ECLI:NL:RBDHA:2022:3172
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor asielaanvraag onder de Dublinverordening en de behandeling door Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had zijn aanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze niet in behandeling genomen, met als reden dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van de staatssecretaris was wel aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, ondanks dat hij de opvang had verlaten zonder de staatssecretaris te informeren, nog steeds bescherming in Nederland wenst. De rechtbank oordeelt dat Spanje, op basis van de Dublinverordening, verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat er geen beletselen zijn om eiser aan Spanje over te dragen. De Spaanse autoriteiten hebben toegezegd de aanvraag te behandelen in overeenstemming met de Europese asielrichtlijnen.
Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de asielprocedure in Spanje tekortschiet en zijn stellingen zijn niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat eiser zich voor bescherming kan wenden tot de Spaanse autoriteiten en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.