ECLI:NL:RBDHA:2022:3167
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.M. Walls, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublinverordening.
Tijdens de zitting op 24 maart 2022, waar de verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M. Lorier. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan in de aanverwante zaak NL22.3529, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.