ECLI:NL:RBDHA:2022:3033
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L. Sandberg-Crommelin
- S. Kokx
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op basis van artikel 37 Wzd
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2022 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1955, die lijdt aan de ziekte van Parkinson en Parkinson-dementie. Het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 21 maart 2022, naar aanleiding van een eerdere inbewaringstelling door de burgemeester van Zoetermeer op 18 maart 2022. De cliënt, die in een zorginstelling verblijft, heeft aangegeven dat zij naar huis wil, maar haar advocaat heeft betoogd dat er geen grondslag is voor toewijzing van het verzoek, aangezien de cliënt geen verzet toont tegen de opname.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de echtgenoot van de cliënt, die aangaf dat de cliënt in de thuissituatie niet de zorg kan krijgen die zij nodig heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing, en dat de cliënt fysiek agressief is geweest naar haar echtgenoot. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn.
De rechtbank verleent daarom de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken, tot en met 5 mei 2022. Deze beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier S. Kokx, en is uitgesproken ter openbare zitting.