Uitspraak
Beschikking op het op het op 14 november 2019 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
[gecertificeerde instelling] ,
Procedure
- de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) verzocht om, naast het onderzoek in het kader van gezag en omgang, een beschermingsonderzoek te verrichten en daarover aan de rechtbank te rapporteren en advies uit te brengen;
- bepaald dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] de vrouw
- iedere verdere beslissing ten aanzien van de echtscheiding en de nevenvoorzieningen aangehouden.
- de echtscheiding uitgesproken tussen de vader en de moeder;
- bepaald dat de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2012 te [geboorteplaats 1] , Verenigd Koninkrijk, en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te [geboorteplaats 2] , Verenigd Koninkrijk,
- bepaald dat het contact tussen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] en de moeder
- bepaald dat de moeder met ingang van 15 maart 2021
- iedere verdere beslissing ten aanzien van het gezag, de hoofdverblijfplaats, de zorgregeling c.q. omgangsregeling, de kinderalimentatie en de proceskosten aangehouden.
- het F4-formulier van 14 december 2021, van de moeder, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 6 februari 2022 van de vader, met bijlagen;
- het F9-formulier van 7 februari 2022 van de moeder, met bijlagen;
- het bericht van 16 februari 2022 van [jeugdhulporganisatie 2] ;
- het F9-formulier van 14 maart 2022 van de vader, met bijlagen;
- het F9-formulier van 14 maart 2022 van de moeder, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 17 maart 2022 van de vader, met bijlagen.
een gecombineerde behandelingvan zowel de onderhavige verzoeken als de verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling en vervanging van de gecertificeerde instelling (C/09/622203 en JE RK 21-2942) en het verzoek ten aanzien van de geschillenregeling (C/09/622054 en JE RK 21-2919). Op deze verzoeken zal bij afzonderlijke beschikking worden beslist. Op het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling is reeds mondeling beslist. De schriftelijke uitwerking daarvan is in een afzonderlijke beschikking vastgelegd.
- de moeder bijgestaan door haar advocaat en een tolk;
- de vader bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] namens [gecertificeerde instelling] .
Voorliggende verzoeken en verweer
- primair: de hoofdverblijfplaats van de kinderen vast te stellen bij de moeder;
subsidiair: te bepalen dat op ieder adres één kind wordt ingeschreven, zodat beide ouders gebruik kunnen maken van de fiscale tegemoetkomingen; - een zorgregeling vast te stellen, waarbij de kinderen 50% van de tijd bij de moeder zullen verblijven en 50% van de tijd bij de vader, dan wel de ene week bij de moeder zullen verblijven en de andere week bij de vader, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen, zulks conform het schema dat is gevoegd bij het concept-ouderschapsplan;
- een door de vader aan de moeder te betalen kinderalimentatie vast te stellen van
- (naar de rechtbank begrijpt)
- subsidiair: de hoofdverblijfplaats van de kinderen vast te stellen bij de vader;
- de eindbeslissing over de zorg- c.q. omgangsregeling aan te houden voor de duur van negen maanden;
- de draagkracht van de vader en moeder opnieuw te berekenen aan de hand van de huidige inkomensgegevens;
Beoordeling
U brengt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] op woensdag in de even weken om 13.30 uur naar ons kantoor op de [adres] , [postcode] [plaats] en haalt de kinderen hier weer om 17.00 uur op.”De moeder is op dat moment op het kantoor van [gecertificeerde instelling] aanwezig, zodat zij contact kan hebben met de kinderen. Zij mag de kinderen dan ook meenemen naar haar huis. [gecertificeerde instelling] benadrukt nogmaals dat contactherstel met de moeder in het belang is van de kinderen en dat er geen bezwaren zijn tegen onbegeleid contact en een co-ouderschapsregeling.
voorlopigeen kinderalimentatie voor de kinderen aan de vader zal voldoen van € 75,- per kind per maand. De kinderalimentatie is vastgesteld aan de hand van de volgende uitgangspunten: de behoefte van de kinderen bedraagt € 1.457,- in 2021, de draagkracht van de vader bedraagt
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2012 in [geboorteplaats 1] , Verenigd Koninkrijk;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats 2] , Verenigd Koninkrijk;