ECLI:NL:RBDHA:2022:3382

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 april 2022
Publicatiedatum
13 april 2022
Zaaknummer
AWB - 21 _ 629
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opleggen van een bestuurlijke boete wegens manipulatie van tachograafgegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, een Roemeense vrachtwagenchauffeur, en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De eiser kreeg een bestuurlijke boete van € 1.500,- opgelegd wegens het vervalsen, verbergen, uitwissen of vernietigen van gegevens op de digitale tachograaf en op de bestuurderskaart. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 15 april 2019 tijdens een controle op de Rijksweg A16 door een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport is betrapt op het manipuleren van de tachograaf. De inspecteur constateerde dat de tachograaf niet de juiste gegevens registreerde, wat in strijd is met artikel 32, derde lid, van de Verordening (EU) 165/2014 en artikel 2.4:13, tweede lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer.

De eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij geen wijzigingen heeft aangebracht in het registratiesysteem en dat de inspecteur niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde echter dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd, onder andere door het boeterapport en de bijlagen, waaruit bleek dat de tachograaf was gemanipuleerd. De rechtbank concludeerde dat de eiser in strijd heeft gehandeld met de geldende regelgeving en dat de opgelegde boete van € 1.500,- passend en evenredig was, gezien de ernst van de overtreding.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af. De uitspraak benadrukt het belang van correcte registratie van rij- en rusttijden voor de verkeersveiligheid en de gezondheid van chauffeurs.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/629

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 april 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , Roemenië, eiser

(gemachtigde: S. Hercut),
en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder

(gemachtigde: mr. A. van Geel).

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser een bestuurlijke boete opgelegd van € 1.500,-.
Bij besluit van 16 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden via een beeldverbinding op 13 april 2022.
Eiser heeft laten weten niet aanwezig te zijn. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is door een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport (de inspecteur) op 15 april 2019 rijdend op de Rijksweg A16 met een vrachtwagen met het kenteken [kenteken] (het voertuig) waargenomen. Het voertuig is stopgezet en gecontroleerd. De inspecteur heeft in het boeterapport geconstateerd dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan het vervalsen, verbergen, uitwissen of vernietigen dan wel manipuleren van op de digitale tachograaf en op de bestuurderskaart geregistreerde gegevens. Verweerder heeft vastgesteld dat eiser daarmee artikel 32, derde lid, van de Verordening (EU) 165/2014 gelezen in verbinding artikel 2.4:13, tweede lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atbv) (hierna: het normvoorschrift) heeft overtreden en een boete opgelegd van € 1.500,-.
Wat vinden eiser en verweerder?
2. Eiser stelt dat hij geen wijzigingen heeft aangebracht in het systeem voor het registreren van de rijtijden. Verweerder heeft niet concreet beschreven hoe eiser de tachograaf en bestuurderskaart heeft gemanipuleerd, maar slechts in algemene bewoordingen de vermoedelijke overtreding beschreven. Er is niet gedetailleerd beschreven welke interventieacties eiser zou hebben verricht aan de tachograaf of bestuurderskaart. Verder heeft de inspecteur vastgesteld dat de tachograaf was verzegeld volgens de wettelijke vereisten. Het is dus onmogelijk dat eiser deze tachograaf heeft gemanipuleerd.
3. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Wat zijn de regels?
4. Het relevante wettelijk kader is opgenomen in de bijlage. Deze bijlage maakt deel uit van de uitspraak.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5.1.
In het boeterapport en de daarbij behorende bijlagen is gedetailleerd uiteengezet dat de tachograaf van het voertuig is gemanipuleerd.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder op basis van dit boeterapport terecht bewezen heeft geacht dat eiser zowel zijn arbeids- en rusttijden, als de afgelegde afstand, als de rijsnelheid voorafgaand aan het moment dat hij van de inspecteur een volgteken kreeg, niet op de tachograaf of op zijn bestuurderskaart had geregistreerd. Hiermee staat vast dat dat eiser in strijd heeft gehandeld met het normvoorschrift. Tevens heeft verweerder terecht vastgesteld dat eiser niet alleen voorafgaand aan het moment van controle gegevens op de tachograaf en op de bestuurderskaart heeft vervalst, verborgen, uitgewist of vernietigd, maar dat dit vanaf het moment dat hij op 12 april 2019 vanuit Oradea, Roemenië was vertrokken vaker is voorgekomen.
5.3.
Anders dan eiser stelt hoeft verweerder niet, om een overtreding van het normvoorschrift aan te kunnen tonen, vast te stellen op welke wijze eiser concreet de digitale tachograaf heeft gemanipuleerd. Nu verweerder heeft aangetoond dat er op de dag van de controle en de daaraan voorafgaande dagen registraties op de tachograaf en bestuurderskaart ontbraken, is dat voldoende om de overtreding van het normvoorschrift vast te stellen en kon de vaststelling op welke wijze eiser dat heeft gedaan achterwege blijven.
Dat de tachograaf verzegeld was, neemt niet weg dat verweerder terecht aangetoond heeft geacht dat op de tachograaf, ondanks de verzegeling, en op de bestuurderskaart gegevens ontbraken en dat vanaf het moment dat het volgteken werd geven de registraties weer werden hervat, zodat verweerder terecht eiser daaraan schuldig heeft geacht. Uit het verweerschrift volgt dat na 15 april 2019 in het kader van een strafrechtelijk onderzoek is vastgesteld dat de tachograaf softwarematig door invoeren van een pincode werd gemanipuleerd.
De rechtbank is dus van oordeel dat verweerder bevoegd was eiser een boete op te leggen wegens overtreding van artikel 32, derde lid, van de Verordening.
Is de opgelegde boete evenredig?
5.4.
De boete is overeenkomstig de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 2019 bepaald op € 1.500,-. De rechtbank acht deze boete geschikt en passend. Het gaat hier om een belangrijke inbreuk, omdat door het vervalsen, verbergen, uitwissen of vernietigen van gegevens op de tachograaf en op de bestuurderskaart de controle op de naleving van de arbeids- en rusttijden van chauffeurs wordt bemoeilijkt. De bepalingen over arbeids- en rusttijden beschermen de veiligheid en gezondheid van de chauffeur en bevorderen de verkeersveiligheid en eerlijke concurrentie. Het is algemeen bekend dat chauffeurs die te lang achter het stuur zitten vermoeid raken en als gevolg daarvan de verkeersveiligheid en hun eigen veiligheid en welzijn ernstig in gevaar brengen.
5.5.
Van een omstandigheid op grond waarvan eiser de overtreding niet of in verminderde mate kan worden toegerekend is niet gebleken.
5.6.
Het beroep is ongegrond
5.7.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Leijten, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
Bijlage
Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (de Verordening).
Artikel 32
Correct gebruik van de tachograaf
1. Vervoersondernemingen en bestuurders zorgen ervoor dat digitale tachografen en bestuurderskaarten correct werken en correct worden gebruikt. Vervoersondernemingen en bestuurders die gebruikmaken van analoge tachografen, zorgen ervoor dat deze correct werken en dat de registratiebladen correct wordt gebruikt.
(…)
3. Het is verboden gegevens op het registratieblad, op de tachograaf of op de bestuurderskaart opgeslagen gegevens, of afdrukken van de tachograaf te vervalsen, te verbergen, uit te wissen of te vernietigen. Manipulatie van de tachograaf, het registratieblad of de bestuurderskaart die kan leiden tot het vervalsen, uitwissen of vernietigen van de gegevens en/of afgedrukte informatie is verboden. In het voertuig mag geen voorziening aanwezig zijn die met dit doel kan worden gebruikt.
(…)
Arbeidstijdenwet
Artikel 10:5
1. Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar legt de bestuurlijke boete op aan de natuurlijke of rechtspersoon op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet en de daarop berustende bepalingen, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als overtreding.
(…)
Artikel 10:7
1. De bestuurlijke boete die voor een overtreding kan worden opgelegd bedraagt ten hoogste het bedrag van de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
(…)
6. Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de overtredingen worden vastgesteld. Voor overtredingen begaan door personen, bedoeld in artikel 5:12, tweede lid, stellen Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat en Onze Minister tezamen beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor die overtredingen worden vastgesteld. Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel gesteld bij of krachtens de wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, niet is nageleefd.
(…)
Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atbv)
Artikel 2.4:13
(…)
2. Voor zover verordening (EG) nr. 561/2006 van toepassing is, is het verboden te handelen in strijd met de artikelen 1, eerste lid, tweede alinea, 3, eerste lid, 27, 29, tweede lid, 32, eerste tot en met vierde lid, 33, eerste en tweede lid, 34, behoudens het derde lid, onder b, tweede alinea, 35, 36, eerste en tweede lid, 37, eerste lid, eerste volzin en tweede lid van verordening (EU) nr. 165/2014.
(…)
Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 2019 (Beleidsregel)
Artikel 1
1. Deze beleidsregel is van toepassing op alle overtredingen die als zodanig bij of krachtens de Arbeidstijdenwet zijn aangemerkt en die betrekking hebben op arbeid verricht door personen als bedoeld in artikel 5:12, tweede lid, onder a, van de Arbeidstijdenwet en arbeid in bedrijven of inrichtingen die rechtstreeks betrekking heeft op arbeid verricht in of op motorrijtuigen als bedoeld in artikel 5:12, tweede lid, onder a, van de Arbeidstijdenwet.
2. Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 10:5 van de Arbeidstijdenwet wordt voor alle overtredingen als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die gelden voor de onderscheiden onderwerpen in de Tarieflijst normbedragen bestuurlijke boete wegvervoer die als bijlage 1 bij deze beleidsregel is gevoegd.
Bijlage 1. Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete wegvervoer (boetecatalogus) als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 2019
Feitcode
Overtreden bepaling
Omschrijving overtreding
Normadressaat
Boete
Direct beboetbaar bij transportinspectie
B 2.4:5 (38)
art. 2.4:13, tweede lid, Atbvjo art. 32, derde lid, Vo 165/2014;
art. 2.4:13, vierde lid, Atbv jo art. 10, tweede lid, AETR i.v.m. art. 12, achtste lid, Bijlage controleapparaten AETR
Vervalsen, verbergen, uitwissen of vernietigen van gegevens op registratiebladen/tachograaf/Bestuurderskaart, manipulatie tachograaf/registratieblad/bestuurderskaart
Werkgever / Zelfstandige
4.400,–
Ja
Werknemer
1.500,–