In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 april 2022, wordt de geboortegegevens van de kinderen van verzoeker vastgesteld. Dit volgt uit een eerdere uitspraak van de rechtbank in Israël, waar het vaderschap van verzoeker is erkend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, door de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in Israël, de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen. De procedure is gestart op verzoek van [Y], die in Nederland woont, en de moeder van de kinderen, [X], die geen bekende woon- of verblijfplaats heeft. De rechtbank heeft eerder de behandeling van de verzoeken pro forma aangehouden en verzoeker in de gelegenheid gesteld om aanvullende processtukken over te leggen.
De rechtbank heeft de stukken opnieuw bekeken, waaronder een DNA-onderzoek en eerdere processtukken. De rechterlijke uitspraak van de rechtbank in Israël is onherroepelijk en er is geen hoger beroep ingesteld. De rechtbank concludeert dat de uitspraak van de Israëlische rechtbank kan worden erkend in Nederland, omdat er voldoende aanknoping met de Israëlische rechtssfeer is en de erkenning niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de geboorteakten van de kinderen niet voor inschrijving in de Nederlandse registers in aanmerking komen, omdat dit de ontstaansgeschiedenis van de kinderen zou overschrijven.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking eindigt met de vaststelling van de noodzakelijke gegevens voor de opmaak van de geboorteakten en de afwijzing van het meer of anders verzochte.