ECLI:NL:RBDHA:2022:3434

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
C/09/627026 / KG RK 22-349
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een burenconflict

Op 25 maart 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op een verschoningsverzoek. Dit verzoek werd ingediend door de eisers in een hoofdzaak, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.J. Vroegindeweij. De gedaagden in deze hoofdzaak, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.M.L. Dekkers, waren ook betrokken bij deze procedure. De rechter, S.J. Hoekstra-van Vliet, heeft eerder bemoeienis gehad met de zaak, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verschoningsverzoek. De rechter heeft aangegeven dat er een terechte vrees bestond voor vooringenomenheid, vooral door het wantrouwen van een van de partijen in haar onpartijdigheid. Dit leidde tot de conclusie dat de rechter niet in staat was om de zaak op een rustige en goede manier te behandelen, wat de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zou kunnen brengen. De verschoningskamer heeft het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan alle betrokken partijen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/8
Zaak-/rekestnummer: C/09/627026 / KG RK 22-349
Beslissing van 25 maart 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. S.J. Hoekstra-van Vliet
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/624367 / KG ZA 22-76 van:
[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2]
eisers in deze hoofdzaak,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. W.J. Vroegindeweij te Katwijk,
tegen
[gedaagde sub 1]
[gedaagde sub 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in deze hoofdzaak,
advocaat mr. F.M.L. Dekkers te Leiden
en belast met de behandeling van de door de gerechtsdeurwaarder mr. Stefano Nocco van Buik en Van der Horst Gerechtsdeurwaarders te Leiden op grond van artikel 438 lid 4 Rv aanhangig gemaakte hoofdzaak met kenmerk C/09/ 625531 / KG ZA 22-176 tussen:
[eiser sub 1]
[eiser sub 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in deze hoofdzaak,
advocaat mr. F.M.L. Dekkers te Leiden
tegen
[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in deze hoofdzaak,
advocaat mr. W.J. Vroegindeweij te Katwijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 25 maart 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met de zaak of met partijen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. De rechter heeft aangegeven dat zij na een – in haar optiek terecht – afgewezen wrakingsverzoek, vooral ook door het evidente wantrouwen van een van partijen in haar onpartijdigheid, geen ruimte meer voelt de zaak (een langslepend burenconflict) ter zitting rustig en goed te kunnen behandelen. Dit zijn omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade kan leiden. Gelet hierop wordt het verschoningsverzoek toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 25 maart 2022 door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en J.C. Sluymer in tegenwoordigheid van de griffier.