ECLI:NL:RBDHA:2022:338
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardigheid van verklaringen en tegenstrijdigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse man geboren in 1978, heeft op 15 maart 2019 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Hij stelt dat hij in Nigeria als buschauffeur werd bedreigd door een vriend en een groep mannen, die hem dwongen om verkiezingen te verstoren. Eiser heeft verklaard dat hij uit Nigeria is gevlucht na een gewelddadig voorval waarbij zijn zoon om het leven kwam. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag echter afgewezen, omdat de rechtbank de verklaringen van eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank concludeerde dat eiser tegenstrijdige en wisselende verklaringen had afgelegd over zijn situatie in Nigeria en de betrokkenheid van verschillende personen, waaronder zijn vriend en een man genaamd [naam 3]. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn relaas te onderbouwen en dat zijn verklaringen niet consistent waren. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte zijn verklaringen als ongeloofwaardig heeft bestempeld, maar de rechtbank heeft deze argumenten niet gevolgd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.