Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 april 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had op 1 februari 2022 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond is afgewezen. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 maart 2022, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar de staatssecretaris vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. E. van Hoof.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft dit verzoek afgewezen. Dit gebeurde in samenhang met een andere zaak, NL22.1958, waarin op dezelfde dag uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.