ECLI:NL:RBDHA:2022:3427

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
NL22.2726
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die afkomstig is uit Senegal, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 11 februari 2022, omdat de aanvraag als ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 maart 2022 behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL22.2725), waarin de rechtbank al had geoordeeld over het beroep van de verzoeker. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL22.2726
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam] , verzoeker V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. J.W.F. Noot), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.A.P.M. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 11 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.2725, op 10 maart 2022 op zitting behandeld. Verzoeker en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.2725, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.