kreeg ik 200 euro.
De officier van justitie vraagt mij of ik 10 wapens heb opgehaald in België en daarmee over de grens ben gegaan. Ja dat klopt. Die zijn ook bij mij thuis opgehaald.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 april 2022, voor zover inhoudende (los proces-verbaal):
Ik heb onderzoek gedaan naar de aan- dan wel afwezigheid van een erkenning als bedoeld in artikel 9 van de Wet Wapens en Munitie (WWM) en een consent als bedoeld in artikel 14 WWM bij [verdachte] . Daarnaast heb ik hier ook onderzoek naar gedaan betreffende zijn medeverdachten, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
Uit dit onderzoek bleek dat zij allemaal niet in het bezit waren van een erkenning dan wel consent.
3. Het proces-verbaal van bevindingen ‘Gevorderde gegevens UPS’, opgemaakt op 14 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 612):
De afzender (Shipper) van alle pakketten was:
[naam] .
[adres 1]
Augustus 2021
In de maand augustus 2021 werden vijf postpakketten op het adres [adres 2] te Zoetermeer (rechtbank: het adres van de verdachte) afgeleverd door UPS.
Geadresseerde
Afleverdatum
[medeverdachte 1]
6 augustus 2021
[medeverdachte 1]
9 augustus 2021
[medeverdachte 1]
16 augustus 2021
[naam]
26 augustus 2021
[naam]
30 augustus 2021
[naam]
9 september 2021
[naam]
9 september 2021
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2021, voor zover inhoudende als het relaas van de verbalisant (p. 288-291):
Vandaag heeft UPS twee postpakketjes, geadresseerd aan [naam] op de [adres 2] te Zoetermeer, veiliggesteld. Deze zijn opgehaald en in beslag genomen. In het grootste pakket zaten 17 kleine zwarte koffers, met in ieder koffertje één gaspistool, 9 mm. In dit pakket zat een factuur waaruit bleek dat de wapens waren besteld bij www. [bedrijf] .com en het geleverd werd door ‘ [naam] een bedrijf uit Tsjechië. In het kleinste pakket zaten 7 gaspistolen, eveneens 9 mm. De wapens waren besteld bij [bedrijf] .com.
5. Het proces-verbaal (Wapens Munitie en Explosieven), opgemaakt op 9 september 2021, voor zover inhoudende (p. 296-298):
Op donderdag 9 september 2021 werden aan mij wapens overhandigd. De wapens waren afkomstig uit een postpakket welke in beslag genomen was.
Omschrijving wapen; gaspistool; Fabrikant Atak Arm LTD; Merk Zoraki; Model 914-TD; Kaliber 9mm P.A.K.; Aantal 17 stuks (…)
Het vuurwapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , opgemaakt op 15 september 2021, voor zover inhoudende (p. 346-349):
Ik liet [verdachte] alarmpistolen ombouwen en dan waren ze 800 euro per stuk waard. Hij kreeg daar 200 à 300 euro voor, afhankelijk van het wapen. Ik liet hem ook geld op mijn rekening storten. Dat was geld van mij, van de wapens. De pistolen kostten mij 100 euro aan inkoop. Ik kocht ze op [bedrijf] .com. Ik nam 20 of 30 stuks per week of per twee weken af. Soms liet ik ze naar België sturen. Dan stuurde ik iemand daarheen om ze op te halen. Vorige keer had ik 24 stuks besteld, maar die bestelling heb ik niet meer meegemaakt. Omdat jullie die hebben onderschept. Ik regelde de afspraken. Zoals waar en hoe laat, enzo. Ik had ook andere mensen voor het verkopen, zoals [medeverdachte 1] .
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 september 2021, voor zover inhoudende (p. 423, 425, 431, 432, 436-440, 442, 443):
Uit het onderzoek [onderzoeksnaam] is gebleken dat dit de woning betreft van [verdachte] geboren op [geboortedatum] . In de woning vond een doorzoeking plaats. Het bleek dat in de woning vermoedelijk alarmpistolen zijn opgebouwd naar vuurwapens.
In dit proces-verbaal geef ik een beschrijving van de aangetroffen goederen die te relateren zijn aan het opbouwen van de alarmpistolen naar vuurwapens.
(…)
In de rechterachterhoek van de woning zag ik twee verschillende diameters rond ijzeren staven liggen. Vermoedelijk zijn deze rond ijzeren staven gebruikt om lopen voor vuurwapens mee te fabriceren.
(…)
Op de tv kast stond de onderzijde van een kolomboormachine. In de tuin van de woning bleek de bovenzijde van deze kolomboormachine te liggen. In de vaste kastenwand aan de rechterzijde van de woonkamer werd een boorplateau aangetroffen die op onderzijde van de kolomboormachine bleek te passen. Vermoedelijk is deze kolomboormachine gebruikt om de rond ijzeren staven te doorboren. Deze drie onderdelen van de kolomboormachine bleken in elkaar te passen.
(…)
Onderdelen van alarmpistolen
Aan de linkerzijde van de keuken, vanuit de woonkamer gezien, staat een keukenkast. Ik zag dat op één van deze planken twee metalen blokken lagen. Ik hoorde van een medewerker van de forensische opsporing dat dit onderdelen betreffen afkomstig van gas/alarmpistolen.
(…)
Tuin
Het bleek dat vrijwel alle vuilniszakken metaalsplinters bevatten, instructieboekjes van alarmpistolen, eigen gefabriceerde lopen, afgezaagde lopen van alarmpistolen en zeven kartonnen verpakkingen van een gas/alarmpistool.
Instructieboekjes alarmpistolen
In de vuilniszakken zijn vijf en dertig (35) gebruiksinstructies aangetroffen van meerdere soorten gas/alarmpistolen.
(…)
Factuur [bedrijf] gedateerd op 12 augustus 2021
In de vuilniszakken in de tuin werd een factuur aangetroffen gedateerd op 12 augustus 2021 afkomstig van de Tsjechische wapenwinkel genaamd [bedrijf] / Emailadres info@ [bedrijf] .com
Ik zag dat de factuur was gericht aan:
[medeverdachte 1] ,
adres [adres 2] , [postcode] te Zoetermeer,
(…)
Ik zag dat uit de factuur blijkt dat zes stuks gas/alarm pistolen zijn besteld. Ik zag dat het merk en type van deze wapens overeen kwamen met de aangetroffen instructieboekjes van de gas/alarmpistolen.
Verpakkingsmateriaal [bedrijf]
In de tuin werd verpakkingsmateriaal aangetroffen van een postpakket afkomstig van [bedrijf] Tsjechië en gedateerd op 24 augustus 2021.
Ik zag dat op een sticker, die was aangebracht op dit verpakkingsmateriaal, dat de geadresseerde betrof:
[naam]
[adres 2]
[postcode] Zoetermeer
Notitiebriefje met verschillende wapens
Onderstaand notitiebriefje werd aangetroffen in de vuilniszakken in de tuin.
(…)
Ik zag dat verschillende aantallen, merken en types gas/alarmpistolen genoteerd waren. Tevens zag ik dat hierop afmetingen geschreven stonden van vermoedelijk lopen en of munitie. Ik zag dat de merken en types wapens overeen kwamen met de bestelde wapens en aangetroffen instructieboekjes van de gas/alarmpistolen.
(…)
Afgezaagde lopen aangetroffen in het vuilnis
In de vuilniszakken in de tuin werden zeventien (17) afgezaagde eindstukken van een loop met daarop richtmiddelen aangetroffen. Tevens werden vier en twintig (24) afgezaagde lopen aangetroffen. Ik vermoed dat deze lopen uit een gas/alarm pistool zijn gezaagd. Vermoedelijk is de loop van het gas/alarmpistool verwijderd en vervangen door een zelf gefabriceerde loop en zodoende is omgebouwd naar een vuurwapen om munitie mee te verschieten.
(…)
Zelf gefabriceerde lopen
In de vuilniszakken in tuin werden zelf gefabriceerde lopen aangetroffen. Ik zag dat deze lopen twee verschillende diameters hadden. Ik zag dat de diameters van deze zelf gefabriceerde lopen overeen kwamen met de rond ijzeren staven die in de woonkamer zijn aangetroffen. Ik zag dat de lopen zelf voorzien zijn van een zwarte verf. Ik heb het vermoeden dat tijdens het productie proces van deze lopen een fout is ontstaan en daarom zijn weggegooid. Vermoedelijk zijn soortgelijke lopen die op onderstaande afbeelding zijn te zien gebruikt om de gas/alarmpistolen om te bouwen naar verschillende kalibers vuurwapens waarmee munitie kan worden afgevuurd.
(…)
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden blijkt mij dat gas/alarmpistolen worden besteld op internet en afgeleverd bij de woning van [verdachte] . In de woning van [verdachte] zijn twee verschillende diameters lopen gefabriceerd. De lopen van de gas/alarm pistolen zijn verwijderd en vervangen door de zelf gefabriceerde loop. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen instructieboekjes en aangetroffen afgezaagde lopen zijn ten minste éénenveertig gas/alarmpistolen omgebouwd naar vuurwapens om projectielen mee te verschieten.
8. Het proces-verbaal van bevindingen ‘Creditcard ING [verdachte] ’, opgemaakt op 2 november 2021, voor zover inhoudende (p. 579):
• Op 9 juli 2021 werd een bedrag van € 684,00 afgeschreven naar www. [bedrijf] .com [naam] . De transactiedatum van de afschrijving was 7 juli 2021.
• Op 5 augustus 2021 werd een bedrag van € 2.221,50 afgeschreven naar www. [bedrijf] .com [naam] . De transactiedatum van de afschrijving was 4 augustus 2021.
• Op 6 augustus 2021 werd een bedrag van € 1.135,00 afgeschreven naar www. [bedrijf] .com [naam] . De transactiedatum van de afschrijving was 4 augustus 2021.
9. Het proces-verbaal van bevindingen ‘ING rekeningen [verdachte] ’, opgemaakt op 5 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 570):
In de onderzoeksperiode van 8 juli 2021 tot en met 6 september 2021 vonden 4 afschrijvingen plaats naar [bedrijf] met een totaalbedrag van € 5.523,20.
10. Het proces-verbaal van bevindingen ‘Uitlezen )iPhone 12’, opgemaakt op 14 september 2021, voor zover inhoudende (p. 444, 460, 464 en 476):
Op donderdag 9 september 2021 ben ik, verbalisant een onderzoek gestart in de veiliggestelde data uit de IPhone 12.
Gegevens IPhone
Apple-ID: [naam] @hotmail.com
T-Mobile
Op 10 juli 2021 en 22 juli 2021 stuurt T-Mobile een service bericht met daarin welkom in België. Onder documenten werd een kopie van een mail gevonden van [bedrijf] .be. Deze mail is van 23 juli 2021.
Onder bestandsnaam [IMG] van 16-08-2021 werd een foto aangetroffen van een handgeschreven briefje met vermoedelijk type wapens, kaliber en soorten lopen.
24 juli 2021
Op 24 juli 2021 werd er onder documenten een mail opgeslagen van [bedrijf] . De mail is gericht aan [naam] @hotmail.com. In de mail staat dat [verdachte] zijn bestelling van 10 zwarte Bruni’s binnen is.
[bedrijf]
10 Bruni's in voorraad
23 jul. 2021 10:39:58
[naam] @hotmail.com
Beste [verdachte] ,
De 10 zwarte Bruni's die je bestelde zijn aangekomen bij ons in de winkel, en dus
klaar voor afhaal.
3.4
Bewijsoverwegingen
3.4.1
Feit 1
Vrijspraak medeplegen voorhanden hebben wapens en munitie
Op 7 september 2021 zijn bij de aanhouding van de verdachte in de woning waar hij verbleef meerdere wapens en munitie aangetroffen.
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting is niet komen vast te staan dat een ander dan de verdachte daarbij enige betrokkenheid heeft gehad. De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit feit tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft gepleegd.
3.4.2
Feit 2
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) (zonder consent) gas- en alarmpistolen heeft besteld bij het bedrijf [bedrijf] / [bedrijf] in Tsjechië en deze bij de woning van de verdachte aan de [adres 2] te Zoetermeer heeft laten afleveren. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen 4 en 5 – over de aard van de
nade bewezenverklaarde periode onderschepte wapens – en de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] af dat het (ook) in de bewezenverklaarde periode steeds is gegaan om de invoer van gas- en alarmpistolen, zijnde wapens van categorie III. Ook volgt uit de bewijsmiddelen dat de verdachte (zonder consent) tien wapens in België heeft besteld en deze daar heeft opgehaald.
De gas- en alarmpistolen bouwde de verdachte in zijn woning om tot vuurwapens van categorie III. Deze door de verdachte (zonder erkenning) vervaardigde vuurwapens werden bij zijn woning door ‘een andere man’ opgehaald. Uit de verklaringen van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] leidt de rechtbank af dat de verdachte deze wapens voor [medeverdachte 1] verkocht en de verdachte mee deelde in de winst.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen zonder consent wapens van categorie III heeft doen binnenkomen, zonder erkenning vuurwapens van categorie III heeft vervaardigd en verhandeld en vuurwapens van categorie III heeft overgedragen.
Pleegperiode
Ten aanzien van het begin van de pleegperiode overweegt de rechtbank dat uit het dossier is gebleken dat eerst op 9 juli 2021 een bedrag van de rekening van de verdachte werd overgeschreven naar www. [bedrijf] .com met als transactiedatum 7 juli 2021. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij rond juli 2021 is begonnen met het ombouwen van de wapens. Gelet hierop zal de rechtbank de pleegperiode vanaf 7 juli 2021 bewezen verklaren.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij op 7 september 2021 te Zoetermeer,
- een wapen van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een
automatisch vuurwapen van het merk R9 Arms, model R9, kaliber 9x19 mm, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
en
- een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwd alarmpistool, merk BBM, model 315 Auto, kaliber 6.35 mm en
- een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwd gaspistool, merk Ekol, model Aras Magnum, kaliber 9 mm kort (9 x 17
mm) zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver en/of pistool
en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 40 stuks, 9 mm Luger pistoolmunitie en
- 5 stuks, 6.35 mm Geco pistoolmunitie en
- 5 stuks, 9 mm kort Sellier & Bellot pistoolmunitie
voorhanden heeft gehad
en
hij op 7 september 2021 te Zoetermeer,
- een wapen van categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een
alarm-/startrevolver, merk BBM, model Olympic 38, kaliber .22 Blanc,
voorhanden heeft gehad;
2.
hij in de periode van
7 juli2021 tot en met 7 september 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
- zonder erkenning vuurwapens van categorie III heeft vervaardigd en verhandeld,
en
- zonder consent wapens van categorie III heeft doen binnenkomen,
en
- vuurwapens van categorie III heeft overgedragen.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten een meldplicht bij de reclassering, een opname in een zorginstelling en een ambulante behandeling.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht mild te zijn bij de bepaling van de hoogte van het onvoorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf. De raadsman heeft daarnaast bepleit het voorwaardelijk deel te bepalen op minimaal één jaar en daaraan een lange proeftijd te verbinden van minimaal drie jaar. Aanvullend op het advies van de reclassering heeft de raadsman verzocht als bijzondere voorwaarden ook een urinecontrole en een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang vast te stellen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig gemaakt aan het doen binnenkomen van gas- en alarmpistolen vanuit Tsjechië en België. De verdachte heeft deze wapens gedurende een periode van twee maanden omgebouwd tot echte vuurwapens en deze vervolgens overgedragen en verhandeld. Daarnaast heeft de verdachte in een woning meerdere wapens en daarbij passende munitie voorhanden gehad. Eén van deze wapens, een automatisch vuurwapen, was doorgeladen. De verdachte heeft door wapens om te bouwen een bijdrage geleverd aan de verspreiding van vuurwapens. De door hem gepleegde feiten brengen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee en leiden tot onveiligheid in de maatschappij. Wapens worden meestal in het criminele circuit gebruikt om ernstige strafbare feiten mee te begaan. De verdachte heeft hieraan bijgedragen en niet nagedacht over het gevaar dat hij voor de samenleving heeft veroorzaakt. De verdachte heeft slechts rekening gehouden met zijn eigen financieel gewin en de bekostiging van zijn drugsverslaving. De rechtbank rekent de verdachte deze feiten zwaar aan, zeker ook omdat aan deze feiten slechts door ingrijpen van politie en justitie een einde is gekomen.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 13 januari 2022. Daaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van reclasseringsadviezen over de verdachte van 7 februari 2022 en 6 april 2022. Hieruit volgt dat er vanuit de reclassering zorgen zijn over het middelengebruik en het negatieve sociale netwerk van de verdachte. Ook is sprake van problemen op het gebied van psychosociaal functioneren. Bij de verdachte is al langere tijd sprake van een verslaving aan harddrugs. Ten tijde van de ten laste gelegde feiten had de verdachte, ten gevolge van deze verslaving, geen werk en daarmee geen inkomen. De reclassering concludeert dat de combinatie van bovenstaande factoren ertoe lijkt te hebben geleid dat de verdachte zich heeft laten verleiden tot het plegen van de bewezenverklaarde feiten. Volgens de reclassering is sprake van impulsief gedrag en lijkt de verdachte de consequenties van zijn handelen niet goed te hebben overzien. Zijn psychosociaal functioneren, negatieve sociale netwerk en drugsverslaving vormen daarmee risicofactoren voor eventueel nieuw delictgedrag. Gezien het problematisch en langdurig middelengebruik ziet de reclassering een noodzaak voor het inzetten van een klinische behandeling in een Forensische verslavingskliniek. De verdachte staat open voor hulpverlening en is gemotiveerd zijn gedrag te veranderen. De verdachte heeft zich vanuit detentie ook zelf aangemeld voor een behandeling bij een Forensische verslavingskliniek. Dit maakt dat de reclassering het risico op het onttrekken aan de eventueel op te leggen voorwaarden als laag inschat.
De reclassering adviseert bij een veroordeling van de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een opname in een zorginstelling en een ambulante behandeling.
De verdachte is op basis van de afgegeven indicatiestelling inmiddels op de wachtlijst geplaatst van de Forensische Verslavingsafdeling van GGZ Antes. Een precieze behandelduur valt vooraf niet vast te stellen.
De verdachte heeft ter terechtzitting oprecht spijt betuigd en inzicht getoond in zijn strafbare handelen. Hij heeft aangegeven zijn leven te willen veranderen en zich bereid verklaard zich te houden aan de door de reclassering voorgestelde voorwaarden.
De straf
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. Wel ziet de rechtbank in de persoon van de verdachte aanleiding om tot een lagere straf te komen dan geëist door de officier van justitie.
De rechtbank zal een deel van die straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd voor de duur van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de verslavingsproblematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.
De rechtbank ziet anders dan de raadsman geen aanleiding voor het opleggen van meer of andere bijzondere voorwaarden dan door de reclassering geadviseerd.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1, 2 en 3 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit pagina 425 van het dossier blijkt dat de kolomboormachine die in de woning van de verdachte is aangetroffen – net als de boor op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen – een boor van het merk Scheppach betreft. Volgens de verbalisant is deze kolomboormachine vermoedelijk gebruikt bij het vervaardigen van de vuurwapens.
De rechtbank zal – mede gelet op het voorgaande – de op de beslaglijst onder 1, 2 en 3 genummerde voorwerpen, te weten twee telefoons en een boor, verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 9, 14, 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
12 (twaalf) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179, 2594 AH te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd laat opnemen op de Forensische Verslavingsafdeling van Antes GGZ, of een soortgelijke instelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zodra de proeftijd is gestart of zoveel later als er een behandelplaats beschikbaar is voor de veroordeelde. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich aansluitend aan de opname in de instelling laat behandelen door een nader te indiceren instelling te bepalen door de reclassering. De ambulante behandeling
duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van
voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
de inbeslaggenomen goederen
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1, 2 en 3 genummerde voorwerpen, te weten:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: 2646612, wit, merk: IPhone);
2. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: 2647008);
3. 1 STK Boor (Omschrijving: 685880, blauw, merk: Scheppach).
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.C. Laagland, voorzitter,
mr. P. Burgers, rechter,
mr. W.R. van Hattum, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.C. Bloem, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 mei 2022.