ECLI:NL:RBDHA:2022:3697

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
09/767285.20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor poging tot uitvoer van cocaïne en voorbereidingshandelingen voor gijzeling en vrijheidsberoving

Op 22 april 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder de poging tot uitvoer van 65 kilogram cocaïne en voorbereidingshandelingen voor gijzeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 11 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 samen met anderen handelingen heeft verricht die gericht waren op het ontvoeren van [persoon 1] en leden van de [familie naam]. De verdachte werd ook beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Tijdens de zittingen zijn verschillende bewijsstukken gepresenteerd, waaronder chatberichten van de verdachte via Encrochat, waarin hij betrokkenheid bij de drugshandel en de voorbereidingen voor de gijzeling besprak. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, waarbij de ernst van de feiten en de impact op de samenleving zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging, die onder andere de rechtmatigheid van het Encrochat-onderzoek aanvoerden, verworpen. De verdachte werd vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar de bewezenverklaring van de overige feiten leidde tot een zware straf.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767285-20
Datum uitspraak: 22 april 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvend op een geheim, bij justitie bekend adres.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 6 oktober 2020, 30 november 2020, 22 januari 2021 en 16 april 2021 (allen pro forma) en 22 en 23 maart 2022 (inhoudelijke behandeling) en 22 april 2022 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. F.A. Kuipers en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw
mr. N.M.H.M. den Dekker naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de terechtzitting van 22 januari 2021 - ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Inleiding
Aan de verdachte is een zestal strafbare feiten tenlastegelegd.
Onder feit 1 wordt hij ervan verdacht dat hij in de periode van 11 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 in Voorburg en/of Gouda samen met anderen een misdrijf heeft voorbereid waar naar de wettelijk omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, te weten gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving, moord, doodslag, zware mishandeling, diefstal met geweld, afpersing, opzettelijk brandstichten en/of een ontploffing met gevaar voor personen of goederen teweeg brengen, gericht tegen [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] en/of meer leden van de [familie naam] ., door onder meer bakens, PGP-telefoons, een vuurwapen, een mes, documenten met namen en adressen van voornoemde personen en briefjes met daarop de tekst ‘voorkom onherstelbare schaden en breng onze spullen terug bel of sms [nummer] laatste kans!’ voorhanden te hebben.
Onder feit 2 wordt hem verweten dat hij op 30 juni 2020 in Voorburg een vuurwapen van categorie III, te weten een omgebouwde gasrevolver van het merk Mauser en 50 patronen voorhanden heeft gehad.
Onder feit 3 is aan hem tenlastegelegd dat hij zich op 20 mei 2020 in Voorthuizen samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [persoon 1] door hem onder andere te traceren op een adres in Voorthuizen, een slaande beweging naar hem te maken, hem te zeggen dat hij moest meekomen, bij hem in de auto te stappen, te zeggen dat hij naar Helmond moest rijden, te zeggen dat hij een auto moest volgen en hem vast te pakken en trachten tegen te houden toen hij de auto uit wilde stappen.
Onder feit 4 wordt hem verweten dat hij op 7 juni 2020 in Waddinxveen samen met een ander [persoon 3] heeft bedreigd door met een vuurwapen bij haar aan te bellen, met een vuurwapen de woning binnen te gaan, tegen haar te zeggen dat ze maar in haar tuin moest kijken en een handgranaat in haar tuin te leggen.
Onder feit 5 is primair aan de verdachte tenlastegelegd de poging tot uitvoer van 65 kilogram cocaïne in de periode van 7 mei 2020 tot en met 11 mei 2020 in Voorburg, Helmond en/of Gouda samen met anderen door onder andere contact te leggen en onderhouden met een transporteur, leveranciers en afnemers, afspraken te maken over het transport en de 65 kilogram cocaïne heeft overgedragen aan de transporteur en dat hij in de periode van 7 mei 2020 tot en met 11 mei 2020 samen met anderen 65 kilogram cocaïne aanwezig heeft gehad.
Subsidiair wordt hem verweten dat hij in de periode van 7 mei 2020 tot en met 11 mei 2020 voorbereidingshandelingen heeft verricht ten aanzien van de uitvoer van 65 kilogram cocaïne door hierbij behulpzaam te zijn door gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en voorwerpen en vervoersmiddelen voorhanden te hebben die waren bestemd tot het plegen van dat feit. De verdachte zou hiertoe PGP-telefoons voorhanden hebben gehad en daarvan gebruik hebben gemaakt en met anderen overleg hebben gevoerd over het transport van de 65 kilogram cocaïne.
Tot slot wordt de verdachte onder feit 6 verweten dat hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 11 mei 2020 in Nederland en/of België samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden MDMA, methamfetamine, amfetamine en cocaïne door hierbij behulpzaam te zijn door gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben die waren bestemd tot het plegen van dat feit. Hiertoe zou de verdachte onder meer PGP-telefoons voorhanden hebben gehad, die hebben gebruikt in de communicatie met zijn mededaders, inlichtingen hebben verschaft over een kade in Antwerpen waar verdovende middelen uit een container kunnen worden gehaald, prijsafspraken hebben gemaakt en hebben bemiddeld over de levering en het transport van synthetische drugs en cocaïne.
3.2
Encrochat
3.2.1.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging zijn verweren gevoerd, die zien op de vraag of de manier waarop in deze zaak gegevens zijn verkregen uit de zogenaamde Encrochatdata, rechtmatig is. Deze verweren zijn opgenomen in het eerste gedeelte van de pleitaantekeningen. Kort samengevat komen deze verweren op het volgende neer. Het onderzoek [onderzoeksnaam 2] moet worden gezien als een voorbereidend onderzoek tegen de verdachte, dan wel zijn de gegevens die in [onderzoeksnaam 2] zijn verkregen van bepalende invloed geweest op het onderzoek tegen de verdachte, te weten [ onderzoeksnaam 1] . Er is in [onderzoeksnaam 2] sprake geweest van een onderzoek dat zich niet alleen richtte op het bedrijf Encrochat, maar ook op individuele gebruikers. De vraag blijft hoe de privacybelangen van deze gebruikers zijn afgewogen tegen het opsporingsbelang. De verdediging heeft geen kennis kunnen nemen van de daarop betrekking hebbende onderliggende stukken. Daarmee is het recht op een eerlijk proces van de verdachte geschonden. Een beroep op het vertrouwensbeginsel gaat hier niet op nu het onderzoek naar Encrochat in Frankrijk mede heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten. Deze verantwoordelijkheid heeft ook geleid tot het aanvragen van de machtiging ex artikel 126uba en 126t van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Deze machtiging biedt echter geen wettelijke grondslag voor het doorzoeken en verwerken van de Encrochatdata. Er is sprake van een ernstig en onherstelbaar vormverzuim, als bedoeld in artikel 359a Sv, en van schending van Europees recht, te weten artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Handvest van de EU. Nu ook de rechtbank geen adequate controle kan uitoefenen op de vergaring en verwerking van de Encrochatdata, is er sprake van strijd met artikel 6 EVRM. Dit alles moet leiden tot uitsluiting van het bewijs van alle Encrochatdata, en daarmee tot vrijspraak van de verdachte. Subsidiair wordt een beroep op strafvermindering gedaan.
3.2.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer. Zij heeft in haar reactie – kort samengevat - een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het vergaren van de betreffende data, de hack van Encrochat en anderzijds het opslaan, onderzoeken en verwerken van de data in Nederland. Volgens de officier van justitie geldt ten aanzien van het onderzoek in Frankrijk het vertrouwensbeginsel. Er is geen sprake van betrokkenheid van Nederland bij de ontwikkeling van de interceptietool, noch van Nederlandse invloed op het opsporingsonderzoek in Frankrijk. Voor de fase van het onderzoek in Nederland biedt de uitvoerig gemotiveerde machtiging ex artikel 126uba en 126t Sv een passende wettelijke grondslag. Van belang daarbij is nog dat dit een onderzoek betreft als bedoeld in titel V van Boek I Sv, die ziet op onderzoek naar criminele verbanden en alle daarbij betrokken personen. Er heeft op adequate wijze een inhoudelijke belangenafweging en een inkadering door de rechter-commissaris plaatsgevonden. Alle relevante stukken daaromtrent zijn ter kennis van de verdediging gebracht. Er is al met al geen sprake van schending van artikel 6 EVRM.
3.2.3
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat in ieder geval bij een aantal van de aan de verdachte tenlastegelegde feiten de chatberichten, die afkomstig zijn uit de Encrochatdata een bepalende rol hebben gespeeld. Ook neemt de rechtbank aan dat – door het live meelezen of later lezen van de inhoud van chatberichten en het kennis nemen van de inhoud van andere data – sprake is geweest van een inbreuk op de privacy van de gebruikers van Encrochat telefoons. De officier van justitie en de verdediging gaan daar ook van uit.
De door de verdediging gevoerde verweren hebben betrekking op de vraag of de manier waarop de Encrochatdata zijn verkregen, geanalyseerd en gebruikt, in strijd is met het bepaalde in onder meer artikel 8 EVRM, artikel 6 EVRM en het Wetboek van Strafvordering. Zoals de officier van justitie in haar requisitoir heeft genoemd, en bij de rechtbank (en naar zij aanneemt ook bij de verdediging) bekend is, zijn er recentelijk door andere rechtbanken meerdere uitspraken gedaan over vergelijkbare zaken. Waar dat aangewezen is, zal de rechtbank aansluiten bij (de opbouw van) overwegingen uit die uitspraken, uit praktische overwegingen en omwille van de rechtseenheid.
Beschikbare stukken over Encrochat
Door de officier van justitie is een groot aantal stukken aan het dossier van de zaak [ onderzoeksnaam 1] toegevoegd. Dit betreft ten eerste een gedeelte in het algemeen dossier, na pagina 1285 (niet doorgenummerd).
Daarin zijn onder meer opgenomen:
  • een aantal processen-verbaal van de Nederlandse politie;
  • een brief van het Landelijk Parket van 28 september 2020;
  • een proces-verbaal van bevindingen van de rechter-commissaris van de rechtbank Rotterdam van 20 september 2020;
  • vertalingen van (kort gezegd) Franse processen-verbaal en beslissingen.
Vervolgens heeft de officier van justitie ook nog aan het dossier toegevoegd:
  • de beschikking ex artikel 149b Sv van de rechters-commissaris van de rechtbank Rotterdam van 11 oktober 2021;
  • de vordering tot toepassing van artikel 149b Sv van 23 september 2021;
  • een proces-verbaal aanvraag binnendringen en onderzoek doen geautomatiseerd werk van 13 maart 2020;
  • een begeleidend schrijven bij deze aanvraag van 16 maart 2020;
  • een proces-verbaal Titel V beschrijving NN gebruikers Encro c.s. van 13 maart 2020;
  • een machtiging ex artikel 126uba en 126t Sv van de rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam van 27 maart 2020, en verlengingen van deze machtiging;
  • een brief van 24 maart 2021 van het Landelijk Parket over een uitspraak van de rechter in Groot-Brittannië d.d. 5 februari 2021;
  • een proces-verbaal van bevindingen inzake het ter beschikking stellen van informatie van [onderzoeksnaam 2] aan het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] van 4 maart 2022.
Beschrijving van Encrochat
Uit de hiervoor genoemde stukken leidt de rechtbank het volgende af. Encrochat was een aanbieder van telefoons. Met deze telefoons konden (door middel van de Encrochat-applicatie) versleutelde chats worden verzonden en ontvangen. Met deze telefoons kon onderling worden gebeld. Ook was het mogelijk om notities te bewaren op de telefoontoestellen. De gebruiker had niet de mogelijkheid om zelf applicaties te installeren op het toestel en was dus beperkt tot het gebruik van de applicaties die er door de leveranciers op gezet werden. Gebruikers kochten een telefoontoestel waarop de Encrochat-applicaties vooraf geïnstalleerd waren in combinatie met een abonnement op de service. Een Encrochat telefoon werd geleverd met een simkaart waarmee alleen dataverkeer verzonden en ontvangen kon worden. De inhoud van een Encrochat telefoon kon door de gebruiker volledig worden gewist. Dit werd een panic-wipe genoemd. Door Encrochat zijn diverse typen telefoontoestellen geleverd voor het gebruik van de Encrochat-applicatie. Door middel van de Encrochat-applicatie konden de gebruikers alleen onderling en één-op-één communicatie voeren. Er konden geen groepsgesprekken worden gevoerd. De onderlinge communicatie kon tot stand komen nadat een gebruiker zijn gebruikersnaam, ‘username’ stuurde naar een andere gebruiker, met het verzoek om toegevoegd te worden aan diens contactenlijst. De ander moest dit verzoek eerst accepteren voordat onderlinge communicatie mogelijk was. Gebruikers konden elkaars username opslaan in hun contactenlijst onder een zelfgekozen omschrijving, een zogenaamde nickname. Er kon dus slechts gecommuniceerd worden (chatten en bellen) met contacten in de contactenlijst; niet met overige Encrochat gebruikers ook al was daarvan de gebruikersnaam bekend. Een chat kon bestaan uit tekstberichten en foto’s. De berichten verliepen in principe na een vooraf ingestelde verwijdertijd, ook wel burn-time genoemd, die standaard was ingesteld op zeven dagen.
Het onderzoek naar Encrochat
Telefoons van Encrochat zijn in diverse strafrechtelijke onderzoeken aangetroffen en in beslag genomen bij personen die van ernstige strafbare feiten werden verdacht. De indruk is ontstaan bij de politie dat deze telefoons vrijwel uitsluitend in het (georganiseerde) criminele circuit werden gebruikt. De gebruikers van de Encrochat telefoons waren (doorgaans) onbekend. De onmogelijkheid om de telefoons te herleiden tot de persoon die de telefoon gebruikte, zou volgens de politie maken dat Encrochat populair was binnen bepaalde typen van criminaliteit. De mogelijkheden van burn-time en panic-wipe maakten dat ook in geval van inbeslagneming van de telefoons, als de telefoon al kon worden ontsleuteld, er maar zeer beperkt berichtenverkeer kon worden uitgelezen.
Op 30 januari 2020 heeft een Franse rechter op aanvraag van het Franse Openbaar Ministerie toestemming gegeven om een interceptietool te installeren op een Encrochatserver in Roubaix, Frankrijk. De Franse politie heeft vervolgens deze interceptietool op 1 april 2020 geïnstalleerd. Door de inzet van de interceptietool kon in de periode van 1 april 2020 tot en met 26 juni 2020 live informatie van Encrochat telefoons worden verzameld. De aldus verzamelde data werden op computersystemen in Frankrijk opgeslagen. De werking van de interceptietool valt onder militair staatsgeheim in Frankrijk.
In het begin van 2020 is overleg gevoerd door politie en justitie uit verschillende landen met als doel te komen tot een gecoördineerde aanpak bij de vervolging van het bedrijf Encrochat en de daaraan gelieerde personen. Het gezamenlijk overleg heeft geleid tot de oprichting van een Joint Investigation Team (JIT) op 10 april 2020. Alle door Frankrijk verzamelde data zijn in het JIT gevoegd in het gezamenlijke onderzoekdossier en op die manier gedeeld met alle JIT partners, waaronder Nederland. Op basis hiervan konden de Encrochatdata verstrekt worden ten behoeve van onderzoek en vervolging door het Openbaar Ministerie in Nederland.
Het Franse onderzoeksteam heeft de Nederlandse politie toegang gegeven tot de Encrochatdata via een beveiligde verbinding met de computersystemen in Frankrijk. De Encrochatdata zijn vervolgens door Nederlandse opsporingsambtenaren vanaf het Franse computersysteem, met een zo klein mogelijke vertraging, gekopieerd naar het onderzoeksnetwerk van de Nederlandse politie. De aldus verkregen data vanuit Frankrijk, veelal bestaand uit chatberichten, is volgens de politie de dataset die de politie in Nederland heeft verkregen binnen het onderzoek [onderzoeksnaam 2] . Verder heeft het Franse onderzoeksteam nog op 4 verschillende momenten, te weten januari 2019, oktober 2019, februari 2020 en juni 2020, een kopie gemaakt van de Encrochat infrastructuur en de informatie die op dat moment beschikbaar was op de verschillende servers. Deze informatie is ook gedeeld met Nederland. Dit betrof ook andere data dan alleen berichten.
Onderzoek [onderzoeksnaam 2]
Op 10 februari 2020 is door het Nederlandse Openbaar Ministerie onder de naam [onderzoeksnaam 2] een onderzoek gestart gericht op het bedrijf Encrochat, de directeuren van het bedrijf, de verkopers van de Encrochat telefoons van het bedrijf en daarnaast op de onbekende gebruikers van de Encrochat applicatie die zich schuldig maken aan diverse vormen van georganiseerde criminaliteit. Dit onderzoek kwam voort uit het hierboven genoemde Franse onderzoek. In het kader van onderzoek [onderzoeksnaam 2] heeft het Openbaar Ministerie in maart 2020 bij de rechter-commissaris een vordering ingediend om een machtiging te verstrekken voor een bevel op grond van artikel 126uba en 126t Sv, tot het binnendringen van een geautomatiseerd werk en het bevel opnemen van (tele)communicatie. Deze vordering ziet er op de uit Frankrijk verkregen Encrochatdata te mogen analyseren en gebruiken. Bij de vordering is aan de rechter-commissaris een lijst overgelegd van al lopende onderzoeken waarin sprake was van in georganiseerd verband gepleegde feiten en waarbij gebruik werd gemaakt van Encrochat telefoons. Verder zou in het Nederlandse onderzoek gebruik gemaakt worden van filtering van de te onderzoeken chatberichten op steekwoorden, die gelieerd zijn aan criminele activiteiten die naar hun aard worden gepleegd in georganiseerd verband, zoals (grootschalige) handel in verdovende middelen en voorbereidingshandelingen tot het plegen van liquidaties.
De machtiging van de rechter-commissaris van 27 maart 2020
De machtiging ex artikel 126uba en 126t Sv is door de rechter-commissaris afgegeven op 27 maart 2020. In die machtiging heeft de rechter-commissaris aangegeven dat er een noodzaak bestaat tot het kennisnemen van de Encrochatdata. Daar staat tegenover dat er bescherming moet zijn van de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers van de Encrochat telefoons. Op grond van de aan de vordering ten grondslag liggende processen-verbaal kan worden aangenomen dat gebruikers van de Encrochat telefoons juist de inhoud van hun communicatie willen verhullen en dat onderzoek daarnaar niet op een andere of minder ingrijpende wijze kan plaatsvinden. Daarmee is voldaan aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Vervolgens zijn door de rechter-commissaris afwegingen gemaakt en voorwaarden gesteld, om de te verwachten privacy-schendingen zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde fishing expeditions te voorkomen. De rechter-commissaris heeft in dat verband voorwaarden gesteld aan de wijze van verwerking en opslag van de gegevens. Zo is bepaald dat deze slechts kunnen worden doorzocht met vastgestelde zoeksleutels, dat de vergaarde informatie zal worden voorgelegd aan de rechter-commissaris en slechts met toestemming van de rechter-commissaris ter beschikking zal worden gesteld aan onderzoeken naar ernstige strafbare feiten. In het proces-verbaal van bevindingen van de rechter-commissaris van 20 september 2020 is uiteengezet dat de officier van justitie telkens de op deze manier vergaarde informatie heeft gebruikt na toestemming van de rechter-commissaris, in de oorspronkelijke onderzoeken op de lijst en in later aan de lijst toegevoegde onderzoeken. Daartoe is telkens schriftelijke toestemming per mail gegeven, met uitzondering van incidentele verstrekkingen in zogenaamde threat to life-situaties, waarin door de rechter-commissaris telefonische toestemming tot verwerking van de gegevens is gegeven. Een threat to life-situatie houdt in dat acuut moet worden ingegrepen gelet op de gerede vrees voor het leven of ernstige gezondheidsschade voor personen.
Onderzoek [ onderzoeksnaam 1]
Het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] heeft aanvankelijk niet op de lijst gestaan met al bekende lopende onderzoeken. Blijkens het proces-verbaal van 4 maart 2022 is er rond 12 mei 2020 een situatie onderkend die duidde op een mogelijke threat to life-situatie. Bij lezing van enkele chats kwamen aanwijzingen naar voren over een niet geleverde partij verdovende middelen van 65 kilo en het feit dat voor het niet leveren daarvan [persoon 1] in beeld kwam. Over hem werd in de chats geschreven dat hij moest worden gezocht en er werd ook gezocht naar zijn familieleden met de dreiging van ontvoering. Aanvankelijk is deze informatie in de vorm van een afschermproces-verbaal vanuit [onderzoeksnaam 2] ter beschikking van de politie-eenheid Den Haag gesteld. Dit heeft geleid tot het starten van het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] . In nader onderzoek van de chatberichten kwamen verder termen voor die ook voorkwamen in de zoekwoordenlijst, zoals bedoeld in de machtiging ex artikel 126uba Sv. Met toepassing van artikel 126dd Sv zijn deze gegevens vervolgens vanuit [onderzoeksnaam 2] ter beschikking gesteld aan onderzoek [ onderzoeksnaam 1] . Op 17 juni 2020 is onderzoek [ onderzoeksnaam 1] toegevoegd aan de lijst van onderzoeken in het kader van [onderzoeksnaam 2] .
Beoordeling van de verweren m.b.t. de verwerving van Encrochatdata in Frankrijk en de werking van het vertrouwensbeginsel
Uit de inhoud van de hiervoor genoemde stukken volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de interceptie van de Encrochatdata heeft plaatsgevonden door de Franse politie, na machtiging van een Franse rechter en onder gezag van een Franse officier van justitie.
Het is vaste jurisprudentie dat het internationale vertrouwensbeginsel met zich meebrengt dat ten aanzien van de onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten van een andere tot het EVRM toegetreden Staat, de taak van de Nederlandse strafrechter is beperkt tot het waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op zijn recht op een eerlijk proces, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM. Het is niet de taak van de Nederlandse strafrechter om te toetsen of de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, strookt met de in het desbetreffende buitenland geldende rechtsregels.
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat het vertrouwensbeginsel in deze zaak geldt, omdat het verwerven van de Encrochatdata in Frankrijk heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten. Dat interceptie op een andere manier dan via de hack van de zich in Frankrijk bevindende server heeft plaatsgevonden, is niet gebleken. Ook is niet aannemelijk geworden dat de Nederlandse autoriteiten bemoeienis hebben gehad met de ontwikkeling van de interceptietool of dat op de een of andere manier het onderzoek in Frankrijk onder verantwoordelijkheid van Nederland heeft plaatsgevonden dan wel dat er sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid met Nederland voor het onderzoek dat in Frankrijk heeft plaatsgevonden. Dat via de hack van de server ook informatie is verkregen van telefoons van Nederlandse gebruikers, maakt nog niet dat dat een onderzoekshandeling is die heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten.
Het vertrouwensbeginsel leidt er dan toe dat de rechtbank in beginsel mag en moet veronderstellen dat de verwerving van de Encrochatdata in Frankrijk rechtmatig heeft plaatsgevonden. Als gevolg daarvan is de Nederlandse rechter niet gehouden om te toetsen of de inzet van de interceptietool berustte op een geldende wettelijke grondslag in Frankrijk. De Nederlandse rechter treedt ook niet in de toetsing van een mogelijke inbreuk op het in artikel 8 EVRM vervatte recht op eerbiediging van het privéleven, omdat het buitenlandse recht, dat in de Nederlandse strafzaak niet ten toets staat, van doorslaggevende betekenis is voor de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van een dergelijke inbreuk. Ook de vraag naar de status en betrouwbaarheid van de in Frankrijk ingezette interceptietool, ligt niet ter toetsing aan de Nederlandse rechter voor.
Dit is mogelijk anders bij een gegrond vermoeden van een flagrante schending van het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in artikel 6 EVRM. Dit is ook anders als feitelijk sprake is geweest van een onderzoek onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten in Frankrijk. Daarvan is echter naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest, zoals hiervoor uiteengezet. Het gegeven dat de werking van de ingezette interceptietool in Frankrijk als militair staatsgeheim wordt beschouwd, levert niet zonder meer een flagrante inbreuk op het recht op een eerlijk proces op.
Beoordeling van de verweren m.b.t. de verwerking van Encrochatdata in Nederland en de status van de machtiging ex artikel 126uba en 126t Sv.
De rechtbank stelt voorop dat onderzoekshandelingen met betrekking tot de verkregen Encrochatdata in het kader van [onderzoeksnaam 2] en [ onderzoeksnaam 1] in Nederland hebben plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft mede plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek ten aanzien van de verdachte. De aldus verkregen onderzoeksgegevens zijn in ieder geval ten aanzien van een aantal feiten die aan hem worden verweten van bepalende invloed geweest op het verdere verloop van het opsporingsonderzoek. De rechtbank zal daarom, met toepassing van artikel 359a Sv, toetsen of er bij de verwerking van de chatberichten door de Nederlandse opsporingsambtenaren de door de verdediging gestelde vormverzuimen hebben plaatsgevonden.
Het Openbaar Ministerie heeft voor het verrichten van onderzoek aan de Encrochatdata
een machtiging gevraagd bij de rechter-commissaris gebaseerd op artikel 126uba en 126t Sv. Dit betreft een wettelijke bepaling, neergelegd in Titel V van Boek I Sv, die strekt tot het binnendringen van een geautomatiseerd werk of gegevensdrager bij een verdenking van georganiseerde misdaad. In dat verband is de kring van personen die onderzocht mag worden groter dan individuele verdachten, nu het gaat om een onderzoek naar groeperingen in de sfeer van ernstige strafbare feiten, in het kader van de georganiseerde misdaad.
Hoewel het binnendringen, de hack, op zichzelf nu juist in Frankrijk heeft plaatsgevonden, heeft het Openbaar Ministerie gemeend dat voor het daadwerkelijk verwerken en onderzoeken van de aldus verkregen gegevens een voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris noodzakelijk is. Op deze manier is in de visie van de officier van justitie getoetst of werd voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en zijn waarborgen ingebouwd ten aanzien van voorzienbare privacy-schendingen en mogelijke inbreuken op artikel 8 EVRM.
Als de hack in Nederland zou hebben plaatsgevonden, dan zouden de artikelen 126uba Sv en 126t Sv, gezien de aan de vordering van het Openbaar Ministerie ten grondslag liggende stukken en de strekking van de genoemde artikelen, een juiste wettelijke basis zijn geweest voor het vergaren van de gegevens. In die stukken is omschreven wat de verdenking betreft tegen het bedrijf Encrochat, de daaraan verbonden personen en de onbekende gebruikers van de Encrochat applicatie.
Naar het oordeel van de rechtbank bieden de artikelen ook een wettelijke grondslag voor het opslaan, inzien en onderzoeken van de na binnendringen van een geautomatiseerd werk verkregen gegevens. Een andere uitleg zou immers maken dat de bevoegdheid zinloos is. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van een onderzoek dat bij wet is voorzien.
De rechtbank is van oordeel dat de door het Openbaar Ministerie en de rechter-commissaris gekozen benadering maximale waarborgen biedt ter voorkoming van onnodige inbreuken op de privacy van individuele Encrochatgebruikers, en in overeenstemming is met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Uit de inhoud van de machtiging van de rechter-commissaris blijkt dat deze de vereiste afwegingen gemotiveerd heeft gemaakt, en strikte voorwaarden heeft verbonden aan het onderzoek, ter voorkoming van privacy-schendingen en fishing expeditions. Deze waarborgen voldoen naar het oordeel van de rechtbank aan de eisen die voortvloeien uit het EVRM. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2020 blijkt dat ook daadwerkelijk controle door de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden, en dat in voorkomende gevallen toestemming tot het verwerken en gebruiken van Encrochatdata ook is geweigerd.
Dit alles brengt de rechtbank tot het oordeel dat het met gebruikmaking van de machtiging ex artikel 126uba en 126t Sv verwerken en onderzoeken van de uit Frankrijk verkregen Encrochatdata in Nederland berust op een adequate wettelijke grondslag, en dat daarbij de waarborgen zoals neergelegd in onder meer artikel 8 EVRM zijn onderkend en gewogen. Er is dan ook geen sprake van een onrechtmatige inmenging in het privéleven van de verdachte.
Delen van de gegevens met onderzoek [ onderzoeksnaam 1]
De relevante Encrochatdata zijn na voornoemd verkregen machtiging, aan het dossier [ onderzoeksnaam 1] toegevoegd, aanvankelijk op de voet van artikel 126dd Sv, en later omdat [ onderzoeksnaam 1] op 17 juni 2020 is toegevoegd aan de lijst van onderzoeken. De rechtbank is van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat het verwerken, analyseren en gebruiken van de gegevens in deze strafzaak op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden. In de hiervoor genoemde stukken, in het bijzonder het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022, en het proces-verbaal in de zaak [ onderzoeksnaam 1] is voldoende omschreven hoe de verdenking is ontstaan en op welke wijze uiteindelijk de data met het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] zijn gedeeld. Anders dan de verdediging heeft gesteld, bood artikel 126dd Sv daarvoor voldoende grondslag.
Equality of arms
Het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] bevat naar het oordeel van de rechtbank alle noodzakelijke stukken en gegevens om te kunnen toetsen of de manier van gebruik van de Encrochatdata in Nederland al dan niet in strijd is met het bepaalde in artikel 6 EVRM. Er is dan ook geen sprake van strijd met het beginsel van equality of arms. Naar het oordeel van de rechtbank geven de desbetreffende stukken voldoende inzicht in en transparantie over de wijze van onderzoek aan de Encrochatdata in Nederland, en meer specifiek in het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] . De afwegingen die in het onderzoek zijn gemaakt en de verrichte opsporingshandelingen zijn in de desbetreffende stukken uiteengezet en geverbaliseerd. Weliswaar bevinden zich in de stukken zwartgelakte delen, maar deze beperking is getoetst door de rechter-commissaris en heeft plaatsgevonden op basis van een wettelijke grondslag, te weten artikel 149b Sv. Deze inperking is daarmee bij wet voorzien. Met het overleggen van de hiervoor genoemde stukken en de verbalisering van het onderzoek in het proces-verbaal [ onderzoeksnaam 1] , is er voldaan aan de verplichting van een deugdelijke verslaglegging en het bieden van transparantie.
Conclusie
Ten aanzien van het in Frankrijk verrichte gedeelte van het onderzoek geldt het internationale vertrouwensbeginsel. Voor zover het onderzoek in Nederland heeft plaatsgevonden is dat gebeurd op de adequate wettelijke grondslag van de artikelen 126uba Sv en 126t Sv en de door de rechter-commissaris verleende machtiging. Daarbij zijn waarborgen ter bescherming van de privacy opgenomen. Er is beoordeeld of is voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Er is daarmee naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van schending van artikel 8 EVRM. De rechtbank en de verdediging beschikken over genoeg inhoudelijke stukken om te kunnen toetsen of in het onderzoek op enigerlei wijze is gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 6 EVRM. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende transparantie geboden. Er is daarom geen sprake van schending van artikel 6 EVRM. Dit alles brengt de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake is geweest van enig onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot bewijsuitsluiting of strafvermindering. De verweren van de verdediging worden verworpen.
3.3
De tenlastegelegde feiten
3.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten en tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 5 en 6 ten laste gelegde feiten.
3.3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten onder 1, 3, 4, 5 en 6 dient te worden vrijgesproken.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
3.4.2
Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten. De rechtbank spreekt de verdachte hiervan vrij.
3.4.3.
De tenlastegelegde feiten [1]
Aanleiding onderzoek
Op 12 mei 2020 kwam er bij de politie in Den Haag een bericht van Europol binnen waaruit bleek dat er een criminele organisatie op zoek was naar een persoon vanwege het stelen van een grote partij drugs. De persoon waar de organisatie naar op zoek was betrof [persoon 1] . Hij zou in gevaar zijn. Naast [persoon 1] zouden ook zijn broer [persoon 2] , zijn ex-vrouw [persoon 3] en de schoonzoon van [persoon 2] , [persoon 4] , in gevaar zijn. Er zou dreiging zijn van ontvoering, letsel of een levensdelict. Via een afgeschermd proces-verbaal van Team Criminele Inlichtingen (TCI) is gemeld dat het leven van [persoon 1] en [persoon 3] in acuut gevaar zou zijn. [2]
Op 16 mei 2020 is door TCI informatie ontvangen dat er plannen waren om een aanslag te plegen op de sishalounge Andaluce in Gouda, [3] in verband met een partij verdovende middelen [4] . De [familie naam] is eigenaar van deze sishalounge. Later bleek dat deze dreiging verband zou houden met de dreiging richting [persoon 1] en zijn familie en de verdwenen partij verdovende middelen van 65 kilo [5] .
Naar aanleiding van deze meldingen is het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] gestart. De informatie uit het bericht van Europol en de informatie van TCI is, zo is later gebleken, afkomstig uit het onderzoek [onderzoeksnaam 2] .
De politie heeft vanuit het onderzoek [onderzoeksnaam 2] , dat zich richtte op het bedrijf Encrochat, chatberichten ontvangen van gebruikers van Encrochat die zien op de bedreiging van [persoon 1] , zijn familie en leden van de [familie naam] , die mede verantwoordelijk leken te worden gehouden voor het verdwijnen van de partij drugs. Het onderzoek [ onderzoeksnaam 1] heeft zich onder meer gericht op vijf van deze gebruikers, te weten de gebruikers die gebruik maakten van de accountnamen Zuidas, Barcaforever, Illevaihcam, Swampmango en Wavypower. De politie heeft de gebruikers van deze accountnamen geïdentificeerd. [6]
Zuidas
De politie heeft de gebruiker van het Encrochataccount Zuidas, gelet op de hierna volgende omstandigheden, geïdentificeerd als [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ).
Door andere Encrochatgebruikers is het account van Zuidas onder andere opgeslagen onder de namen ‘turk Helmond’, ‘dolle’, ‘helmd auto’ een ‘helmonda loods’.
Op 13 mei 2020 heeft Zuidas een gesprek gevoerd met Pezrapido. Pezrapido vroeg in dat gesprek aan Zuidas hoe de rechtszaak was. Zuidas reageerde dat er 28 maanden is geëist. Uit de justitiële documentatie van [medeverdachte 1] volgt dat de rechtbank Oost-Brabant op 27 mei 2020 uitspraak heeft gedaan in een strafzaak. De zitting van deze zaak zou dan op 13 mei 2020 hebben plaatsgevonden.
In datzelfde gesprek legt Zuidas aan Pezrapido uit waar zijn zaak gevestigd zit, namelijk achter de Praxis en Keukenconcurrent aan de [adres] . Gebleken is dat de straat achter de Praxis en de Keukenconcurrent in [adres] betreft. [medeverdachte 1] is eigenaar van het autobedrijf [naam] dat is gevestigd aan de [adres] te Helmond.
[medeverdachte 1] is op 20 mei 2020 samen met [medeverachte 2] aangehouden op de [adres] in Leusden op verdenking van de ontvoering van [persoon 1] . Op 20 mei 2020 hebben de gebruikers Dremin en Granpex een gesprek gevoerd over de aanhouding van Zuidas waarbij een foto is meegestuurd van de plek van de aanhouding. De foto betreft een afbeelding van Google Maps van de [adres] in Leusden.
Op 20 mei 2020 is er eveneens een gesprek gevoerd tussen de Encrochatgebruikers Dremin en Clawcliff over de aanhouding. Clawcliff wil de identiteit weten van de aangehouden persoon. Dremin zegt dat het gaat om [medeverdachte 1] , met bijnaam Dolle uit Helmond. [7]
Ten slotte heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij gebruik heeft gemaakt van Encrochat, en dat hij gebruik heeft gemaakt van de accountnaam Zuidas. [8]
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker van het account Zuidas was. Dat iemand anders van die accountnaam gebruik heeft gemaakt, zoals [medeverdachte 1] suggereert, is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden.
Barcaforever
De politie heeft de gebruiker van het Encrochataccount Barcaforever, gelet op de hierna volgende omstandigheden, geïdentificeerd als [verdachte] (hierna: [verdachte] ).
In twee chatgesprekken tussen andere Encrochatgebruikers is er gesproken over Barcaforever. Zo zei Thebelly in een gesprek met Earthlytonic op 13 mei 2020 over Barcaforever “ [verdachte] , voorberg”. In een gesprek tussen Elephantwater en Dustyblackcoat op 12 mei 2020 stuurde Elephantwater een foto van een papier waarop is geschreven “ [verdachte] [adres] Voorburg” en zegt daarbij dat dit de naam en het adres is van Barca.
Tot slot heeft op er 7 juni 2020 een gesprek plaatsgevonden tussen Barcaforever en Silversmoke waarin Barcaforever door Silversmoke werd bedreigd. Silversmoke stuurt een foto van het straatnaambordje [adres] en het naambordje van [nummer] met daarop de naam [verdachte] . Vervolgens zegt Silversmoke tegen Barcaforever dat “als het fout gaat ze je adres hebben” en “stuur nu alles naar kamper en die gasten”.
Uit de historische gegevens volgt dat de telefoon van het Encrochataccount Barcaforever het vaakst en in de nachtelijke uren gebruik maakte van basisstation [adres] te Voorburg. Binnen het bereik van dit basisstation valt ook het woonadres van [verdachte] , te weten de [adres] te Voorburg. [9]
Door [verdachte] is ter zitting verklaard dat hij vanaf april 2020 gebruikmaakte van het account Barcaforever, maar dat hij niet alle berichten vanaf dit account heeft verstuurd. Hij verklaarde dat zijn telefoon regelmatig door anderen, te weten de eigenaren van de 65 kilo cocaïne, werd afgepakt, waarna er door hen werd meegelezen met zijn berichten en ook berichten door hen werden gestuurd via het account van Barcaforever.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. [verdachte] heeft niet willen verklaren welke personen er met zijn berichten mee zouden lezen en wie er berichten via zijn account heeft gestuurd. [verdachte] heeft niet aangegeven welke berichten dan door anderen zouden zijn verstuurd, en hij heeft daar ook geen aannemelijke verklaring voor gegeven. De rechtbank ziet in het dossier dat [verdachte] veelal contact had met (handlangers van) de eigenaren van de 65 kilo cocaïne. De rechtbank begrijpt uit de verklaring van [verdachte] dat dit de personen waren die zijn telefoon zouden hebben afgepakt en berichten met zijn telefoon zouden hebben gestuurd. Dat zou dus betekenen dat zij vanaf de telefoon van [verdachte] berichten stuurden naar zichzelf of naar hun eigen contacten. Dit acht de rechtbank onaannemelijk.
Ook acht de rechtbank de verklaring van [verdachte] dat hij de telefoon pas vanaf april 2020 in gebruik zou hebben genomen onaannemelijk. Via het account van Barcaforever zijn al eerder dan april 2020 berichten verstuurd en er zijn geen berichten verstuurd waaruit zou blijken dat het account in de loop van april 2020 van eigenaar is gewisseld.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het account Barcaforever gedurende de hele periode, te weten de maanden maart tot en met juni 2020, is gebruikt door [verdachte] en dat alleen hij berichten heeft verstuurd via dit account.
Illevaihcam
De politie heeft de gebruiker van het Encrochataccount Illevaihcam, gelet op de hierna volgende omstandigheden, geïdentificeerd als [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ).
Door andere Encrochatgebruikers is het account van Illevaihcam onder andere opgeslagen onder de namen ‘ [diverse namen] ’. De berichten die met het account Illevaihcam zijn gestuurd zijn verstuurd in de Engelse taal.
Op 18 mei 2020 heeft Illevaihcam gesprekken gevoerd met Encrochatgebruiker Elephantwater waaruit kan worden opgemaakt dat Illevaihcam door Elephantwater wordt gestuurd om samen met Zuidas de locatie van de dief van de verdwenen partij cocaïne te achterhalen. Uit de chatberichten tussen Illevaihcam en Zuidas volgt dat Zuidas een ‘schone auto’ heeft gehuurd en vervolgens Illevaihcam heeft opgehaald.
Op 20 mei 2020 zijn verdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] aangehouden door de politie voor de ontvoering van [persoon 1] . Zij reden op dat moment in een gehuurde Kia Picanto. Zij hadden op dat moment allebei één PGP-telefoon bij zich. Na 20 mei 2020 zijn er geen gesprekken meer gevoerd via de accounts van Zuidas en Illevaihcam.
Op 25 mei 2020 vond een gesprek plaats tussen de Encrochatgebruikers Elephantwater en Exclusivealpha waarin Elephantwater zegt dat de ‘UK guy’ veertien dagen is gehouden. [medeverdachte 3] is op 25 mei 2020 door de rechter-commissaris veertien dagen in bewaring gesteld. [10]
Op grond van deze bevindingen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 3] de persoon is achter het account Illevaihcam.
Swampmango
De politie heeft de gebruiker van het Encrochataccount Swampmango, gelet op de hierna volgende omstandigheden, geïdentificeerd als [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4] ).
Bij andere Encrochatgebruikers stond bij het account van Swampmango een bijnaam geregistreerd, te weten ‘Budha’.
Uit de gesprekken die Swampmango met Barcaforever op 11 en 12 mei 2020 voert, volgt dat Swampmango naast Barcaforever verantwoordelijk wordt gehouden voor het verdwijnen van 65 kilo cocaïne die [persoon 1] gestolen zou hebben.
Op 5 juni 2020 heeft Barcaforever in een gesprek met Excitedradio aangegeven dat “zijn maat ook gaat meewerken en morgen ook komt”. Uit een gesprek dat Watertaco en Excitedradio op 6 juni 2020 hebben gevoerd volgt dat er iemand ergens aanwezig is met de bijnaam Budha. Er wordt daarbij een foto van een persoon gestuurd. In dat gesprek is eveneens een afbeelding van het identiteitsbewijs van die Budha gestuurd en hieruit volgt dat Budha verdachte [medeverdachte 4] betreft. In dat gesprek is verder aan de orde gekomen dat Budha flinke stompen op zijn gezicht heeft gekregen.
Op 7 juni 2020 is [medeverdachte 4] aangehouden door de politie en toen had hij onder andere een blauw oog en oppervlakkige verwondingen. Door een verbalisant is [medeverdachte 4] herkend als de persoon op de foto die in de chatberichten tussen Watertaco en Excitedradio van Budha is gestuurd. [11]
Op 8 juni 2020 vond een gesprek plaats tussen de gebruikers Clawcliff en Excitedradio. In dit gesprek stuurt Clawcliff een gesprek tussen de gebruikers Dremin en Swampmango door. In dit gesprek vraagt Dremin hoe het gesprek was. Swampmango zegt dat hij hoofdpijn heeft en een week de tijd heeft om met papieren te komen. Daarna stuurt hij: “ik heb halve blauwe hoofd vriend. Pfff”. [12]
Uit de historische gegevens volgt dat de telefoon die werd gebruikt door het Encrochataccount Swampmango het meest werd aangestraald bij drie basisstations in Nieuw-Vennep, waaronder ook het basisstation waarbinnen de woning van [medeverdachte 4] is gelegen. [13]
Op grond van de hiervoor genoemde bevindingen stelt de rechtbank vast dat het account van Swampmango werd gebruikt door [medeverdachte 4] .
Wavypower
De politie heeft de gebruiker van het Encrochataccount Wavypower geïdentificeerd als [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ). [14]
[medeverdachte 5] heeft bekend dat hij gebruik heeft gemaakt van het account Wavypower. [15]
Feit 1
Encrochatgesprekken met betrekking tot [persoon 1] en familieleden
In het dossier bevindt zich een groot aantal Encrochatgesprekken waaraan de verdachte met de accountnaam ‘Barcaforever’ heeft deelgenomen.
Uit de chatgesprekken blijkt – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende.
Op 11 mei 2020 schreef Barcaforever aan Dustyblackcoat dat hij geen contact kan krijgen met zijn transporteur en niet begrijpt hoe dat kan, omdat dit niet eerder is voorgekomen. Op diezelfde dag schreef Barcaforever dat hij geript is en dat hij druk bezig is met het vinden van het adres van de familie van de transporteur. Dustyblackcoat schreef aan Barcaforever dat Barcaforever zijn vrouw moet pakken. [16]
Op 11 mei 2020 schreef Exclusivealpha aan Barcaforever dat hij de vrouw moet gaan halen en ergens wegzetten zonder telefoon met twee man erbij, de hele nacht. [17]
Op 11 mei 2020 stuurde Barcaforever aan Swampmango het adres van [persoon 1] en twee afbeeldingen van het rijbewijs van [persoon 1] . Swampmango reageerde daarop met ‘grootste oplichter’ en ‘miljoen procent geript’. Barcaforever bevestigt dit. In het chatgesprek met Zuidas op diezelfde dag deelde Barcaforever foto’s van het rijbewijs van [persoon 1] en een foto van een auto die in gebruik is bij [persoon 1] . [18]
Op 12 mei 2020 schreef Barcaforever aan Swampmango dat hij onderweg is naar het huis van Zuidas om de gegevens van de broer en zoon te krijgen en op diezelfde dag schreef Barcaforever aan Niftydemon dat hij de gegevens van de broer en zoon van ‘krul’(de rechtbank begrijpt: [persoon 1] ) krijgt. [19]
Op 12 mei 2020 om 19:21 uur schreef Barcaforever aan Dustyblackcoat dat zij zojuist bij de broer naar binnen zijn gegaan en dat zij zich hebben voorgedaan als politieagenten. Via de broer is [persoon 1] gesproken en is hij bedreigd. [20] [persoon 2] , de broer van [persoon 1] , heeft bij de politie verklaard dat hij op 12 mei 2020 thuis overvallen was door mensen die zeiden dat ze van de politie waren. [persoon 2] moest vertellen waar zijn broer [persoon 1] was. [persoon 2] verklaarde dat, nadat hij de deur had geopend, twee mannen hem naar binnen drukten en hem tegen de muur aandrukten. [persoon 2] verklaarde dat ze hem goed stevig vast hielden en dat hij nergens heen mocht. [21]
Op 12 mei 2020 schreef Barcaforever aan Exclusivealpha dat [persoon 1] duidelijk is gemaakt dat het veel erger gaat worden als hij zich niet snel meldt en dat hij de naam en de woonplaats van zijn vriendin (de rechtbank begrijpt: [persoon 3] ) heeft losgepeuterd. [22] Op 13 mei 2020 schreef Barcaforever aan Dremin dat hij het adres van [persoon 3] in Waddinxveen moet hebben, waarna Dremin antwoordde dat dit 250 euro kost. Dit vond Barcaforever geen probleem. [23]
Op 11 en 12 mei 2020 vond het volgende gesprek plaats tussen Barcaforever en Zuidas:
Barcaforever: Ja gap ben pok echt doodziek, had did niet zien aankomen
Zuidas: Antwoord op iedereen gabber zijn ze al aan het posten?/
Barcaforever: Ik antwoord constant, ja zijn aan het posten en op zoek naar hem en familie
Zuidas: Ontvoer kinderen of wijf wat dan ookn
Barcaforever: Ja gap, als we familie vinden gaan ze mee [24]
Op 13 mei 2020 vond er een gesprek plaats tussen Zuidas en Elephantwater waarin gesproken wordt over het regelen van een ontmoeting tussen [persoon 1] en Barcaforever, waarbij Zuidas zegt dat hij 200k uitlooft. [25] Op diezelfde dag stuurde Zuidas naar Gasson berichten waarin gesproken wordt over 200k cash, het vasthouden van de zoon (de rechtbank begrijpt: [persoon 4] ) in een bus. [26]
Op 16 mei 2020 gaf Dustyblackcoat aanwijzingen aan Barcaforever wat hij moet doen als ze de vrouw te pakken hebben, waaronder dat ze geen telefoon moeten meenemen op de plaats waar ze haar vasthouden, omdat ze dan te traceren zijn. [27] Op diezelfde dag stuurde Barcaforever aan Dremin dat ze het adres van de vrouw hebben en dat hij op een camping in Moordrecht zit. Dremin vroeg wat het plan is en of Barcaforever een bus of een loods heeft waar hij in kan. Barcaforever stuurde een foto van het huis van de vrouw (de rechtbank begrijpt: [persoon 3] ). [28]
Op 23 mei 2020 schreef Barcaforever aan Dremin dat hij overal brieven met foto’s van de familieleden in de bus gooit en een sms nummer achterlaat. Dremin schreef dat hij uit moet kijken met zijn DNA, waarop Barcaforever antwoordde dat jongens dat voor hem doen. [29]
Op 26 mei 2020 schreef Barcaforever aan Dremin dat hij hem nog niet heeft, maar wel zijn auto heeft gevonden en er een tracker onder heeft geplakt. [30] Op diezelfde dag schreef Barcaforever aan Wavypower dat hij een rondje Waddinxveen en Gouda gaat doen, de woonplaatsen van de familie van [persoon 1] . Ook werd er gesproken over een tracker die die avond onder de auto van de vrouw wordt geplakt. [31]
Op 27 mei 2020 vond er een gesprek plaats tussen Barcaforever en Wavypower, waarin gesproken wordt over het volgen van [persoon 3] om zo in contact te kunnen komen met [persoon 1] . [32] Op diezelfde dag stuurde Barcaforever aan Elephantwater dat er een tracker is geplaatst (‘i have tracer under his car ,girlfriend is driving it’) en dat ze verwachten hem die week te hebben. Ook werd gesproken over het volgen van zijn vriendin. [33]
Op 2 juni 2020 werd tussen Barcaforever en Wavypower besproken dat ze weer leven zien in het huis van de vriendin en dat de neef, [persoon 4] , ook belangrijk is. Wavypower schreef dat de soldaten tot actie overgaan als ze de locatie krijgen. [34]
Op 7 juni 2020 schreef Barcaforever aan Exclusivealpha dat hij de vrouw 24/7 in de gaten houdt en dat ze het adres in Spanje gaan krijgen. Barcaforever vertelde ook dat ze op zoek zijn naar de schoonzoon van de broer (de rechtbank begrijpt: [persoon 4] ) en dat hij uit Voorthuizen zou komen. [35]
Op 8 juni 2020 werd er in een gesprek tussen Barcaforever en Excitedradio gesproken over het huis van de vrouw en wordt er een mediabericht met een foto van het huis van [persoon 3] en een voertuig dat daar geparkeerd stond verstuurd. Barcaforever schreef dat hij achter [persoon 4] aan gaat en dat ze dicht op de familie van [persoon 1] zitten. [36]
Op 10 juni 2020 stuurde Barcaforever aan Exclusivealpha gegevens over [persoon 1] en zijn familie. De adresgegevens van [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 4] en [persoon 3] werden gedeeld, waarbij Barcaforever schreef dat alle huizen in de gaten worden gehouden. [37]
Encrochatgesprekken met betrekking tot de [familie naam]
Op 12 mei 2020 stuurde Swampmango een samenvatting van een gesprek door naar Barcaforever. Dit is dezelfde samenvatting die Excitedradio naar Clawcliff heeft gestuurd. In de samenvatting wordt gesproken over 65 blokken, [persoon 1] en Marokkanen uit Gouda waarmee [persoon 1] de rip samen zou hebben gedaan. Swampmango schreef dat de Marokkanen een coffeeshop in Gouda hebben en dat het een zware oorlog wordt. [38]
Op 14 mei 2020 schreef Zuidas aan Elephantwater dat Barca een groep in de gaten heeft die betrokken is bij de diefstal. Zuidas stuurt een bericht van Barcaforever door, waarin deze schreef ‘Van alle kanten krijgen we te horen, joued ofzo, is broer van shisa ,dat is rechterhand van dief’. [39]
Op 15 mei 2020 schreef Barcaforever aan Dustyblackcoat dat hij de informatie nog niet heeft ontvangen en dat ene ‘Roky’ op zoek is naar de broer van de shishalounge en dat hij onderweg is naar Zuidas om een plan te maken. [40]
Op 16 mei 2020 schreef Dustyblackcoat dat ze de camera's moeten bekijken. Dustyblackcoat schrijft dat ze de 'kleine Marokkaan' moeten grijpen. Barcaforever schreef dat zij het adres van de vrouw en de zus hebben. Dustyblackcoat schreef dat zij de Marokkaan als eerst moeten grijpen. Barcaforever zegt dat zij daarmee bezig zijn. Daarna geeft Dustyblackcoat aan wat Barcaforever moet doen als ze de vrouw hebben ontvoerd. Dustyblackcoat geeft vervolgens instructies wat ze moeten doen na de ontvoeringen om niet gepakt te worden. Barcaforever schrijft dat hij dat begrijpt. [41]
Op 17 mei 2020 schreef Barcaforever aan Lucrativebeast dat [persoon 1] het samen gedaan heeft met een Marokkaan die men [naam] noemt. [42]
Op 17 mei 2020 vond het volgende gesprek plaats tussen Barcaforever en Dremin:
Barcaforever: Sta op jouw vriend zijn vriend te wachten voor adres ene broer van shisa
[…]
Vragen of ze vandaag gas kunnen geven op shisa mensen
Moet nu wat gebeuren
Dremin: Het is zeker dat hun dat zijn die het hebben?
Barcaforever: Als hun niet willen ,zoek ik jou op en even overleggen
Dremin: Okee maat
Barcaforever: Gisteravond te horen gekregen dat ze allea samen doen
Die ripper is vader figuur voor hem
Dremin: Denk 1/ marok mee nemen en dan zegge spulle terug .lat die ripprer ze maar brengen
e: Een van ze meenemen, en zeggen spullen terug en ouwe meenwmen
En zegge Ander gaan dooien vallen en alle adressen laten zien die we hebbe [43]
In een gesprek op 17 mei 2020 tussen Elephantwater en Zuidas vroeg Elephantwater wanneer de man van de shishalounge wordt opgetild. Zuidas antwoordde dat het vanavond gaat gebeuren, nadat hij – de Marokkaan – bij zijn grootouders heeft gegeten. Elephantwater schreef dat ze hem moeten ontvoeren en naar een safe house brengen. Zuidas schreef dat dat het plan is. [44]
Op 18 mei 2020 vroeg Elephantwater aan Zuidas wie het huis in de gaten houdt waar de man van shishalounge aan het slapen is. Zuidas schreef dat Barca dit doet, waarop Elephantwater schreef dat hij mensen gaat sturen. [45] Op dezelfde dag vroeg Exclusivealpha aan Zuidas waarom er gisteren geen actie is ondernomen. Zuidas stuurde een bericht door tussen hem en Barcaforever. In dat bericht staat vermeld dat ze actie gaan ondernemen en dat alle adressen van de familieleden van de shishalounge bekend zijn. [46]
Op 18 mei 2020 vond het volgende gesprek plaats tussen Barcaforever en Dremin:
Dremin: Hoe is het gap
Barcaforever: Zwaar ,we gaan straks actie nemen
Dremin: Sta je er nog alleen voor ?
Of is dolle met je
Barcaforever: Die dolle zegt dat hij zo deze kant op komt
Dremin: Pas goed op je zelf
Ga he shisha in ?
Je
Barcaforever: Doe ik ,thanks
We willen een van de broers pakken
Dremin: Heb je wel dichte bus en plek !
Barcaforever: Ja heb plek
Dremin: Want iemand overdag in laden is best een ding
Ongezien
Of wordt i gelokt?
Barcaforever: Ja zeker ,beter vanavond laat doen
Dremin: Ja na hun ramadan avond maal
Barcaforever: We pakken een broer en dan mag hij due joey laten komen
Dremin: Slim
Barcaforever: Ik weet waar ze eten en waar ze daarna naar toe gaan [47]
Voorwerpen
Baken
Op 29 mei 2020 werd bij de woning van [persoon 3] aan de [adres] in Waddinxveen een Renault Clio aangetroffen met het kenteken [kentekenplaat] Dit voertuig wordt door [persoon 3] gebruikt. Onder het voertuig werd een baken aangetroffen dat nader is onderzocht. [48] Op het baken werd een DNA-profiel van een man aangetroffen dat is vergeleken met profielen in de Nederlandse DNA databank voor strafzaken. Hierbij is een overeenkomst gevonden met het DNA-profiel van de verdachte, waarbij de hypothese dat het aangetroffen DNA in de bemonstering van het baken DNA van de verdachte bevat meer dan miljard keer waarschijnlijker is, dan onder de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van één willekeurige onbekende persoon. [49]
Er is onderzoek gedaan naar verkeersmastgegevens van de mobiele telefoonnummers van de verdachte, [persoon 3] en het peilbaken dat onder de Renault Clio werd aangetroffen. Uit dit onderzoek is onder meer het volgende gebleken. Van maandag 25 mei 2020 tot woensdag 27 mei 2020 om 12:33 uur reisden het mobiele nummer van de verdachte en het mobiele nummer van het peilbaken samen. Op 27 mei 2020 tussen 13:29 uur en 14:47 uur werd het peilbaken geplaatst onder de Renault Clio. Vanaf dat moment reed [persoon 3] rond met het peilbaken onder haar auto tot en met het moment dat de Clio in beslag werd genomen. [50]
Notitievel
Op 30 juni 2020 is de woning van de verdachte aan de [adres] in Voorburg doorzocht. Bij de doorzoeking zijn diverse gegevensdragers, meerdere mobiele telefoons en een notitievel met aantekeningen in beslag genomen. [51]
Op het notitievel werden notities aangetroffen over personen, voertuigen en locaties. Het volgende was genoteerd:
o [persoon 1] , [naam] [nummer] , [adres]
 [kentekenplaat] Clio wit
o [persoon 4] VW Polo [kentekenplaat]
o [adres]
 VW Polo [kentekenplaat]
o [naam.] [geboortedatum]
 [adres]
o [naam] .
o [naam] [adres]
o Hobby garage [adres] Autozaak Gouda
o Suri lounge [52]
Briefjes
In het hierboven aangehaalde Encrochatgesprek tussen Barcaforever en Dremin van 23 mei 2020 wordt gesproken over briefjes die in de bus worden gedaan. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 21 mei 2020 blijkt dat bij [persoon 1] op die dag door een man, rijdend in een voertuig met het kenteken ( [kentekenplaat] ), een briefje in de bus van zijn woning aan de [adres] in Gouda was gedaan met de tekst: ‘ [nummer] . Bel.’ Een uur nadat dit briefje in de bus was gedaan, heeft de man opnieuw een brief in de bus gedaan. Op het tweede briefje stond ‘Bel of tekst [nummer] ’. [53]
Het kenteken [kentekenplaat] behoort bij een Renault Kangoo, waarvan [medeverdachte 5] heeft verklaard dat dat zijn auto is. [54] Het telefoonnummer [nummer] wordt gebruikt in een iPhone 10 met IMEI nummer [nummer] . Uit onderzoek is gebleken dat dit IMEI nummer te koppelen is aan het telefoonnummer [nummer] , waarvan [medeverdachte 5] de gebruiker is. [55] Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [nummer] en het gebruikte telefoontoestel met IMEI nummer [nummer] blijkt dat de iPhone veelvuldig gebruik maakt van basisstations in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 5] en van een basisstation in Almere Haven, waarvan het bereik het bedrijfspand van [medeverdachte 5] omvat. [56]
Op 27 mei 2020 heeft de bewoner van de woning aan de [adres] in Gouda in de brievenbus een A4 aangetroffen met daarop een foto van een man en een vrouw en de tekst: ‘Voorkom onherstelbare schaden en breng onze spullen terug Bel of SMS [nummer] laatste kans!’ [57] Uit onderzoek is gebleken dat de man op de foto [persoon 2] is en de vrouw op de foto een dochter van [persoon 2] is, genaamd [dochter persoon 2] . [58]
Uit dactyloscopisch onderzoek aan het briefje met de foto is een bruikbaar spoor veiliggesteld, gewaarmerkt [nummer] . Uit het onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van dactyloscopische verschillen tussen dit spoor en de in Havank geregistreerde referentieafdruk van de rechter wijsvinger van [medeverdachte 5] . De kans om de aangetroffen mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [59]
Juridisch kader
Artikel 46, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) waarop de tenlastelegging is toegesneden, luidt:
‘Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.’
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de verdachte de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen heeft verworven dan wel voorhanden heeft gehad, terwijl – indien die vraag bevestigend kan worden beantwoord – die voorwerpen bestemd waren voor de voorbereiding van een misdrijf waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Ten aanzien van de vraag of de voorwerpen, afzonderlijk of gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm bezien, zijn bestemd tot het begaan van het misdrijf, heeft de Hoge Raad overwogen dat niet geabstraheerd kan worden van het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen had (zie in dit verband het arrest van 9 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1503). Het gaat er om of de voorwerpen, gezamenlijk bezien, ten tijde van het handelen aan dat misdadige doel dienstbaar kunnen zijn.
Hieruit volgt dat er een objectieve en subjectieve component te onderscheiden zijn. De objectieve component heeft betrekking op de bestemming van de voorwerpen die de verdachte voorhanden heeft. Deze bestemming kan blijken uit de aard van de voorwerpen zelf, uit het samenstel van voorwerpen, bezien in hun onderling verband, en uit het gebruik van de voorwerpen door de verdachte, ten tijde van het voorhanden hebben. De te hanteren maatstaf daarbij is de uiterlijke verschijningsvorm. De subjectieve component heeft betrekking op de intentie van de verdachte bij het gebruik van de voorwerpen. Hoe concreter de intentie of het plan dat de verdachte voor ogen stond uit de bewijsmiddelen naar voren komt, hoe eerder (op het oog onschuldige) voorwerpen kunnen worden aangemerkt als dienstig voor de uitvoering van het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen had.
Voorbereidingshandelingen
Uit de hierboven opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de verdachte samen met anderen een baken, een PGP-telefoon, briefjes met de namen, adressen en kentekens van in de tenlastelegging genoemde personen voorhanden heeft gehad. Tevens heeft de verdachte – gelet op de aangetroffen Encrochatgesprekken met onder andere de accountnaam Dremin en [medeverdachte 5] (gebruik makend van de Encrochataccountnaam Wavypower) – briefjes bij [persoon 1] en een derde laten bezorgen.
Ten aanzien van het baken dat is geplaatst onder de auto waarvan [persoon 3] gebruik maakte, overweegt de rechtbank dat het DNA van de verdachte op dat baken is aangetroffen en dat uit onderzoek blijkt dat het baken op 27 mei 2020 tussen 13:29 uur en 14:47 uur is geplaatst onder de auto van [persoon 3] . Van 25 mei 2020 tot 27 mei 2020 12:33 uur reizen het mobiele nummer van de verdachte en het peilbaken samen. Op 27 mei 2020 om 16:47 uur schreef de verdachte aan Elephantwater dat er een baken is geplaatst onder de auto waar [persoon 3] gebruik van maakt. De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat de verdachte het peilbaken voorhanden heeft gehad.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen bestemd waren tot het begaan van het grondfeit c.q. grondfeiten. De officier van justitie heeft betoogd dat deze voorwerpen, met uitzondering van het vuurwapen en de PGP telefoon, bestemd waren voor de voorbereiding van gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing.
Uit de Encrochatgesprekken volgt dat de verdachte – nadat hij geript was van 65 kilo cocaïne – heeft getracht om de persoon die hij daarvoor verantwoordelijk houdt, [persoon 1] , ter verantwoording te roepen. Daarbij werd niet alleen gezocht naar [medeverdachte 1] , maar ook naar personen in zijn directe omgeving, met name [persoon 3] en [persoon 4] . Ook leden van de [familie naam] worden in de chatgesprekken genoemd, nadat de verdachte vermoedde dat [medeverdachte 1] met leden van deze familie heeft samengewerkt. Uit de chatgesprekken, die de verdachte over een langere periode, met meerdere andere gebruikers voerde, komt naar voren dat het doel was het opsporen van [persoon 1] , [persoon 3] , [persoon 4] en leden van de [familie naam] om deze vervolgens te ontvoeren. Doel hiervan was om een oplossing te zoeken voor de verdwenen partij cocaïne, waar de verdachte verantwoordelijk voor werd gehouden. De verdachte heeft van andere Encrochatgebruikers aanwijzingen ontvangen over op welke wijze deze personen het beste kunnen worden ontvoerd.
De verdachte heeft over de inhoud van de chatberichten ter zitting verklaard dat hij geregeld zijn PGP-telefoon aan anderen moest afgeven, dat deze anderen meelazen met de berichten en deze anderen ook zelf berichten met zijn telefoon verstuurden. De rechtbank volgt de verdachte hierin niet en overweegt als volgt. De verdachte heeft op geen enkel moment concreet gemaakt welke berichten door anderen via het account Barcaforever zijn verstuurd. Hoewel het mogelijk is dat de verdachte, zoals hij zelf verklaart, zijn PGP-telefoon geregeld moest afstaan om anderen de berichten op het account Barcaforever te laten meelezen, valt zonder nadere, concrete onderbouwing niet goed in te zien waarom die onbekend gebleven anderen berichten zouden versturen naar meerdere andere accounts. De rechtbank gaat ook voorbij aan de lezing van de verdachte dat de berichten voornamelijk grootspraak bevatten en bedoeld waren om anderen de indruk te geven dat de verdachte werk maakte van het opsporen van de verdwenen partij cocaïne. Gelet op de hoeveelheid berichten die over een langere periode zijn verstuurd naar meerdere accounts, is de rechtbank van oordeel dat niet gesproken kan worden van grootspraak, maar dat uit de berichten het beeld opdoemt van een verdachte die samen met anderen concreet bezig is om anderen op te sporen en vervolgens actie te ondernemen om het probleem van de verdwenen partij van 65 kilo cocaïne op te lossen. Dat het niet alleen bij berichten is gebleven blijkt ook uit het feit dat de verdachte samen met een ander op 12 mei 2020 naar de woning van [persoon 2] is gegaan, daar naar binnen is gedrongen en hem om het telefoonnummer van [persoon 1] heeft gevraagd. Dat bij dat gesprek geen onvertogen woord is gevallen, acht de rechtbank gelet op de verklaring van [persoon 2] en de achtergrond van dit alles, niet geloofwaardig. De bestemming van de bewezenverklaarde voorwerpen en de intentie van de verdachte moeten daarom ook worden beoordeeld in het licht van al deze omstandigheden.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte en zijn mededaders niet beoogd hebben om de in de tenlastelegging genoemde personen om het leven te brengen, te mishandelen, opzettelijk brand te stichten of een ontploffing te veroorzaken, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. Het was de verdachte er immers om te doen een oplossing te vinden voor de verdwenen partij cocaïne en niet om de genoemde personen te doden, dan wel te verwonden. Uit de chats komt – gelet op de inhoud van de gesprekken en de context waarbinnen deze worden gevoerd - het beeld naar voren dat door middel van het ontvoeren van bepaalde personen er druk gezet kon worden op diegenen die verantwoordelijk waren voor het laten verdwijnen van de partij cocaïne.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de PGP-telefoon, het baken, de documenten met de (adres)gegevens en de briefjes die bij [persoon 1] en een derde in de bus zijn gedaan, bezien moeten worden in het licht van het misdadige doel dat de verdachte en zijn mededaders voor ogen hadden. Dit misdadige doel blijkt duidelijk uit de gevoerde Encrochatgesprekken. Gelet op de gesprekken die de verdachte met anderen voerde over [persoon 1] , [persoon 3] , [persoon 4] en de leden van de [familie naam] , en het feit dat hij naar binnen is gaan bij [persoon 2] , is de rechtbank van oordeel dat de genoemde voorwerpen, naar hun uiterlijke verschijningsvorm en in samenhang bezien, bestemd waren tot het begaan van de misdrijven gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing en dat de verdachte en zijn mededaders deze voorwerpen hebben verworven en voorhanden hebben gehad. Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank de PGP-telefoon wel dienstig voor de uitvoering van het misdadige doel dat de verdachte voor ogen had. Door middel van de PGP-telefoon was het immers mogelijk om op heimelijke wijze te communiceren met anderen om zo het misdadige doel – het ontvoeren van bepaalde personen – verwezenlijken.
Ten aanzien van het bij de verdachte aangetroffen vuurwapen is de rechtbank, met de officier van justitie, van oordeel dat niet blijkt dat de verdachte dit vuurwapen voorhanden had met het oog op het plegen van strafbare feiten jegens de in de tenlastelegging genoemde personen. Ook volgt niet uit het dossier dat de verdachte of zijn mededaders een mes voorhanden hebben gehad ter voorbereiding van de misdrijven gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing. Van deze onderdelen zal de rechtbank de verdachte vrijspreken. Ten aanzien van voorbereidingshandelingen jegens [persoon 2] overweegt de rechtbank dat, gelet op de inhoud van de Encrochatgesprekken, onvoldoende vaststaat dat de verdachte en zijn mededaders van plan waren om [persoon 2] – kort gezegd – te ontvoeren om op die wijze een oplossing te vinden voor de verdwenen partij cocaïne. Ook hiervan zal de rechtbank de verdachte vrijspreken.
Het tenlastegelegde medeplegen van voorbereiding van gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing gericht tegen [persoon 1] , [persoon 3] , [persoon 4] en leden van de [familie naam] acht de rechtbank op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
De raadsvrouw van de verdachte heeft betoogd dat er sprake is van vrijwillige terugtred, als bedoeld in artikel 46b Sr. Indien dit beroep slaagt kunnen de bewezenverklaarde voorbereidingshandelingen niet worden gekwalificeerd als strafbare voorbereiding, zoals bedoeld in artikel 46 Sr. Voor een geslaagd beroep op vrijwillige terugtred zal aannemelijk moeten worden dat het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van een omstandigheid die van de wil van de dader afhankelijk is. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen. Uit hetgeen door en namens de verdachte is aangevoerd kan echter niet de conclusie worden getrokken dat de verdachte een geslaagd beroep op vrijwillige terugtred toekomt. Dat de berichten voortkwamen uit hoogoplopende emoties bij de verdachte en dat de berichten in een zeer kort tijdsbestek met anderen in die context zijn gewisseld – wat daar verder ook van zij – zijn geen omstandigheden waaruit op zichzelf kan worden afgeleid dat de verdachte op zijn schreden is teruggekeerd of is gestopt met de voorbereidingshandelingen. Er is, anders gezegd, geen aanwijsbaar moment waarop de verdachte besloten heeft de voorbereidingshandelingen te staken en daartoe – bijvoorbeeld – concrete stappen heeft gezet om de verdere voorbereiding te verijdelen (een zogenoemde actus contrarius). De verklaring van de verdachte dat hij wel heeft gepraat met de [familie naam] , maar al snel doorhad dat hij verkeerd zat, maakt niet dat er sprake is van een vrijwillige terugtred. Gelet op de chatgesprekken – waarbij met name het gesprek op 18 mei 2020 met Dremin van belang is – heeft de verdachte concreet gesproken over het pakken van één van de broers [familie naam] en actie ondernomen. Ook hier is geen moment aanwijsbaar waarop de verdachte de voorbereidingshandelingen heeft gestaakt en de verdere voorbereiding heeft verijdeld. Het door de raadsvrouw naar voren gebrachte standpunt dat de verdachte nooit uitvoering heeft gegeven aan de in de Encrochatgesprekken gedane uitlatingen, kan evenmin tot een geslaagd beroep op artikel 46b Sr leiden. De verdenking betreft immers voorbereidingshandelingen, niet het voltooide delict van - kort gezegd - ontvoering of de poging daartoe. Dat het delict niet is gevolgd bij de in de tenlastelegging genoemde personen, met uitzondering overigens van [persoon 1] , betekent niet zonder meer dat er vrijwillig is teruggetreden.
Feit 2
Op 30 juni 2020 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte aan de [adres] te Voorburg. Tijdens de doorzoeking werd in de woonkamer een doorgeladen revolver met zes patronen erin aangetroffen en daarnaast 44 patronen. [60] Het wapen is nader onderzocht en het bleek te gaan om een omgebouwde gas- alarmrevolver van het merk Mauser, model L 100 Sport, kaliber .22. Dit betreft een vuurwapen van categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie (WWM). De patronen betroffen in totaal 50 stuks (6 in het rondsel en 44 in een doosje) .22 Magnum patronen van het merk Federal. Ook deze munitie valt onder categorie III van de WWM. [61] De verdachte heeft verklaard dat het wapen van hem is. [62]
Op grond van deze bewijsmiddelen acht de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 5
Via Encrochat werden diverse gesprekken tussen verschillende gebruikers gevoerd.
Op 7 mei 2020 voerden Zuidas en Barcaforever het volgende gesprek:
Zuidas: Was een valse start maar nu gaan we knallen maat (…) Hoeveel is nu drop totaal
Barcaforever: 65 (…) 40 en 25. [63]
Barcaforever en Dustyblackcoat voerden op 8 mei 2020 een chatgesprek, waarin zij afspreken dat het transport van 65 kilogram op zondag zou vertrekken, waarvan 25 kilogram naar één iemand gaat en de overige 40 kilogram naar iemand anders. Zij stuurden elkaar de volgende berichten:
Dustyblackcoat: Is it 65/go Sunday (…) OK from the 25 kilo they are MARKED B, C, D. B&D go together to make 15 kg. C goes itself 10 kg (…)
Barcaforever: And the 40 for one person. [64]
Op 10 mei 2020 vroeg Dustyblackcoat aan Barcaforever of de vervoerder vaak transporteert. Barcaforever stuurde vervolgens dat de transporteur al jaren twee keer per week transporteert, dat de transporteur iets van zich laat weten als hij veilig de grens over is en dat ze dit vermoedelijk de volgende dag rond 13:00 uur weten. [65]
Op 11 mei 2020 stuurde Barcaforever aan Swampmango “hij” (de rechtbank begrijpt: de transporteur) veilig de grens over is. [66]
Even later stuurde Barcaforever ook naar Dustyblackcoat dat “hij” veilig de grens over is. Vervolgens werden tijdstippen, locaties en drie tokens aan elkaar uitgewisseld:
Barcaforever: he is safe over (…)
Dustyblackcoat: customer 1
20 bits
Silver locksmith van
token: al 40 74 28 51
customer 2
10 bits
GK150AG
GREY
VW PASSAT
TOKEN :- AK 26 20 36 05
customer 3
10 bits
18 insignia black
token: hr390 92 39 [67]
Later die dag vond het volgende chatgesprek plaats tussen Barcaforever en Zuidas:
Barcaforever: Hij is veilig de grens over (…)
Zuidas: Heb zo alvast pap van die 25 stuks. Chauf is onderweg na mij zaak is rond 19.20 bij me
Zuidas: Gabber alles oke
Barcaforever: Nog geen contact met chauffeur
Zuidas: Wachten daar al 1 uur. Was de eerste drop al gedaan?
Barcaforever: Nee. [68]
Vervolgens vroeg Dustyblackcoat aan Barcaforever of er nieuws is. Barcaforever stuurde vervolgens dat hij geen nieuws heeft en dat hij geen contact kan krijgen met zijn transporteur. Dustyblackcoat stuurde daarop het bericht dat de transporteur niet is verschenen op de afgesproken plek en dat men nog steeds aan het wachten is:
Dustyblackcoat: Any word
Barcaforever: No nothing yet
Dustyblackcoat: 3 drivers from 40 are waiting. (…) Has he not arrived yet. [69]
Diezelfde avond stuurde Zuidas naar Barcaforever dat er snel iets moet gebeuren, anders gaat het “zijn kop kosten”. Barcaforever stuurde vervolgens dat hij geen contact kan krijgen met de transporteur en de chauffeur.
Zuidas: Alba zijn vriend komt nu na mij toe wat moet ik zeggen (…) maat dit kost me kopn
Barcaforever: Ja ik weet krijg chauffeur niet te pakken en ook transport man niet nu. [70]
Even later vroeg Swampmango of er contact was gemaakt. Barcaforever stuurde dat er geen contact was. Swampmango stuurde vervolgens dat er voor een “miljoen procent geript” is en dat de transporteur daarvoor verantwoordelijk is. [71]
Vervolgens berichtte Swampmango dat Barcaforever niet alleen verantwoordelijk moet worden gehouden voor de verdwenen partij verdovende middelen:
Swampmango: Kijk die rooie en bravo moeten echt naast je staan. Hun hebben jou deze man verkocht als een topper
Barcaforever: ja maar iedereen wijst naar mij (…)
Swampmango: Kan niet hun hebben die man gebracht (…)
Barceforever: Ja, maar alba, zuidas helmond (…) Ik ga eraan [72]
Later die avond stuurde Barcaforever aan Dustyblackcoat dat hij “geript” is en dat hij het spul aan de transporteur heeft gegeven, waarbij hij een foto stuurde van het rijbewijs van [persoon 1] . Dustyblackcoat stuurde vervolgens dat zij verwikkeld zijn geraakt in een verhaal van twee miljoen euro.
Barcaforever: Mate, i am fucked, they ript me (…) (stuurt een foto van het rijbewijs van [persoon 1] )
Dustyblackcoat: Is that the driver
Barcaforever: No man who take the stuf. (…) I gave him, he always give to driver (…)
Dustyblackcoat: We don’t get involved in stories its 2 million euros. [73]
Op 12 mei 2020 vond er het volgende een chatgesprek plaats tussen Barcaforever en Excitedradio:
Excitedradio: Dus wat is er volgens jou gebeurd dan
Barcaforever: Ja die zelfde man, [persoon 1] regelde het en die heeft ze nu ook aangepakt. Hij zegt me zondagavond, hij vertrekt nu en maandagochtend stuurt hij duimpje en wij vragen nog is hij over. Ja zegt hij [74]
Op 12 mei 2020 vertelde Barcaforever aan Yogano dat hij bestolen is van 65 blokken:
Barcaforever: Ik ben geript voor 65 blokken en nu heb ik boze engelsen en albas achter me aan [75]
Op 18 mei 2020 vond een gesprek plaats tussen lllevaihcam en Elphantwater. Illeviahcam vroeg aan Elephantwater hoe hij Zuidas kent en hoeveel hij voor de verdovende middelen heeft betaald. Elephantwater stuurde vervolgens dat hij ze niet kent, betrokken werd nadat het verkeerd ging en dat de drie tussenpersonen de transporteur aan zijn vriend hebben voorgesteld. Verder berichtte Elephantwater dat de 65 kilo blokken verdovende middelen via Barcaforever bij de dief zijn terechtgekomen. [76]
Elephantwater: These 3 middlemen brought tp to my pal
Illevaihcam: Zuidas?
Elephantwater: The barca guy is one who works with the thief (…) he’s mate with barca who brought tp to zuidas
Illevaihcam: So this zuidas. Is he responsible
Elephantwater: He’s putting in on the barca one (…) Barcas kinda dragged him into this (…) 65 tops got passed to this thief threw barca (…) Zuidas took barca to my mates pal with tp (…) Barca said worked with him many times. We’ll he’s responsible. (…) Zuidas brought the tp to my mate. Hes in middle
Illevaihcam: So zudias brought that tp guy to barca?
Elephantwater: No barca to zuidas. Zuidas to Belgian and him to my mate. They all lied but saying tp going a long time. (…) Zuidas was offering 200k (…)
Illevaihcam: He’s offer 200k for what? [77]
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hem is gevraagd om het transport van 65 kilogram cocaïne naar Engeland te regelen. Hij kwam daarvoor bij [persoon 1] terecht. De eigenaren van de cocaïne zijn Dustyblackcoat en Excitedradio. [verdachte] heeft verder verklaard dat hij met [persoon 1] heeft gesproken en aan hem heeft gevraagd wanneer hij de cocaïne moest hebben. De afspraak vond uiteindelijk op donderdag of vrijdag plaats bij een tuincentrum in Waddinxveen. Daar is de cocaïne overgedragen. De cocaïne is aan twee verschillende groepen afgeleverd. De eerste keer was [verdachte] net te laat, de tweede overdracht heeft hij van een afstandje gezien. [78]
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat de verdachte de gebruiker was van het account Barcaforever. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat alle hiervoor opgenomen gesprekken met het account Barcaforever door de verdachte zijn gevoerd.
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat de verdachte het transport van 65 kilogram cocaïne naar Engeland heeft geregeld voor de personen die gebruik maakten van de accountnamen Dustyblackcoat en Excitedradio. De verdachte heeft daarbij met Dustyblackcoat afspraken gemaakt over de verdeling van de 65 kilogram over twee partijen. De verdachte wist wanneer de overdracht van de cocaïne in Nederland zou plaatsvinden en hij was hier zelf ook bij aanwezig. Dit blijkt ook uit het chatgesprek op 11 mei 2020 met Dustyblackcoat waarin de verdachte zegt dat hij “het spul” aan [persoon 1] heeft gegeven, die het op zijn beurt aan de chauffeur zou overhandigen. Vervolgens heeft hij met de eigenaren van de partij cocaïne en [persoon 1] veelvuldig contact gehad over het transport. Zo heeft hij Dustyblackcoat direct bericht op het moment dat de transporteur veilig de grens over leek te zijn. Van Dustyblackcoat heeft hij vervolgens informatie gekregen die nodig was voor de overdracht van de cocaïne in Engeland, zoals de tokens.
De rol van de verdachte
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte niet als medepleger bij de poging tot uitvoer van 65 kilogram cocaïne kan worden aangemerkt, nu hij enkel de transporteur heeft aangedragen en verder geen enkele rol heeft gehad bij het transport.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Voor het uitvoeren van cocaïne naar Engeland is het regelen van het transport cruciaal. De rechtbank stelt vast dat de verdachte meer heeft gedaan dan het enkel aandragen van de transporteur: hij heeft met de transporteur en de eigenaren van de cocaïne intensief en veelvuldig contact onderhouden, informatie ontvangen die nodig was voor de overdracht van de cocaïne en hij was daar ook bij aanwezig. De verdachte heeft onder deze omstandigheden dan ook een wezenlijke en significante bijdrage geleverd aan, en een essentiële rol gehad bij, de poging tot uitvoer van de cocaïne. Hij heeft door op deze manier als tussenpersoon op te treden bewust en nauw samengewerkt met de eigenaren van de partij cocaïne bij de totstandkoming van het drugstransport. Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van de verdachte van meer dan voldoende gewicht is geweest om hem als medepleger - en niet als medeplichtige - te kwalificeren.
Voorhanden hebben van cocaïne
De raadsvrouw heeft verder aangevoerd dat de verdachte de partij cocaïne nooit daadwerkelijk voorhanden heeft gehad, zodat het bezit daarvan niet kan worden bewezen.
Voor het bewijs van het voorhanden hebben van in dit geval cocaïne, is nodig dat de verdachte wist van de aanwezigheid hiervan en dat hij daar beschikkingsmacht over had. Anders dan de raadsvrouw heeft gesteld, is hiervoor niet vereist dat de verdachte de cocaïne daadwerkelijk in zijn bezit heeft gehad of dat die zijn eigendom was, maar wel dat hij als medepleger kon bepalen wat er met de partij cocaïne zou gebeuren. Door afspraken te maken over waar en wanneer de overdracht zou plaatsvinden, hierbij aanwezig te zijn en berichten te sturen dat hij de cocaïne aan [persoon 1] had gegeven, heeft de verdachte met deze bijdrage aan het drugstransport ook beschikkingsmacht gehad over de cocaïne en daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het bezit daarvan.
Conclusie
De rechtbank acht op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de poging tot uitvoer van 65 kilogram cocaïne en het bezit daarvan, zoals onder feit 5 primair ten laste is gelegd.
Feit 6
Tussen 26 tot en met 31 maart 2020 vond er via Encrochat een chatgesprek plaats tussen de accounts Barcaforever en Strongestwizard. Barcaforever vroeg aan Strongestwizard of hij blokken wil hebben, zowel wit als bruin, waarbij ook wordt gesproken over de kwaliteit en de mogelijke prijs. Barcaforever en Strongestwizard stuurden de volgende berichten:
Barcaforever: Gap moet jij nog blokken hebben
Strongestwizard: Ja heb je
Barcaforever: Ja (…) Ze zitten nog te vechten over de prijs (…) Meerdere eigenaren (…)
Strongestwizard: Had je wag gehoord van blok
Barcaforever: Ja ga zo halen en hiir ik de prijs. Hoeveel zou jij er eventueel willen als de prijs goed is (…)
Strongestwizard: Een of twee. (…)
Barcaforever: Ja, morgen krijg ik antwoord van die Turk en kan ik een zo een blok ophalen.
Strongestwizard Weet je al een prijs (…)
Barcaforever 28 (…) Turkse moet ik 10250 geven en als je 10 koopt geeft hij wel een aantal op krediet zei hij (…) Ik krijg morgen eerst vb bruin… die moet jij laten kijken… (…) Morgen blok wit en bkok bruin voor je. [79]
Op 1 april 2020 stuurde Insanetruck een bericht aan Barcaforever dat een lab is opgerold, maar ze een en ander hebben kunnen redden. Hij vroeg of Barcaforever nog iemand weet die zout af kon draaien van apaan, waarop Barcaforever stuurde dat hij contact heeft met mensen die dat wellicht kunnen doen.
Insanetruck: Heb jij adraaiers op zout van apaan
Barcaforever: Denk het wel ja (…)
Insanetruck: Schuurtje: (…) hebben 200 kilo ap kunnen redden stond net op dus alles weer af laten lopen en de tonnen meegenomen. Mijn vraag weet jij iemand die op zout af kan draaien.Izit al in vier tonnen van 200 liter. (…)
Barcaforever: Wat willen ze terug A of B (…)
Insanetruck: A.
Met zout wordt vermoedelijk bedoeld het eindproduct na kristallisatie van vermoedelijk amfetamine. Vaak wordt amfetamine sulfaat zout genoemd. Apaan staat voor alpha phenylacetoacetonitrile, een precursor voor BMK en een preprecursor voor amfetamine. A staat veelal voor amfetamine. B staat veelal voor BMK. BMK is een precursor voor amfetamine of methamfetamine. [80]
Op 7 en 8 april 2020 vroeg Injuredcheetah aan Barcaforever om een transport van Nederland naar Berlijn voor ice te regelen voor ongeveer 30 stuks. Zij stuurden elkaar de volgende berichten:
Injuredcheetah : En ik moet tp van NL na Berlijn hebben met vrachtwagen
Barcaforever: Heb ik (…)
Injuredcheetah Voor ice. (…) 30 ofzo bevoorbeeld
Ice staat voor methamfetamine. [81]
In dit chatgesprek vroeg Ijuredcheetah verder of Barcaforever 25 kilogram uit een koelcontainer kan halen. Barcaforever bericht dat hij in Antwerpen de kilo’s eruit kan halen en dat het vervoer per vrachtwagen zal plaatsvinden. De kilo’s bevinden zich aan de buitenzijde in de motor en komen aan op [adres] in Antwerpen. Ook stuurde Barcaforever dat hij aan alle grondstoffen kan komen. Barcaforever en Injuredcheetah stuurden elkaar de volgende berichten:
Injuredcheetah: En wat ik vroeg over hamburg? In container van marsk 25 kg eruit halen? (…) Ok en nog een vraag de 3de haha… jij kan ook aan alle grondstoffen komen he (…) hamburg zijn koelcontainer en zit in de buitenkant in de moter (…)
Barcaforever: Tp heb ik, hoir je straks van me
Injuredcheetah: Ok. En denk ff na over hamburg (…) Is klein werk. Maar ook geld als je elke keer kan doen (…)
Barcaforever: Tp hoor ik zo de prijs en wanneer due wwg kan (…)
Injuredcheetah: Ik kan nu voor 250 met vrachtwagen. Per kg
Barcaforever: Ja in antwerpen kan ik wel eruit laten halen (…) Ja ik ga je de kade zeggen waar die miet aankomen (…) [adres] antwerpen [82]
In het chatgesprek op 8 april 2020 stuurde Swampmango dat hij grondstoffen, onder andere 150 liter zoutzuur en 150 liter hexaan, en een ruimte nodig heeft. Barcaforever vroeg Swampmango vervolgens om blokken. Zij stuurden elkaar de volgende berichten:
Barceforever: Wanneer heeft hij weer van die blokken
Swampmango: Ja niet zit op grondstiffebb te wachtenb. En een ruimte om te msken. Hij wilde er wel twee bij je maken thuis als je dat wilde. (…)
Barcaforever: Maar ik weet misschien wel een ruimte (…)
Swampmango: Had er nig maar 1,5 (…)
Barcaforever: Welke grondstoffen heeft hij nodig
Swangmango: 150/) liter zoutzuur en 150 hexaan. (…) En nog iets 37%.
Zoutzuur wordt ook veel gebruikt bij synthetische drugsprocessen. Hexaan wordt vaak gebruikt bij het produceren van cocaïne en het scheiden bij het produceren van methamfetamine. [83]
Op 9 en 10 april 2020 hadden Barcaforever en Ornerysandwich een chatgesprek over het transport van ice en de prijzen daarvan in Berlijn en Denemarken. In het chatgesprek stuurde Ornerysandwich een afbeelding van een wit blok en een afbeelding van witte kristallen.
Barcaforever Denemarken schijnt door te gaan. Ben rond 14.00 met ze. Moeten alleen geld hierheen halen en wisselaars werken niet (…) Heb jij toevallig nog wagen daar die 3m kan ophalen en ice levert 8500 op in berlijn (…) wist jij prijs voor 30 ice naar berlijn
Ornerysandwich: 2800 kilo net binnen (stuurt een foto van een wit blok). (…)
Barcaforever: Ok, wat moet deze kosten
Ornerysandwich: Blokken kosten mij 27. Was het nog gelukt met geld hierheen?
Barcaforever: Ok. Nee nog niet, ik ben ermee bezig (…) Wist jij al prijs voor ice naar Berlijn (…)
Ornerysandwich: Ice is rond de 7 (…) Wil je dat ik een voorbeeld v. blok voor je regel (…)
Barcaforever: Even wachten tot ik serieuse klabt heb of geld uit denenmarken
Ornerysandwich: (stuurt een foto van witte kristallen). Maat is het al in euros in denemarken of marken (…) Dus 3 milj deense kronen. Ik kan het misschien ondergronds doen
Barcaforever: Nee er ligt 3 m in euros volgens mij [84]
In een gesprek van 26 april 2020 tussen Barcaforever en Meeksage vroeg Meeksage evidrine aan Barcaforever:
Meeksage: Evedrine. Blue point. Heb jij toevallig? 20 stuks
Barcaforever: Ga vragen voor je (…) Gap ik moet 4900 betalen voor
evidrine.
Met evedrine wordt vermoedelijk efedrine bedoeld, een grondstof voor de productie van methamfetamine. [85]
Voorbereidingshandelingen
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat de verdachte de gebruiker was van het account Barcaforever. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte alle hiervoor opgenomen gesprekken met de andere gebruikers heeft gevoerd.
De politie heeft de verschillende chatberichten die de verdachte met meerdere gebruikers heeft gevoerd uitgelezen en hun bevindingen neergelegd in een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen. Dit enkele proces-verbaal van bevindingen is gelet op artikel 344, tweede lid, Sv voldoende om een bewezenverklaring op te baseren. Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken, omdat niet aan het bewijsminimum wordt voldaan, slaagt op grond van het voorgaande dan ook niet.
De rechtbank stelt op basis van de uitgelezen berichten vast dat de verdachte in een tijdsbestek van bijna twee maanden heeft gechat met verschillende contactpersonen over blokken, de prijzen daarvan en diverse grondstoffen die worden gebruikt voor de productie van verdovende middelen, waarbij in één chatgesprek ook afbeeldingen werden gestuurd van een wit blok en kristallen. In deze gesprekken worden verder (prijs)afspraken gemaakt over verschillende transporten naar en van andere landen, waaronder een gesprek waarin de verdachte laat weten dat hij bij een kade in Antwerpen goederen uit een container kan laten halen. Al deze berichten werden verstuurd met een PGP-telefoon. Het is een feit van algemene bekendheid dat de berichten die hiermee worden verstuurd moeilijk zijn te onderscheppen en dat dit soort telefoons veelvuldig in het criminele circuit worden gebruikt om te communiceren. Op grond van al deze omstandigheden - mede gelet op de door de politie gegeven uitleg van de chats en de daarin gebruikte afkortingen - stelt de rechtbank vast dat in de chatgesprekken daadwerkelijk wordt gesproken over de voorbereiding van het binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen van, en de handel in, verdovende middelen. Anders dan de raadsvrouw heeft gesteld, is voor een bewezenverklaring van deze voorbereidingshandelingen niet vereist dat de verdachte de verdovende middelen daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan - kort gezegd - de voorbereiding van de handel in en de in- en uitvoer van MDMA, methamfetamine, amfetamine en cocaïne.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1. hij in de periode van 11 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten gijzeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing (gericht tegen [persoon 1] en [persoon 3] en [persoon 4] en een of meer leden van de [familie naam] ), opzettelijk
- bakens (onder meer onder de auto van [persoon 3] ) en
- PGP-telefoons en
- briefjes/documenten met daarop de namen en adressen en kentekens en foto’s van voornoemde personen en
- briefjes met de tekst ' [nummer] . Bel' en 'Bel of text [nummer] ' en 'Voorkom onherstelbare schaden en breng onze spullen terug bel of sms [nummer] laatste kans!', bestemd tot het begaan van die misdrijven voorhanden heeft gehad;
2. hij op 30 juni 2020 te Voorburg een vuurwapen van categorie III, onder l van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwde gas) revolver, van het merk Mauser, model L 100 Sport, type kaliber .22, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en munitie van categorie III te weten 50 patronen (.22 Magnum) voorhanden heeft gehad;
5. hij in de periode van 7 mei
2020tot en met 11 mei 2020 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I,
metzijn mededaders opzettelijk
- met transporteurs en leveranciers en afnemers contacten
heeftgelegd en onderhouden en
- gesproken
heeftover en afspraken
heeftgemaakt over het transport en de verdeling van de (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne en
- (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne
heeftovergedragen aan een transporteur,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en
hij in de periode van 7 mei
2020tot en met 11 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
6. hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 11 mei 2020 in Nederland
tezamen en in vereniging met anderen om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden materialen bevattende methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en methamfetamine en amfetamine en cocaïne zijnde middelen als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en te bevorderen
- ander
engelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en zijn mededaders telkens wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij opzettelijk daartoe:
- een PGP-telefoon voorhanden gehad en daarvan gebruik gemaakt in de communicatie met zijn mededaders en
- inlichtingen verschaft over een kade in Antwerpen waar verdovende middelen uit een container/lading gehaald kunnen worden en
- met personen overleg gevoerd en prijsafspraken gemaakt en bemiddeld over een levering van chemicaliën (te weten efedrine) en
- met een persoon overleg gevoerd en bemiddeld over de aan- en verkoop van cocaïne.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om in het kader van de strafmaat rekening te houden met het feit dat de verdachte het vuurwapen voorhanden heeft gehad om zichzelf en zijn kinderen te beschermen en dat hij niet van plan was om enig strafbaar feit met het wapen te plegen.
De raadsvrouw heeft daarnaast verzocht om rekening te houden met straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd voor dergelijke feiten.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de poging tot uitvoer van een zeer grote hoeveelheid van 65 kilogram cocaïne en het voorhanden hebben van deze drugs. Op het enkele bezit van een dergelijke grote hoeveelheid drugs staat al een jarenlange gevangenisstraf. Daarnaast heeft de verdachte ook in de periode daarvoor al voorbereidingshandelingen getroffen voor de handel in en in- en uitvoer van verschillende soorten harddrugs. Door de uitvoer van harddrugs naar het buitenland wordt de internationale handel in verdovende middelen in stand gehouden. Het gebruik van harddrugs is zeer verslavend en is zeer schadelijk voor de volksgezondheid en daar draagt de verdachte met zijn handelen aan bij. Daarnaast gaat van de georganiseerde drugshandel in aanzienlijke mate een ondermijnend en corrumperend effect uit, waartegen krachtig moet worden opgetreden. Drugs en de handel daarin leiden, direct of indirect, tot zeer ernstige vormen van geweld en criminaliteit en daarmee tot onveiligheid in de samenleving. Dat blijkt ook maar al te meer uit het feit dat de verdachte, nadat de partij cocaïne bleek te zijn gestolen door de man die zou zorgen dat de cocaïne werd vervoerd naar het buitenland, voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor de wederrechtelijke vrijheidsberoving dan wel gijzeling van deze man, maar ook van zijn familieleden, die niets te maken hadden met de verdwenen partij cocaïne. Ook heeft de verdachte voorbereidingshandelingen getroffen voor de ontvoering van leden van de [familie naam] . De verdachte schroomt niet om ook onschuldige personen te betrekken bij zijn plannen. De verdachte heeft ook een vuurwapen en munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt grote risico’s met zich voor de veiligheid van personen, zeker nu de verdachte heeft verklaard dat hij dit vuurwapen had om zichzelf te beschermen en ook bereid was dit te gebruiken. Vuurwapens vormen een aanzienlijke bedreiging voor een veilige samenleving, omdat het bezit van vuurwapens maar al te vaak leidt tot gebruik daarvan, met alle mogelijke gevolgen van dien.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 21 februari 2022 waaruit blijkt dat hij recentelijk niet is veroordeeld voor strafbare feiten. Wel is hij in een verder verleden eerder in aanraking is geweest met justitie voor wapens en drugs.
Gelet op de ernst van de feiten, het aandeel dat de verdachte daarin heeft gehad en wat de rechtbank daarover hiervoor heeft overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. De rechtbank ziet, alles afwegende, geen aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank overweegt dat de ernstige bezwaren en gronden, te weten het herhalingsgevaar, op dit moment nog steeds aanwezig is zodat de voorlopige hechtenis dient voort te duren. Door de verdachte is verzocht om de voorlopige hechtenis bij einduitspraak te schorsen in verband met een al lang geplande, noodzakelijk operatie aan zijn heup die staat gepland op 2 juni 2022. De rechtbank zal dit verzoek toewijzen in die zin dat zij de voorlopige hechtenis van de verdachte opnieuw schorst, om hem de operatie te laten ondergaan en nog enige tijd te revalideren. De voorlopige hechtenis wordt onder dezelfde voorwaarden geschorst tot 1 oktober 2022. Deze schorsing wordt apart geminuteerd.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen genoemde geldbedrag van € 4.400,- zal worden teruggegeven aan de verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft eveneens verzocht het geldbedrag terug te geven aan de verdachte.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van het op de beslaglijst genoemde geldbedrag.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 45, 46, 47, 57, 282, 282 a en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 5 primair en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van voorbereiding van gijzeling en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving en/of afpersing;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van feit 5 primair:
medeplegen van poging tot opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
ACHT (8) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
schorst de voorlopige hechtenis met ingang van 22 april 2022 (apart geminuteerd);
gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst genoemde geldbedrag, te weten een geldbedrag van € 4.400,-.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M.A. Keulen, voorzitter,
mr. M. Rigter, rechter,
mr. K.C.J. Vriend, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F.F. Westhoek, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 april 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1. hij op een of meer tijdstippen in de periode van 11 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 te Voorburg en/of Gouda en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten gijzeling en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving en/of moord en/of doodslag en/of zware mishandeling en/of diefstal met geweld en/of afpersing en/of opzettelijk brand stichten of een ontploffing teweeg brengen waarbij gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten zou zijn (gericht tegen [persoon 1] en/of [persoon 3] en/of [persoon 2] en/of [persoon 4] en/of een of meer leden van de [familie naam] ), opzettelijk
-een of meer baken(s) ((onder meer) onder de auto van [persoon 3] ) en/of
-een of meer PGP-telefoon(s) en/of
-een of meer (vuur)wapen(s) en/of een mes en/of
-een of meer briefje(s)/documenten en/of devices (oa een laptop) met daarop de
na(a)m(en) en/of adres(sen) en/of kenteken(s) en/of foto's van voornoemde perso(o)n(en) en/of
- een of meer briefjes met de tekst ' [nummer] . Bel' en/of 'Bel of text [nummer] ' en/of 'Voorkom onherstelbare schaden en breng onze spullen terug bel of sms [nummer] laatste kans!', bestemd tot het begaan van dat misdrijf/ die misdrijven heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad;
2. hij op of omstreeks 30 juni 2020 te Voorburg, althans in Nederland, een vuurwapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwde gas) revolver, van het merk Mauser, model L 100 Sport, type kaliber .22, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en/of munitie van categorie III te weten 50, in elk geval een of meer patro(o)nen (.22 Magnum) voorhanden heeft gehad;
3. hij op of omstreeks 20 mei 2020 te Voorthuizen, gemeente Barneveld en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [persoon 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door:
- die [persoon 1] te traceren op het adres [adres] te Voorthuizen (zijnde de
woning van de ex-zwager van [persoon 1] ) en/of
- de woning [adres] te Voorthuizen binnen te dringen en/of die [persoon 1] de
woning binnen te duwen en/of
- slaande bewegingen naar die [persoon 1] te maken en/of aan die [persoon 1] te duwen
en/of trekken en/of
- tegen die [persoon 1] te zeggen dat. hij mee moest komen en/of
- te zeggen 'ik ga het doodseskader on hold zetten' en/of
- bij die [persoon 1] in de auto te stappen en/of
- die [persoon 1] in het gezicht te slaan en/o f
- die [persoon 1] te zeggen dat hij naar Helmond moest rijden en/of
- de telefoons van die [persoon 1] af te pakken en/of bij zich te houden en/of
- die [persoon 1] te zeggen dat hij de auto van de verdachte(n) moest volgen en/of
- aan het stuur van de auto van die [persoon 1] te trekken en/of
- die [persoon 1] bij de kleding vast te pakken en/of trachten tegen te houden toen [persoon 1] uit zijn auto stapte;
4. hij op of omstreeks 07 juni 2020 te Waddinxveen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [persoon 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen, het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een vuurwapen de woning van die [persoon 3]
binnen te gaan danwel binnen te dringen en/of tegen die [persoon 3] te zeggen dat ze maar in de tuin moest kijken en/of (vervolgens) een handgranaat in de tuin en/of tegen de schutting te gooien/leggen;
5. hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 7 mei tot en met 11 mei 2020 te Voorburg en/of Gouda en/of Helmond en/of (elders) in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen (ongeveer) 65 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3 a van die wet, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk
- met een of meer transporteurs) en/of perso(o)n(en) die verantwoordelijk was/waren of zou(den) zijn voor het transport en/of leverancier(s) en/of afnemer(s) (telefonische) contacten gelegd en/of laten, leggen en/of onderhouden en/of
- gesproken over en/of afspraken gemaakt over het transport en/of de verdeling van de (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne overgedragen aan
een transporteur en/of perso(o)n(en) die verantwoordelijk was/waren of zou(den) zijn voor het transport, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 7 mei tot en met 11 mei 2020 te Helmond en/of Gouda en/of Voorburg en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 65 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van. een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3 a van die wet;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 7 mei 2020 tot en met 11 mei 2020 te Voorburg en/of Gouda en/of Helmond en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- één of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen,
te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichten te verschaffen en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- één of meer voorwerpen en/of vervoermiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan
hij en/of zijn mededaders (telkens) wisten, althans ernstige reden hadden om te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), immers heeft hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe (telkens en/of één of meermalen):
- één of meerdere PGP-telefoons, althans encryptie-telefoons, voorhanden gehad en/of daarvan gebruik gemaakt in de communicatie met één of meer van zijn mededaders en/of
- met een ander overleg gevoerd en/of afspraken gemaakt over het transport en/of over de (verdeling van) de levering en/of - een hoeveelheid van.(ongeveer) 65 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne aanwezig gehad en/of overgedragen aan een transporteur en/of aan (een) perso(o)n(en) die verantwoordelijk was/waren of zou(den) zijn voor het transport;
6. hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 11 mei 2020 te Voorburg, in elk geval in Nederland en/of België
tezamen en in vereniging met een ander .of anderen, althans alleen, om een feit
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van één of meer hoeveelheden van één of meerdere materialen bevattende methyleendioxymethamfetamine (MDMA) en/of methamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne zijnde (een) middel(en) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of één of meer hoeveelheden materialen bevattende (een) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- één of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichten te verschaffen en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van
dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- één of meer voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden
en/of één of meer (andere) betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan
hij en/of zijn mededaders (telkens) wisten, althans ernstige reden hadden om te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), immers heeft hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe (telkens en/of één of meermalen):
- één of meerdere PGP-telefoons, althans encryptie-telefoons, voorhanden gehad en/of daarvan gebruik gemaakt in de communicatie met één of meer van zijn mededaders en/of
- inlichtingen verschaft over een kade in Antwerpen waar verdovende middelen uit een container/lading gehaald kunnen worden en/of
- met een of meer personen overleg gevoerd en/of(prijs)afspraken gemaakt en/of
bemiddeld in/over de levering en/of het transport en/of de aan- en/of verkoop van een of meer hoeveelheden chemicaliën (te weten efedrine) en/of(grond)stoffen, bestemd voor de productie van synthetische drugs en/of
- met een of meer personen overleg gevoerd en/of(prijs)afspraken gemaakt en/of bemiddeld in/over de levering en/of het transport en/of de aan- en verkoop van cocaïne.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummer] [ onderzoeksnaam 1] / [nummer] , algemeen dossier [ onderzoeksnaam 1] , van de politie eenheid Den Haag, team opsporing, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 1317).
2.Proces-verbaal, p. 6.
3.Proces-verbaal, p. 898.
4.Proces-verbaal, p. 899.
5.Proces-verbaal, p. 900.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 85.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 91-96.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige van de rechter-commissaris van 22 december 2020, punt 11.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 104-107.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 87-90.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97-101.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1161-1163.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 102-103.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108-111.
15.Geschrift, te weten een schriftelijke verklaring van [medeverdachte 5] van 5 november 2020, p. 1105.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115-116.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 118-119.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125-127.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 181.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 187.
21.Proces-verbaal van bevindingen [persoon 2] , p. 132-134.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 188.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 493.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 493-494.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 495.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 496-497.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 502-503.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 503-504.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 889-890.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 507.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 508-509.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 512-517.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 518.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 523-524.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 527-528.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 529-530.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 534.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 908.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 909-910.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 911-912.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 913.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 913-914.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 914-915.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 915.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 915-916.
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 917-918.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 918.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 756-759.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 762 en forensisch dossier, p. 8 en p. 127.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 763-767.
51.Proces-verbaal van binnentreden in woning, p 651-652.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 663.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 799.
54.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 833.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 810-813.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 814-818.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 801 en proces-verbaal van bevindingen, p. 803-804.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 806-808.
59.Geschrift, p. 1291-1294.
60.Proces-verbaal van doorzoeking, p. 653-657.
61.Proces-verbaal Wapens, Munitie en Explosieven, p. 659-662.
62.Verklaring van verdachte ter zitting d.d. 22 maart 2022.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 120.
64.Proces-verbaal van bevindingen, p. 113-114.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 114.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 119.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 114-115.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 120-121.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 121.
71.Proces-verbaal van bevindingen, p. 119.
72.Proces-verbaal van bevindingen, p. 120.
73.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115-117.
74.Proces-verbaal van bevindingen, p. 117-118.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 128-129.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122.
77.Proces-verbaal van bevindingen, p. 946-947, 953, 961, 965-966.
78.Proces-verbaal verhoor van de verdachte [verdachte] d.d. 20 december 2021, ongenummerd.
79.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1164-1167.
80.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1178-1179.
81.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1167-1168.
82.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1168-1170.
83.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1179-1180.
84.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1170-1173.
85.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1164-1183.