In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 april 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de invoering van een milieuzone voor brom- en snorfietsen ouder dan tien jaar in Den Haag. Eiser, eigenaar van een Puch bromfiets uit 1957, was het niet eens met het verkeersbesluit dat op 27 mei 2020 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag was genomen. Dit besluit verbood het rijden met brom- en snorfietsen ouder dan tien jaar in de gehele stad, met als doel de luchtkwaliteit te verbeteren. Eiser stelde dat de maatregel niet proportioneel was, aangezien zijn bromfiets weinig vervuilend was en hij speciale brandstof gebruikte.
De rechtbank overwoog dat het college bij het nemen van een verkeersbesluit een ruime beoordelingsruimte toekomt en dat de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt niet onredelijk is. De rechter toetst terughoudend en kijkt of het besluit niet in strijd is met wettelijke voorschriften. Eiser had ook persoonlijke omstandigheden aangevoerd, zoals het feit dat hij mantelzorger was voor zijn ernstig zieke zoon en dat ze samen een verzameling oldtimer Puchs hadden opgebouwd. De rechtbank oordeelde echter dat de belangenafweging van verweerder, die gericht was op de verbetering van de luchtkwaliteit, niet onredelijk was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de invoering van de milieuzone deel uitmaakt van een groter pakket aan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in Den Haag. De rechtbank concludeerde dat de dwangsom die aan eiser was toegekend, niet langer in geschil was en dat verweerder zorg zou dragen voor de uitbetaling ervan. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.