Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 10 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
X.T.(ECLI:EU:C:2021:3) en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1550) over artikel 1(D) van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen. Ter zitting is dit slechts in zoverre gehandhaafd dat uit deze uitspraken zou blijken dat de basiswaarden van een menswaardig bestaan altijd gewaarborgd moeten zijn. De rechtbank ziet echter niet in hoe die in het geval van eiser in het geding zouden zijn, nu uit het voorgaande is gebleken dat zijn asielrelaas niet ten onrechte ongeloofwaardig is geacht.