ECLI:NL:RBDHA:2022:3501

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
NL21.17643
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door een verzoekster die samen met haar minderjarige kinderen asiel heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze procedure. De asielaanvraag van verzoekster was eerder op 9 november 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 3 maart 2022 in Middelburg, waar verzoekster en haar gemachtigde, mr. J.J.J. Jansen, aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL21.17642) die samenhangt met deze procedure. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.17643
V-nummer: [V-nummer]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam eiseres], verzoekster,

mede namens haar minderjarige kinderen,
[naam minderjarig kind 1],
[naam minderjarig kind 2]en
[naam minderjarig kind 3],
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij besluit van 9 november 2021 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.17642, op 3 maart 2022 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen N. Faas. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.17642, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.