ECLI:NL:RBDHA:2022:3438

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
C/09/626105 / KG RK 22-271
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 10 maart 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van The Young Hospitality Investments B.V. Het verzoek werd ingediend door mr. E.A.W. Schippers, rechter in de rechtbank Den Haag, die belast was met de behandeling van de hoofdzaak. De eiseres, The Young Hospitality Investments B.V., werd bijgestaan door mr. J.C. Kuipéri-Botter, advocaat te Amsterdam, terwijl de gedaagden, vertegenwoordigd door mr. C.P. van den Berg, advocaat te Leiden, in Den Haag woonden.

De procedure begon met een verschoningsverzoek dat op 7 maart 2022 werd ingediend. De rechter heeft het verzoek toegewezen op basis van eerdere bemoeienis met de zaak of met partijen, wat de schijn van partijdigheid zou kunnen wegnemen. De beoordeling van het verzoek is gedaan met inachtneming van de wettelijke presumptie van onpartijdigheid van rechters, waarbij uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot een vrees voor vooringenomenheid.

De verschoningskamer heeft besloten dat het verzoek tot verschoning terecht is ingediend en heeft bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen en de rechter.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/4
Zaak-/rekestnummer: C/09/626105 / KG RK 22-271
Beslissing van 10 maart 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. E.A.W. Schippers,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 9534234 RL 21-18831 van:
The Young Hospitality Investments B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
eiseres,
bijgestaan door mr. J.C. Kuipéri-Botter, advocaat te Amsterdam,
tegen
1. Stay At 7 Operations B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
2. Mountain Hospitality B.V.,
gevestigd te Den Haag,
3. [gedaagde sub 3] ,
wonende te Den Haag,
gedaagden,
allen bijgestaan door mr. C.P. van den Berg, advocaat te Leiden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 7 maart 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met de zaak of met partijen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 10 maart 2022 door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en J.C. Sluymer, in tegenwoordigheid van de griffier.