ECLI:NL:RBDHA:2022:339

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
NL21.18823
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Slowakije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 januari 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J. Bronsveld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 1 december 2021, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Slowakije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Tijdens de zitting op 7 januari 2022, waar de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandelde, was de staatssecretaris niet aanwezig, maar had wel een verweerschrift ingediend. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL21.18822), waarin ook op het beroep van de verzoeker was beslist.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.18823
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

v-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 1 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Slowakije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.18822, op 7 januari 2022 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.18822, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2022 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.