ECLI:NL:RBDHA:2022:3479
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot verlof opgelegd aan militair in verband met Covid-19 maatregelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam bij de Koninklijke Luchtmacht, en het Defensie Ondersteuningscommando. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij hem op grond van artikel 76, eerste lid, aanhef en onder b, van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) verplicht verlof was opgelegd. Dit besluit volgde op de komst van eisers stiefzoon uit Nederland, wat leidde tot een 'restriction of movement' (ROM) opgelegd door de squadroncommandant van de Amerikaanse legerbasis, in verband met Covid-19 maatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de squadroncommandant bevoegd was om deze maatregel op te leggen en dat de richtlijnen omtrent quarantaine en reizen niet analoog konden worden toegepast op de situatie van eiser. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een noodzakelijke reis en dat verweerder voldoende had meegedacht over mogelijke thuiswerkopties voor eiser. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.