Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
€ 228.985,50toe aan [gedaagde] . Dit bedrag dient door [eiser] wegens overbedeling aan [gedaagde] voldaan te worden bij de overdracht van het gemeenschappelijk onroerend goed.
€ 5.092,63en dat zal aan haar worden toebedeeld. Nu uit de bankafschriften over de periode 1 september 2016 tot en met 17 juni 2021 blijkt dat slechts sprake is van een bescheiden positieve exploitatie en dat over de periode 17 juni 2021 tot en met 23 december 2021 de exploitatie van de verhuurde woningen min of meer quitte draait, heeft [eiser] voldoende weersproken dat uit de verhuur van het gemeenschappelijk onroerend goed over de periode vanaf 1 september 2020 tot de feitelijke verdeling huur ontvangen wordt. De vordering tot een vergoeding van de huurinkomsten vanaf 1 september 2020 wordt afgewezen.