ECLI:NL:RBDHA:2022:3171
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.W.B. van Twist, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was genomen op 15 februari 2022, met als reden dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De zitting vond plaats op 18 maart 2022, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door mr. R.A.P.M. van der Zanden. Na de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er reeds een uitspraak was gedaan in een aanverwante zaak (NL22.2490), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld.
De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 maart 2022 door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.