Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan de eiser de maatregel van bewaring was opgelegd. De eiser, geboren op 8 augustus 1997 en van Somalische nationaliteit, had beroep ingesteld tegen dit besluit, dat op 30 maart 2022 was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 6 april 2022 door de staatssecretaris was opgeheven, maar dat dit niet afdoet aan de rechtmatigheid van de bewaring die eerder was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij de eiser niet aanwezig was, maar de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd, omdat er concrete aanknopingspunten waren voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en er een significant risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de gronden voor de bewaring, zoals vermeld in de maatregel, niet betwist gezien door de eiser. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.