ECLI:NL:RBDHA:2022:3419
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 6 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E. El-Sharkawi, had een verzoek ingediend na de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 2 maart 2022 was genomen, verklaarde de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 april 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL.22.2064), en heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat de rechtbank in een eerdere uitspraak op de andere zaak had beslist, wat de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening verklaarde. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K. Verschueren, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.