Op 7 maart 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van Programmrot Amplifica Sarl afgewezen. Het verzoeker had de wraking ingediend tegen mr. M.A. Dirks, de rechter die de zaak behandelde. De procedure begon met een schriftelijk wrakingsverzoek op 10 februari 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling waarbij de verzoeker en de gewraakte rechter aanwezig waren. Het Ministerie van Financiën was niet verschenen.
Verzoeker stelde dat de rechter niet op zijn verzoek tot voorlopige voorzieningen inging en dat er geen eerlijke rechtsgang was, omdat het Ministerie van Financiën niet aanwezig was. De rechter gaf aan dat alleen het verzet op de zitting stond gepland en dat hij geen voorlopige voorzieningenprocedure kende die hangende verzet kon worden behandeld. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet in zijn onpartijdigheid was geschaad en dat de omstandigheden die verzoeker aanvoerde niet voldoende waren om tot wraking te leiden.
De wrakingskamer concludeerde dat de rechter niet verplicht was om ter zitting te reageren op de vragen van verzoeker over de AFNE-vragen en dat het niet verschijnen van het Ministerie van Financiën niet aan de rechter te wijten was. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen, en de behandeling van de onderliggende procedure werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.