Uitspraak
Alimentatie
Beschikking op het op 5 november 2020 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het f-formulier van 25 februari 2022 met bijlagen van de zijde van de vrouw;
- het f-formulier van 2 maart 2022 met bijlage van de zijde van de man.
- de vrouw;
- mr. Pieters via een videoverbinding;
- de man met mr. P.P.M. Voskuil - van Dijk als waarnemer voor mr. De Boorder.
Verzoek en verweer
- met een termijn van tien jaren tot 1 september 2030,
- of tot de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt op 17 juli 2027;
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest van [huwelijksdatum] 1984 tot [datum echtscheiding] 2008.
- Zij hebben tijdens dit huwelijk samen vier kinderen gekregen die inmiddels allemaal meerderjarig zijn.
- Beide partijen hebben de Nederlandse nationaliteit.
- Bij beschikking van deze rechtbank van [beschikkingsdatum] 2008 is – voor zover hier van belang – :
- In het op 21 februari 2008 ondertekende echtscheidingsconvenant hebben partijen het volgende opgenomen ten aanzien van de partneralimentatie:
- Op 29 september 2008 respectievelijk 6 oktober 2008 hebben partijen een aanvullend convenant, geheten ‘Additional arrangements to the divorce convenant’ gesloten waarin onder meer is opgenomen dat de man over de maanden augustus en september een partneralimentatie van
- Bij beschikking van de rechtbank Haarlem van 29 juni 2010 is de door de man te betalen partneralimentatie gewijzigd en is bepaald dat de man met ingang van
- De man heeft op 25 oktober 2010 een overeenkomst ondertekend waarin partijen overeenkomen dat de alimentatieverplichting van de man met ingang van
Beoordeling
1 september 2020 alimentatieplichtig was jegens de vrouw. Volgens de man is deze termijn vervallen omdat er in de beschikking van 29 juni 2010 en in het convenant van 25 oktober 2010 geen termijn van de alimentatieduur is genoemd.
in zoverregewijzigd dat het door de man te betalen bedrag is verlaagd. Er is in deze beschikking geen uitspraak gedaan over de duur van de alimentatieverplichting, omdat hier geen verzoek over voorlag. Dat geldt eveneens voor de nadien gesloten overeenkomst. Die zag enkel op de hoogte van de alimentatieverplichting en niet op de duur. Dat maakt dat de, in de uitspraak van 23 april 2008 aangehechte convenant opgenomen afspraak van partijen over de duur van de alimentatieverplichting tot 1 september 2020 nog steeds geldig is.
Beslissing
mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van 8 april 2022.