Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 april 2022 in de zaken tussen
[eiseres 1] , v-nummer: [nummer] , eiseres 1,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding1.In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep tegen de bestreden besluiten van 12 maart 2021 waarin de staatssecretaris de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft afgewezen als ongegrond.
Beoordeling door de rechtbank
verzoek. Een verzoek om internationale bescherming is immers volgens de definitiebepaling [24] een verzoek van een onderdaan van een derde land of een staatloze
om bescherming van een lidstaatdie kennelijk de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus wenst. Dat het eerdere asielverzoek niet in Nederland is ingediend, maakt niet dat het geen verzoek is als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Kwalificatierichtlijn en dus een relevant element betreft voor de beoordeling van de asielaanvragen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- draagt de staatssecretaris op om binnen vier maanden na de dag van bekendmaking van deze uitspraak nieuwe besluiten op de aanvragen van eisers te nemen met inachtneming van deze uitspraak;