ECLI:NL:RBDHA:2022:3026

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
4 april 2022
Zaaknummer
C/09/626723 / FA RK 22-1664
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1975, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 21 maart 2022 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 20 maart 2022 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2022 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de betrokkene en zijn advocaat. De advocaat betoogde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een crisismaatregel rechtvaardigden en verzocht om afwijzing van het verzoek. De arts verklaarde echter dat de betrokkene kampt met een bipolaire stoornis en momenteel in een manische episode verkeert, wat leidt tot impulsief en agressief gedrag. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstige psychische en financiële schade, en dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was om de betrokkene te stabiliseren en medicatie toe te dienen. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 14 april 2022, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en mr. S. Kokx als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/626723 / FA RK 22-1664
Datum beschikking: 24 maart 2022

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 21 maart 2022 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. A.A.J.L. van Elk De Freese te Cuijk.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 20 maart 2022 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 20 maart 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 maart 2022.
Ter zitting, die plaats vond in de voorruimte van de separeerruimte en in aanwezigheid van verplegend/begeleidend personeel, zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat hij zich gedurende de opnames in de verschillende accommodaties netjes heeft gedragen, en dat hij, terwijl hij lag te slapen, zonder reden door meerdere begeleiders in bedwang werd gehouden. Zijn gedrag daarna was een schrikreactie. Betrokkene ervaart dat er naar zijn toestand te weinig onderzoek is gedaan en dat er conclusies worden getrokken op basis van het verleden. Betrokkene heeft geen medicatie nodig en wil geen antipsychotica. De hardware e.d. die hij heeft gekocht, had hij nodig voor zijn werk. De oude heeft hij moeten vernietigen met het oog op het verwijderen van gegevens.
De advocaat heeft ten aanzien van het onderhavige verzoek namens betrokkene primair betoogd dat er geen feiten en omstandigheden zijn voor een crisismaatregel en verzocht het verzoek af te wijzen. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat er op dit moment geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Ten tijde van het nemen van de crisismaatregel zou er sprake zijn geweest van agressie, maar die is nu niet meer aanwezig. Wat de verzochte vormen van verplichte zorg betreft verzoekt de advocaat ‘andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ en ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ af te wijzen. Betrokkene heeft geen somatische aandoening waarvoor medische handelingen nodig zijn, en het klopt niet dat betrokkene zelf 112 zou hebben gebeld; het is dus niet nodig hem te beperken in het gebruik van communicatiemiddelen.
De arts heeft naar voren gebracht dat betrokkene kampt met een bipolaire stoornis, waarvoor hij vaker met opnamen te maken heeft gehad. Er is nu sprake van een decompensatie en betrokkene zit nog in een manische episode, waarbij hij impulsief en agressief gedrag laat zien. Er waren voorafgaand aan de opname een aantal incidenten. Het separeren volgde na een paar dagen, na een geweldsincident richting een verpleegkundige. De afzondering was nodig voor ieders veiligheid. Het gaat zeker beter met betrokkene, maar er is nog sprake van acuut ernstig nadeel. De voortzetting van de crisismaatregel is noodzakelijk om betrokkene weer in te stellen op medicatie, zodat hij beter in samenwerking komt.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstige psychische schade
- ernstige financiële schade
- maatschappelijke teloorgang
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is
Betrokkene is bekend met meerdere opnames en kan bij psychotische decompensatie agressief worden. Tijdens een eerdere decompensatie heeft hij gepoogd zijn partner te stranguleren. In 2021 heeft hij zich tegen advies in onttrokken aan de zorg. Betrokkene heeft de afgelopen maand niet tot amper geslapen en heeft de afgelopen periode meerdere grote aankopen gedaan. Zijn toelichting dat deze nodig waren voor zijn werk en de oude in het water moesten worden gegooid overtuigt niet. Betrokkene ontkent ander paranoïde gedrag dat hij heeft vertoond, zoals het doorknippen van pasjes en deze in de magnetron stoppen, alsook het zoeken naar afluisterapparatuur. De rechtbank volgt de arts dat deze gedragingen passen bij de manische fase waarin betrokkene zit. Betrokkene heeft twee kinderen van 8 en 6 jaar oud, die door de moeder naar een vriendin zijn gebracht omdat zij de huidige situatie thuis te gevaarlijk vond. Ook daarin ziet de rechtbank steun voor het genoemde nadeel.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten (manisch) psychotische decompensatie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank deelt het standpunt van de advocaat dat ‘andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ en ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ in dit geval geen noodzakelijke vormen van verplichte zorg zijn en zal die vormen niet toewijzen. Betrokkene heeft geen somatische zorg nodig, wordt niet wordt beperkt in het gebruik van communicatiemiddelen en er is gedurende de termijn van de voortzetting van de crisismaatregel geen zicht op ontslag, waardoor verplichtingen in ambulant kader nu nog niet aan de orde zijn.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Hij geeft stellig aan niet in een vrijwillig kader te zullen meewerken.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 april 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door
mr. S. Kokx als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 maart 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 april 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.