Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Indiase nationaliteit houdende vrouw, had een mvv aangevraagd om bij haar partner in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen omdat volgens de staatssecretaris eiseres niet had aangetoond dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie met haar partner, referent.
In het primaire besluit van 8 april 2021 en het bestreden besluit van 3 november 2021 werd het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 23 februari 2022 heeft eiseres zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, terwijl de staatssecretaris niet aanwezig was. Eiseres voerde aan dat zij voldoende bewijs had geleverd ter onderbouwing van haar relatie, waaronder foto’s, WhatsApp-gesprekken en bankafschriften.
De rechtbank oordeelde echter dat de door eiseres en referent overgelegde stukken onvoldoende waren om de gestelde duurzame en exclusieve relatie aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet onterecht had geoordeeld dat er geen sprake was van een relatie die voldeed aan de vereisten van het Vreemdelingenbesluit. De rechtbank verwierp ook het beroep van eiseres op bijzondere omstandigheden en oordeelde dat de hoorplicht niet was geschonden. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.