ECLI:NL:RBDHA:2022:3068

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 april 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
SGR 21/1986
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding vanwege onjuiste informatie in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI)

In deze zaak heeft eiser, drs. [eiser], een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de Rechtbank Den Haag, omdat hij meent dat verweerder, de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onrechtmatig heeft gehandeld door onjuiste huwelijksgegevens in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) te laten staan. Eiser was in 2007 gescheiden, maar in de RNI stond hij nog geregistreerd als getrouwd. Dit leidde tot extra kosten bij de verkoop van zijn huis, omdat hij een akte moest laten opstellen om de verkoop te kunnen realiseren. De rechtbank heeft de zaak op 9 maart 2022 behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding deelnam en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigden.

De rechtbank overweegt dat verweerder het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen, omdat er geen sprake zou zijn van een onrechtmatige overheidsdaad. De RNI registreert slechts een beperkt aantal gegevens en huwelijksgegevens worden niet bijgehouden. De rechtbank stelt vast dat de notaris, die betrokken was bij de verkoop van het huis, niet op de juistheid van de gegevens in de RNI had mogen vertrouwen en dat het eiser zelf was die de extra kosten heeft gemaakt door de akte op te laten stellen. De rechtbank concludeert dat er geen onrechtmatigheid is en dat het beroep ongegrond is.

De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 1 april 2022. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/1986

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2022 in de zaak tussen

drs. [eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder

(gemachtigden: mr. A. Aydogdu, mr. M. Stuvel, mr. M. Oosterwijk).

Procesverloop

In de brief van 12 oktober 2020 heeft verweerder eisers verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Eiser heeft vervolgens de bestuursrechter verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van zijn schade.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld op 9 maart 2022. Eiser nam deel via een beeldverbinding. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Waar gaat de zaak over?
1. Eiser heeft bij verweerder een verzoek om schadevergoeding ingediend. In de RNI [1] stond dat eiser getrouwd was, terwijl hij in 2007 al is gescheiden. Hij moest daarom bij de verkoop van zijn huis een extra akte laten opstellen van € 544,50.
2. Verweerder heeft verzoek om een schadevergoeding afgewezen omdat geen sprake is van een onrechtmatige overheidsdaad. In de RNI staat slechts een beperkt aantal gegevens geregistreerd. Gegevens van een huwelijk en/of geregistreerd partnerschap worden niet bijgehouden. Dat betekent dat instanties, zoals een notaris, niet zomaar van de juistheid van de in de RNI opgenomen gegevens mag uitgaan.
Wat vinden partijen?
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit.
Hij vind dat verweerder schadeplichtig is omdat hij niet heeft voldaan aan zijn zorgvuldigheidsplicht. Er is sprake van onrechtmatigheid omdat verweerder heeft nagelaten om (mogelijk) onjuiste gegevens uit de RNI te verwijderen.
4. Verweerder vindt dat er geen schade is als gevolg van een in artikel 8:88 van de Awb [2] genoemde gevallen. Het verzoek dient daarom te worden afgewezen. Voor zover de brief van 12 oktober 2020 als besluit moet worden aangemerkt, is er nog steeds geen sprake van onrechtmatigheid. Uit de wet vloeit voort dat verweerder niet bevoegd is om huwelijksgegevens te verwerken of gegevens uit de RNI te verwijderen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Op grond van artikel 8:88 van de Awb is de rechtbank bevoegd op verzoek van een belanghebbende om een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die is geleden als gevolg van een onrechtmatig besluit of onrechtmatig handelen voorafgaand aan een besluit.
5.1.
Eiser doet een verzoek om schadevergoeding omdat verweerder volgens hem heeft nagelaten om de onjuiste huwelijksgegevens de RNI te verwijderen. De rechtbank volgt eiser niet. Op grond van artikel 2.69 van de Wet basisregistratie personen worden huwelijksgegevens niet geregistreerd in de RNI. Verder volgt uit de Wet BRP geen plicht om gegevens bij te werken of te verwijderen. Voorts is het bekend dat de informatie uit de RNI niet altijd actueel is.
5.2.
De notaris had moeten weten dat hij daar niet op kon vertrouwen en had eiser om zijn scheidingspapieren moeten vragen. Dat het eiser twee weken kostte om de papieren uit het archief van zijn advocaat op te vragen en dat het te laat zou zijn om de verkoop van zijn huis te verzekeren, komt voor zijn eigen rekening en risico. Het is eisers eigen keuze geweest om de akte op te laten maken zodat de overdracht van zijn huis op korte termijn kon doorgaan. Gelet op het voorgaande was van handelen of niet handelen van verweerder geen sprake.
Conclusie
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van
mr.F.E.J. Valk, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 april 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Registratie niet-ingezetenen.
2.Algemene wet bestuursrecht.