ECLI:NL:RBDHA:2022:336

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
NL21.12453
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde J. Kaikai, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen bij besluit van 19 juli 2021. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij het beroep in Nederland kon afwachten met gebruikmaking van opvangvoorzieningen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 23 december 2021 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, N.M. Faes-Matsko. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. F.F.M. van de Kamp. In de uitspraak van dezelfde dag in een andere zaak (NL21.12452) heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL21.12453

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M. Drenth),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: J. Kaikai en mr. F.F.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij het beroep in Nederland mag afwachten met gebruikmaking van opvangvoorzieningen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak met nummer NL21.12452, op 23 december 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen N.M. Faes-Matsko. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. F.F.M. van de Kamp.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL21.12452 heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Om die reden wordt het verzoek afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.